Hondenrassen en rasgroepen

Hondenrassen en rasgroepen

IBS Gezelschapsdieren
MBO niveau 2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
HondenkennisBeroepsopleiding

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hondenrassen en rasgroepen

IBS Gezelschapsdieren
MBO niveau 2

Slide 1 - Tekstslide

Hondenrassen en rasgroepen
Erve Hond

Slide 2 - Tekstslide

Rasgroepen
Herdershonden en veedrijvers
Pinchers, schnauzers, molossers en sennenhonden
Terriërs
Dashonden (teckels)
Spitsen en oertypen
Lopende honden en zweethonden
Voorstaande honden
Retrievers, spaniëls en waterhonden
Gezelschapshonden
 Windhonden

Slide 3 - Tekstslide

Rasgroep 1: Herdershonden en veedrijvers
Runderen over grote afstanden drijven (veedrijvers)

Verdedigers van het boerenerf
De hele dag een kudde bijeenhouden

Bearded Collie
Old Englisch Sheepdog (bobtail)
Nederlandse schapendoes
Belgische herdershond (mechelse)
Bouvier des Flandres
Schotse herdershond, langhaar 

Slide 4 - Tekstslide

Rasgroep 2: Pinchers en schnauzers, molossers en zwitserse sennenhonden
Pinschers en schnauzers
Oorsprong: Bewakers van het boerenerf en verdelgers van ongedierte.
Schnauzers veel ruwere vacht als pinschers
Veel temperament, hard en moedig.

Molossers
Oorsprong: vecht- en bewakingshonden
Zwaar beendergestel
Brede schedel, relatief korte voorsnuit
Rustig, moedig en onbevreesd

Slide 5 - Tekstslide

Rasgroep 2: Pinchers en schnauzers, molossers en zwitserse sennenhonden
Zwitserse sennenhonden
Oorsprong: kudde bewaken tegen
aanvallers en erf bewaken.
Relatief zwaar gebouwde dieren
Onverzettelijk en eigenzinnig

Riesenschnauzer
Pyreneese berghond
Rottweiler
Boxer
Bordeaux dog, Engelse bulldog

Slide 6 - Tekstslide

Rasgroep 3: Terriërs 
Oorsprong: verdreven dassen en vossen uit holen tijdens de jacht.
Vroeger staarten couperen: tegen aanvallen van ongedierte / ziektes
Hebben veel moed, temperament en vechtlust
Veel energie
Nogal eens onverdraagzaam tegenover andere honden


Slide 7 - Tekstslide

Kortbenige terriërs  werk onder de grond en in de bergen
Normaalbenige terriërs  jacht op schadelijke roofdieren

Border terriër
Bull terriër
West highland white terriër
American staffordshire terriër
Yorkshire terriër
Jack russel terriër

Slide 8 - Tekstslide

Rasgroep 4: Dashonden (teckels)


Oorsprong: gebruikt voor de jacht onder de grond op dassen en vossen
Zelfstandige en eigenwijze honden
Waaks en vrolijk, kan eigenzinnig worden
Maten:
- Standaard
  (borstomvang van 35 cm en maximaal gewicht van 9 kg)
- Dwerg
  (borstomvang van 30 tot 35 cm en een gewicht van 5 tot 7 kg)
- Kaninchen
  (borstomvang van minder dan 30 cm en een gewicht van ongeveer 4 kg)



Slide 9 - Tekstslide

Haarvariëteiten:
- Gladhaar
- Langhaar
- Ruwhaar
eenkleurig, tweekleurig of gevlekt
Dashond standaard langhaar
Dashond standaard ruwhaar
Dashond standaard korthaar


Slide 10 - Tekstslide

Rasgroep 5: Spitzen en oertypen

Niet gekeken naar het werk, maar naar het uiterlijk.

Spitzen
Aangepast aan zeer koude weeromstandigheden:
- Kleine, staande oren
- Dicht uitstaande en dubbele vacht
- Krulstaart

Oertypen
Halfwindehonden
- Grote rechtopstaande oren
- hoge en ranke lichaam
Typische manier van werken (jachthonden die zowel hun
 zicht als neus gebruiken)

















  • Akita
  • Keeshond groot, klein en dwerg
  • Siberian husky
  • Samojeed
  • Basenji

Slide 11 - Tekstslide

Rasgroep 6: Lopende honden en zweethonden

Behoren tot de brakken
  --> hebben lange hangende oren, een goede neus en een
     groot uithoudingsvermogen.

Lopende honden
Achtervolgen het wild om het zelf te overmeesteren of om het op de plaats te houden.
Jagen met de neus aan de grond en volgen, voortdurend blaffend, het spoor. Meestal in een meute.

Zweethonden
Speuren aangeschoten wild op door hun spoor te volgen
--> het ‘zweet’ = het bloedspoor dat door het aangeschoten       en opgejaagde wild wordt achtergelaten


















  • Bassethound
  • Beagle
  • Bloedhond
  • Dalmatische hond
  • Rhodesian ridgeback

Slide 12 - Tekstslide

Rasgroep 7: Staande honden
Jachthonden die jagen onder het geweer.

Als ze het wild ruiken jagen ze het niet op, 
- blijven erbij stilstaan (voorstaan)
- op bevel opstoten 
- apporteren wild (ophalen).


Heidewachtel
Duitse staande hond
Drentsche patrijshond
Weimaraner
Ierse setter

Slide 13 - Tekstslide

Rasgroep 8: Retrievers, spaniëls en waterhonden
Werken onder het geweer met de jager
Specialisten in apporteren van geschoten wild.
Waterhonden
Jacht op gevogelte in of langs het water
    
Golden retriever
Labrador retriever
Flatcoated retriever
Nova scotia duck tolling retriever
Amerikaanse cocker spaniël

Slide 14 - Tekstslide

Rasgroep 9: Gezelschapshonden

Kleine vertegenwoordigers uit andere rasgroepen
Beschouwd als gezelschapsdier.
Sommige van oorsprong wel duidelijke werkfunctie, maar nu niet meer.

Cavalier king charles spaniël
Chihuahua
Chinese naakthond
Poedel groot, middel en dwerg
Franse bulldog


Slide 15 - Tekstslide

Rasgroep 10: Windhonden




 

Gebouwd op snelheid: hoogbenig en slank lichaam met een vloeiend en veerkrachtig gangwerk
Onafhankelijk en terughoudend karakter
Rustig in huis, maar fel en moedig tijdens de jacht
Jagen op zicht (op hazen, gazellen, herten en wolven)











Afghaanse windhond
Barsoi
Ierse wolfshond
Greyhound

Slide 16 - Tekstslide