Pesten versus Plagen: Wat is het verschil?

Pesten versus Plagen: Wat is het verschil?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pesten versus Plagen: Wat is het verschil?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les zul je het verschil tussen pesten en plagen begrijpen en weten hoe je kunt reageren op pestgedrag.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over pesten en plagen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Pesten versus Plagen
Pesten is herhaaldelijk en opzettelijk gedrag gericht op iemand kwetsen, terwijl plagen vaak licht en speels is, zonder de intentie om schade toe te brengen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van pesten
Fysiek, verbaal, relationeel en cyberpesten zijn verschillende vormen van pesten die schadelijk kunnen zijn voor slachtoffers.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van plagen
Plagen kan bestaan uit grappen, lichte kietelingen, en speelse opmerkingen die niet bedoeld zijn om pijn te doen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Effecten op slachtoffers
Pesten kan leiden tot angst, depressie, een laag zelfbeeld en andere negatieve gevolgen voor slachtoffers.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Effecten op getuigen
Getuigen van pesten kunnen zich schuldig, hulpeloos of bang voelen, en het kan hun gevoel van veiligheid op school beïnvloeden.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulp voor slachtoffers
Slachtoffers moeten weten dat ze hulp kunnen zoeken bij vertrouwenspersonen, leerkrachten of ouders en dat ze niet alleen staan.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ingrijpen bij pesten
Het is belangrijk om niet toe te kijken als iemand wordt gepest. Bied steun aan het slachtoffer en meld het voorval bij een volwassene.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.