Les adjectifs

1 / 25
volgende
Slide 1: Video
FransSecundair onderwijs

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

0

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De quoi parle la chanson?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Combien d'enfants sont concernés par le harcèlement?
A
1 sur 10
B
5 sur 10
C
50 sur 100
D
15 sur 100

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pourquoi Emilie se faisait harceler?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Qu'est-ce que les mots en gras ont en commun?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ce sont des adjectifs
adjectifs = bijvoegelijk naamwoord

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

C'est quoi un adjectifs?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

substantif = zelfstandig nw
un pronom = persoonlijk vnw
ATTENTION!
Quand le substantif commence avec un H muet ou une voyelle l'adjectif change.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

substantif= zelfstandig nw
pronom= persoonlijk vnw

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies

1. Paul est timide.
Jeanne est ...
A
timidee
B
timide
C
timid
D
timides

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Marc est créatif et original.
Marie est ... et originale.
A
creative
B
créatife
C
creatife
D
créative

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Ce garçon est paresseux et agressif.
Cette fille est ... et agressive.
A
paresseusse
B
paresseuse
C
pareseusse
D
pareseuse

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Je voudrais qu'il soit blond et frisé.
Je voudrais qu'elle soit ... et frisée.

A
blond
B
blonds
C
blonde
D
blondes

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Ton fils est mignon et sympathique.
Ta fille est ... et sympathique.

A
mignone
B
mignon
C
mignones
D
mignonne

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

A qui pense-t-il/elle?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

A qui pense-t-il/elle?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

A qui pense-t-il/elle?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

A qui pense-t-il/elle?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

A qui pense-t-il/elle?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies