T2 B2 1HV

B2 Organen van planten
  • Jas in je kluis
  • Spullen op tafel
       Laptop/Leerwerkboek
       Schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 94 t/m 97
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt de bouw en functie van wortels, stengels en bladeren beschrijven.
  • Je kunt orgaanstelsels van een plant noemen
Huiswerk T2 B2
Opdr. 1 t/m 8, 5k
OF uitdaging
Opdr. 4 t/m 10, 5k

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

B2 Organen van planten
  • Jas in je kluis
  • Spullen op tafel
       Laptop/Leerwerkboek
       Schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 94 t/m 97
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt de bouw en functie van wortels, stengels en bladeren beschrijven.
  • Je kunt orgaanstelsels van een plant noemen
Huiswerk T2 B2
Opdr. 1 t/m 8, 5k
OF uitdaging
Opdr. 4 t/m 10, 5k

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf
Beloningen
+1 cm2 spiekbriefje = Je mag een spiekbriefje maken voor een toets. Deze begint 1 bij 1 cm groot, per keer dat je dit verdient wordt dat 1 cm meer, tot een max van 4 bij 4 cm groot.
1/3 +0.5 = Als je deze 3 keer verdiend mag je 0,5 optellen bij een biologiecijfer naar keuze.
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd. Je krijgt zelf 2 V's (3 V's levert een 1/3 +0,5 op)
Helaas = Je krijgt maar 1 V.
Straffen
45 min bijwerken= Na school kom je huiswerk maken, dit duurt 45 min of totdat je opgegeven taak af is.
Kleurplaat = Je kiest een kleurplaat, deze kleur je in en je maakt de opdracht die erbij hoort. De eerstvolgende les moet je deze inleveren. niet gedaan is 2 kruisjes.
2/1 kruisjes = Een kruisjes is een X, als je hier 3 van hebt, krijg je automatisch de 45 min bijwerken
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd.
Niks! = Je krijgt geen straf

Slide 2 - Tekstslide

Bij bonen kom je zaadlobben tegen.
Wat doen deze zaadlobben tijdens het groeien van de jonge plant?
A
Ze veranderen in bladeren
B
Ze geven reservevoedsel en veranderen daarna in bladeren
C
Ze vallen af
D
Ze geven reservevoedsel en vallen daarna af

Slide 3 - Quizvraag

Op een bepaald moment komen er vruchten aan een plant.
Waar komen deze vandaan?
A
Het waren eerst bloemen
B
Het waren eerst bladeren
C
Ze groeien uit een knop
D
Het was eerst een deel van de stengel

Slide 4 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je een ..
A
Organisme
B
Orgaan
C
Orgaanstelsel
D
Cel

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de definitie van het woord: orgaan

Slide 6 - Open vraag

Welke plantenorganen kun je bedenken?

Slide 7 - Woordweb

Wortels bouw

  • Wortelstelsel = alle wortels bij elkaar
  • Hoofdwortel met zijwortels
  • Wortelharen > nemen stoffen op
            -erg gevoelig
            -erg klein
Het wortelstelsel is een orgaanstelsel van een plant, het bestaat namelijk uit alle wortels (zijn organen)
!

Slide 8 - Tekstslide

Functies van wortels
  • Opnemen water & voedingsstoffen
  • Plant vastzetten
  • Reservevoedsel opslaan
Wortels die wij eten, zijn gezond omdat de plant (waar ze deel van waren) er veel reservestoffen in heeft opgeslagen. 
Die kunnen wij gebruiken als we hem opeten.
Als een wortel dik is, is dat vaak omdat er veel reservevoedsel in is opgeslagen
Andere voorbeelden: aardappels, bieten
Bij deze boom kun je duidelijk zien hoe wortels de plant stevig in de grond zetten. Doordat er veel wortels zijn die sterk verspreid zijn, zit de plant goed vast. 
Je kunt ook zeggen dat wortels de plant verankeren.
Het opnemen gebeurt alleen in de wortelharen!
Als deze kapot gaan, moet de plant snel nieuwe aanmaken anders kan het dus geen water en voedingstoffen opnemen met zijn wortels.

Slide 9 - Tekstslide

2

Slide 10 - Video

00:23-00:28
Hoofdwortel

Slide 11 - Tekstslide

00:44-00:49
Wortelharen >

Slide 12 - Tekstslide

Welke taak wordt door elke/alle wortels (van een plant) uitgevoerd?

A
Stevig in de grond
B
Water opnemen
C
Reservevoedsel opslaan
D
Ze worden altijd allemaal uitgevoerd

Slide 13 - Quizvraag


Kruidachtig
  • Stevig door water
  • Slap zonder water

Houtachtig
  • Stevig door hout
Stengels bouw
Veel planten hebben een combinatie van houtachtige en kruidachtige stengels.
Op de afbeelding zie je dit goed: 
Deze plant heeft te lang geen water gehad. 
Zijn bladeren en de stengels waar deze aanzitten zijn gaan hangen.
De tak waar alles aan vastzit is houtachtig en blijft stevig.
Vooral bij kruiden: gras, bloemen, kleine planten
Vooral bij bomen en struiken.

Slide 14 - Tekstslide

Taken Stengels
  1. Transport van stoffen
  2. Stevigheid
Vaten in de stengels zorgen voor vervoer van allerlei stoffen, 
bijvoorbeeld:
  • Door stengels word water naar de bladeren vervoerd.
  • Door stengels wordt glucose naar de andere delen van de plant vervoerd.

Stengels houden een plant overeind. 
Een aantal voordelen:
  • Bladeren kunnen makkelijker licht opvangen
  • De plant is minder vatbaar
Vatenstelsel
Alle vaten van de plant samen noem je het vatenstelsel. Dat is een van de orgaanstelsels van een plant
!

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de functie van een blad?
(1 woord)

Slide 16 - Open vraag

Bouw van een Blad
Bladschijf
Zijnerf
Bladmoes
Bladsteel
Hoofdnerf

Slide 17 - Sleepvraag

Ga aan de slag met: T2 B2
  • Blz. 94 t/m 102
  • Opdr. 1 t/m 8, 5k 
OF uitdaging
  • Opdr. 4 t/m 10, 5k

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 18 - Tekstslide

Ga aan de slag met: T2 B2
  • Blz. 94 t/m 102
  • Opdr. 1 t/m 8, 5k
OF uitdaging
  • Opdr. 4 t/m 10, 5k

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 19 - Tekstslide

Opruimdienst
Elke les 3 andere leerlingen
  • Tafels: recht en leeg
  • Stoelen: aangeschoven OF eind dag: op de tafels
  • Vloer: geen afval

Slide 20 - Tekstslide