Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoorden

Good Morning

Take your seat
​​
Get your workbook, schrift and pen out
​​
Do Now:  Wait for Roll Call
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Good Morning

Take your seat
​​
Get your workbook, schrift and pen out
​​
Do Now:  Wait for Roll Call

Slide 1 - Tekstslide

Roll Call

Persoonlijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden

Oefeningen

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les
*ken je de Engelse persoonlijke voornaamwoorden
* ken je de Engelse bezittelijke voornaamwoorden
* kun je deze op een goede manier in een zin gebruiken
*

Slide 3 - Tekstslide


Personal Pronouns

Persoonlijke Voornaamwoorden

Slide 4 - Tekstslide

What personal pronouns do you know?

Slide 5 - Woordweb

Demonstrative (aanwijzende) pronouns
    Write in your notebook (schrift):

onderwerp / subject
          Ik          =       I
           ij          =      You
         Hij         =      He
          Zij         =     She
          Het       =     It
         Wij         =    We
          Jullie    =    You
           Zij         =    They

Slide 6 - Tekstslide

Exercise 1
Choose the correct personal pronoun
Kies de juiste persoonlijke voornaamwoord

Multiple Choice

Slide 7 - Tekstslide

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
Susan
A
he
B
we
C
you
D
she

Slide 8 - Quizvraag

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
dog
A
he
B
it
C
you
D
I

Slide 9 - Quizvraag

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
my friends and I
A
I
B
they
C
we
D
you

Slide 10 - Quizvraag

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
my teachers
A
you
B
we
C
I
D
they

Slide 11 - Quizvraag

This is Jonah, (wij) like him a lot.
A
we,
B
they
C
us
D
you

Slide 12 - Quizvraag

What do (jullie) want from us?
A
she
B
they
C
you
D
your

Slide 13 - Quizvraag

This is Karin, (zij) likes football.
A
they
B
she
C
her
D
he

Slide 14 - Quizvraag

Do you see those two boys? (Zij) are up to no good.
A
she
B
they
C
him
D
them

Slide 15 - Quizvraag

(hij) gave her a pretty flower.
A
him
B
he
C
her
D
him

Slide 16 - Quizvraag

Well done!


Slide 17 - Tekstslide

     Do:     
             Exercises 5 and 6
                        on p.14

                   NO TALKING
 

Slide 18 - Tekstslide


Possessive Pronouns
Bezittelijke Voornaamwoorden

Slide 19 - Tekstslide

What possessive pronouns do you know?

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Video

Aantekening:
my = mijn
your = jouw
his = zijn
her = haar
its = van het
our = ons/onze
your = van jullie
their = hun

Slide 22 - Tekstslide

Aantekening: bezittelijke vnw
I have a book - it's my book
you have a book - it's your book
he has a book - it's his book
she has a book - it's her book
it has a book - it's its book
we have a book - it's our book
you have a book - it's your book
they have a book - it's their book

Slide 23 - Tekstslide

Exercise 2
Choose the correct possessive pronoun
Kies de juiste bezittelijke voornaamwoord

Multiple Choice

Slide 24 - Tekstslide

Peter has a car. It's ... car.
A
my
B
your
C
his
D
her

Slide 25 - Quizvraag

You have a house. It's ... house
A
my
B
your
C
his
D
its

Slide 26 - Quizvraag

We have a dog. It's ... dog.
A
my
B
your
C
their
D
our

Slide 27 - Quizvraag

They have a cat. It's ... cat
A
our
B
my
C
their
D
your

Slide 28 - Quizvraag

I have a laptop. It's ... laptop
A
your
B
their
C
our
D
my

Slide 29 - Quizvraag

Chad and Mike have a sister.
It's ... sister
A
his
B
her
C
our
D
their

Slide 30 - Quizvraag

Fred and I have a bike.
It's ... bike
A
my
B
our
C
their
D
his

Slide 31 - Quizvraag

Mary has a bike. It's ............... bike.
A
she
B
his
C
my
D
her

Slide 32 - Quizvraag

Peter and John have a cat. It's .... cat.
A
my
B
his
C
their
D
our

Slide 33 - Quizvraag

Jack and I have a house. It's ..... house.
A
their
B
our
C
his
D
my

Slide 34 - Quizvraag

The dog has a bone. It's ..... bone.
A
its
B
my
C
their
D
your

Slide 35 - Quizvraag

Op de volgende pagina's zie je websites. Doe de oefeningen op deze sites. Daarna geef je op de laatste dia (snap je het?) aan of je dit goed kunt, of dat je het nog lastig vindt.
Succes!

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link

Slide 38 - Link

Slide 39 - Link

     Do:     
             Exercises 9 and 10
                  on p.15 and 16

                    NO TALKING
 

Slide 40 - Tekstslide

Ging het goed? Of vond je het juist lastig? Vertel dat hieronder

Slide 41 - Open vraag

(Bente, Davina, Julian) - Clean the tables


Put your materials away​

Stay seated until the bell rings

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide