In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Programmeren in Kotlin op Android Studio
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je Kotlin-codes schrijven en uitvoeren op Android Studio.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer de leerdoelen van de les en benadruk het belang ervan.
Wat weet je al over programmeren in Kotlin op Android Studio?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is Kotlin?
Kotlin is een programmeertaal die op Java is gebaseerd en speciaal is ontwikkeld voor Android-app-ontwikkeling.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat Kotlin is en waarom het nuttig is voor Android-ontwikkeling.
Android Studio
Android Studio is de officiële IDE voor Android-ontwikkeling en biedt een scala aan functies om de ontwikkeling te verbeteren.
Slide 5 - Tekstslide
Beschrijf kort wat Android Studio is en waarom het belangrijk is voor Android-ontwikkeling.
Installatie van Android Studio
Om te beginnen, download en installeer je Android Studio op je computer.
Slide 6 - Tekstslide
Geef instructies over hoe je Android Studio kunt downloaden en installeren.
Een nieuw project maken
Maak een nieuw project aan in Android Studio en selecteer Kotlin als de programmeertaal.
Slide 7 - Tekstslide
Laat de studenten zien hoe ze een nieuw project kunnen maken en de programmeertaal kunnen selecteren.
De basisprincipes van Kotlin
Kotlin is gebaseerd op Java en de basisprincipes van de twee talen zijn vergelijkbaar: variabelen, datatypen, voorwaardelijke verklaringen en lussen.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit dat de basisprincipes van Kotlin en Java vergelijkbaar zijn en geef een overzicht van deze basisprincipes.
Variabelen en datatypen
Kotlin ondersteunt verschillende datatypen, zoals Int, Float, Double en String. Variabelen kunnen worden gedeclareerd met 'var' of 'val'.
Slide 9 - Tekstslide
Beschrijf de verschillende datatypen die beschikbaar zijn in Kotlin en hoe variabelen kunnen worden gedeclareerd.
Voorwaardelijke verklaringen
Kotlin ondersteunt if-else en when-expressies voor voorwaardelijke verklaringen.
Slide 10 - Tekstslide
Laat de studenten zien hoe ze if-else en when-expressies kunnen gebruiken voor voorwaardelijke verklaringen.
Lussen
Kotlin ondersteunt verschillende soorten lussen, zoals for en while.
Slide 11 - Tekstslide
Laat de studenten zien hoe ze for- en while-lussen kunnen gebruiken.
Functies
Kotlin ondersteunt functies, die kunnen worden gedefinieerd met de 'fun' sleutelwoord.
Slide 12 - Tekstslide
Leg uit wat functies zijn en hoe ze kunnen worden gedefinieerd in Kotlin.
Kotlin-classes
Kotlin ondersteunt ook classes, die kunnen worden gedefinieerd met de 'class' sleutelwoord.
Slide 13 - Tekstslide
Beschrijf wat classes zijn en hoe ze worden gedefinieerd in Kotlin.
Applicatieontwikkeling
Nu je de basisprincipes van Kotlin kent, kun je beginnen met het schrijven van code voor Android-applicaties.
Slide 14 - Tekstslide
Introduceer het idee van applicatieontwikkeling met Kotlin en benadruk het belang van de basisprincipes.
Voorbeeldapplicatie
Laten we een eenvoudige applicatie bouwen die een tekstvak en een knop bevat. Wanneer de knop wordt ingedrukt, wordt de tekst van het tekstvak weergegeven in een dialoogvenster.
Slide 15 - Tekstslide
Laat de studenten zien hoe ze deze eenvoudige applicatie kunnen bouwen en hoe ze de basisprincipes van Kotlin kunnen toepassen.
Testen en uitvoeren
Test en voer de applicatie uit op een emulator of op een fysiek apparaat.
Slide 16 - Tekstslide
Laat de studenten zien hoe ze de applicatie kunnen testen en uitvoeren op een emulator of op een fysiek apparaat.
Samenvatting
Kotlin is een krachtige programmeertaal voor Android-ontwikkeling en Android Studio biedt een scala aan functies om de ontwikkeling te verbeteren. Met de basisprincipes van Kotlin kunt u beginnen met het schrijven van uw eigen Android-applicaties.
Slide 17 - Tekstslide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk het belang van het begrijpen van de basisprincipes van Kotlin voor applicatieontwikkeling.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 18 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 19 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 20 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.