Haarlem B1 Hoofdstuk 9 en onregelmatige werkwoorden

Haarlem B1 Code+ Hoofdstuk 9 en onregelmatige werkwoorden
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Haarlem B1 Code+ Hoofdstuk 9 en onregelmatige werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Het rapport was erg .......... en gaf een eerlijke beoordeling van de situatie.
A
grof
B
objectief
C
controle
D
westelijk

Slide 2 - Quizvraag

Dat ............. is verantwoordelijk voor het onderhouden van oude gebouwen in de regio.
A
omroep
B
paradijs
C
opinie
D
instituut

Slide 3 - Quizvraag

Op school moesten we ............. allemaal goed ..............., anders kregen we straf.
A
ons, gedragen
B
zich, gedraagt
C
zich, gedragen
D
ons, gedraagde

Slide 4 - Quizvraag

Na de zware storm heerste er complete ............ in de stad.
A
systeem
B
snelheid
C
chaos
D
omstandigheid

Slide 5 - Quizvraag

Zijn politieke overtuigingen zijn ................. en gericht op individuele vrijheden.
A
opinie
B
verzuiling
C
sensatie
D
liberaal

Slide 6 - Quizvraag

De resultaten waren ............... en lieten zien hoe goed het team samenwerkte.
A
conservatief
B
glad
C
overleven
D
uitstekend

Slide 7 - Quizvraag

Ondanks de grote verschillen gingen ze op een .......... manier met elkaar om.
A
conservatieve
B
vierkante
C
beschaafde
D
deelnemer

Slide 8 - Quizvraag

Het is belangrijk om deze technieken correct ........ te ......... om optimale resultaten te behalen.
A
aan, vallen
B
toe, passen
C
voor, lezen
D
uit, zending

Slide 9 - Quizvraag

Alle .......... aan de wedstrijd waren vastbesloten om te winnen.
A
tikken
B
deelnemers
C
termen
D
varianten

Slide 10 - Quizvraag

Na jaren van onderdrukking streefden ze ernaar om zichzelf te ..........
A
bevrijden
B
uitbreiden
C
aanvallen
D
loeren

Slide 11 - Quizvraag

Na de wedstrijd ................ de politie meerdere relschoppers ........
A
ont, snappen
B
passen, toe
C
woner, in
D
pakte, op

Slide 12 - Quizvraag

Francis .......... op dezefde dag als zijn vader. (sterven, verleden tijd)

Slide 13 - Open vraag

Criminelen ................. veel dure horloges ................. (stelen, voltooide tijd)

Slide 14 - Open vraag

Eliza .............. haar hoofd tegen de scherpe rand. (stoten, verleden tijd)

Slide 15 - Open vraag

Koningin Maxima en Koning Willem Alexander .............. het paleis binnen. (treden, verleden tijd)

Slide 16 - Open vraag

Deze fontein ................... water ................... tot 2022. (spuiten, voltooide tijd)

Slide 17 - Open vraag

De politie-agenten ............. met enkele getuigen van de beroving. (spreken, verleden tijd)

Slide 18 - Open vraag

.......... je aan die rozen ...........? (ruiken, voltooide tijd)

Slide 19 - Open vraag

De dichters van vroeger ................ vooral over de liefde en over de natuur. (schrijven, verleden tijd)

Slide 20 - Open vraag

Waar nu die flat staat, daar ............... eerst een fabriek ............... (staan, voltooide tijd)

Slide 21 - Open vraag

Ik .............. heel erg ................ van het slechte nieuws. (schrikken, voltooide tijd)

Slide 22 - Open vraag

In hun vorige huis ................ Paul en Paula bijna nooit gasten, omdat het te klein was.(ontvangen, verleden tijd)

Slide 23 - Open vraag

De ouders van Bart ............... drie jaar geleden .................. (scheiden, voltooide tijd)

Slide 24 - Open vraag