Werkwoordspellingquiz

Welkom!
Oefenen met werkwoordspelling

Ik kan bepalen hoe ik het werkwoord correct spel. 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Oefenen met werkwoordspelling

Ik kan bepalen hoe ik het werkwoord correct spel. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat bepaal je altijd eerst? Je kijkt of het een .......... is.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Quizvraag

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 3 - Open vraag

Welke persoonsvormen staan in deze samengestelde zin?

Gisteren wilde ik op tijd in de les zijn, maar ik kon mijn kluisje niet open krijgen.

Slide 4 - Open vraag

In deze zin staat een infinitief:

Ga jij met kerst ook gourmetten?
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in.

......... (vinden) jij dat ook belangrijk?
A
vindt
B
vind
C
vint
D
vinden

Slide 6 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in.

......... (beoordelen) je trainer jou altijd zo?
A
beoordeel
B
beoordeeld
C
beoordeelt
D
beoordeeldt

Slide 7 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Hij vond het verschrikkelijk, ook al had je dat niet zo ..............
A
bedoeldt
B
bedoelt
C
bedoeld

Slide 8 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Mijn moeder zegt dat de toon van mijn vader nooit overeenkomt met wat hij .............. te zeggen
A
bedoeldt
B
bedoelt
C
bedoeld

Slide 9 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Als ik jou morgen pas ..........., vind je dat dan oké?
A
antwoordt
B
antwoort
C
antwoord

Slide 10 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Mijn vader heeft de telefoon na de hackpoging heel lang niet meer ...................
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord

Slide 11 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

De leerling wil graag dat die docent zo snel mogelijk zijn vraag ...........................
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord

Slide 12 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Haha, ik zei 1 januari dat ik al sinds vorig jaar niet meer had .............. en iedereen lag in een deuk.
A
gedouchd
B
gedoucht

Slide 13 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Het SO van vandaag heb ik echt compleet ................
A
gerockt!
B
gerockd!
C
gerocket!
D
gerocked!

Slide 14 - Quizvraag

Welke onderdelen van werkwoordspelling vind jij nog lastig?

Slide 15 - Open vraag

Wat moet je nog goed gaan oefenen?

Slide 16 - Open vraag