Tekening lezen: introductie (aangepast)

Tekening lezen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Algemene bouwkundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Tekening lezen

Slide 1 - Tekstslide

Tekening lezen: inleiding
Bouwen doe je met verschillende partijen (opdrachtgever, ontwikkelaar, architect, aannemer, constructeur, adviseur, gemeente en dergelijke)

Een project kan alleen met een goed resultaat worden afgerond als er goede informatie wordt gedeeld en heldere instructies worden gegeven.
In de (bouw)techniek wordt veel gebruik gemaakt van technische tekeningen om anderen te informeren
Een technische tekening is daarom wel een belangrijk communicatiemiddel

Slide 2 - Tekstslide

Tekening lezen: inleiding

Omdat er veel partijen aan deze tekeningen  (of het Bim-model "building information model") werken is het van belang dat deze tekeningen voldoen aan een aantal eisen EN dat iedereen die aan deze tekeningen werken deze eisen kennen.
Kortom  als bouwkundige en uitvoerder moet je :
technisch kunnen tekenen en tekeningen kunnen lezen.

Slide 3 - Tekstslide

Tekening lezen: kern
Papierformaten

Slide 4 - Tekstslide

Tekening lezen: kern
Kader en Stempel
Binnen het kader tekenen
Tekeningen opgevouwen
bewaren

Op stempel aflezen waar
de tekening over gaat

Slide 5 - Tekstslide

Tekening lezen: kern
Schaal

Afhankelijk van project en
projectgrootte, afhanke-
lijk wat je duidelijk wilt 
maken
1:1      detailtekeningen
(1:2)   detailtekeningen
1:5      detailtekeningen
1:10    bouwdelen (balkon, kozijn etc)
1:20   bouwdelen, uitvoeringstek,
1:50   uitvoeringstekeningen
1:100 vo-, do-, ba en bestektek.
1:200 overzicht, presentatietek.
1:500 situatietek.

Slide 6 - Tekstslide

Schaal: Plattegronden
Op een plattegrond kan je afstanden meten en berekenen, maar bijvoorbeeld ook de weg wijzen. 

Vaak staat er daarom een kompasroos aangegeven welke aangeeft wat het Noorden is. 

Wanneer je bij een opdracht de route moet uitschrijven, moet je dus altijd aangeven in welke richting je in het begin moet uitlopen. 

Slide 7 - Tekstslide

Schaal en schaallijn
Een tekening op schaal is een verkleinde weergave van de werkelijkheid. 

Bij 1:50 is alles in werkelijk eenmaal zo groot. 
1 cm op de tekening is dus 50 cm in werkelijkheid. 

Slide 8 - Tekstslide

Tekening lezen: kern
Pen dikte
"hoe zwaarder het materiaal 
hoe dikker de pen."

Arceringen dun, kader en 
stempel dikker.
het is ook afhankelijk van
de schaal.
0p basis van de rotring pennen:
rood dikte 0,18 mm
geel dikte 0,25 mm
groen dikte 0,35 mm
bruin dikte 0.5 mm
blauw dikte 0,7 mm
wit       dikte 1,0 mm
cad programma
instellingen

Slide 9 - Tekstslide

Tekening lezen: kern
Renvooi
Symbolen: de taal van de
tekening benoemen.

Vaak boven het stempel
symbolen zelfde schaal
als tekenwerk
verschillende soorten renvooi

Slide 10 - Tekstslide

tekening lezen: kern
Arceringen
Niet apart vermelden,
wel goed gebruiken.
Ook in verschillende
schalen.

verschil tussen
arcering en renvooi

Slide 11 - Tekstslide

Tekening lezen: kern
Stramienen
Verschillende redenen.
Kan uitgangspunt maar
ook gevolg zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Aanzichten en doorsneden
Een voorwerp of gebouw heeft verschillende aanzichten. Een vooraanzicht, een bovenaanzicht, een achteraanzicht, een rechterzijaanzicht, een linkerzijaanzicht en een onderaanzicht

Slide 13 - Tekstslide

Doorsnede
Een doorsnede is letterlijk een bepaald figuur doormidden gesneden. 
Door het doormidden snijden van een figuur, kan een figuur een andere vorm krijgen vanuit een bepaald aanzicht. 

Om te bepalen welke vorm, moet je de ruimtelijke en vlakke figuren kennen. 

Slide 14 - Tekstslide