In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
READING + Listening
Go to page 65 TB
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
flavour
Slide 3 - Woordweb
important
Slide 4 - Woordweb
factory
Slide 5 - Woordweb
to carry
Slide 6 - Woordweb
to enjoy
Slide 7 - Woordweb
to hold on
Slide 8 - Woordweb
geography
Slide 9 - Woordweb
Leesstrategiën
Titel, plaatjes, tussenkopjes
Wat weet ik van het onderwerp?
Globaal lezen
Intensief lezen
Vragen maken (in welke alinea moet het antwoord staan?)
Slide 10 - Tekstslide
Fudge wordt gemaakt van suiker, boter en .....
A
melk
B
water
Slide 11 - Quizvraag
Vaak worden er .................. doorheen gedaan.
A
noten
B
chocola
Slide 12 - Quizvraag
Het snoepje is per ongeluk ontdekt. Een Amerikaans meisje wilde ........................ maken, maar ze maakt per ongeluk fudge.
A
karamel
B
toffee
Slide 13 - Quizvraag
Fudge is erg populair in ....................
A
Engeland
B
Amerika
Slide 14 - Quizvraag
Een 18 jarig meisje genaamd Abby heeft sinds kort haar eigen ............
A
toffee-winkel
B
fudge-winkel
Slide 15 - Quizvraag
Ze is de winkel gestart omdat er nog geen dergelijke winkel was in haar woonplaats. In het begin kreeg ze .......................... van een professionele fudge-maker, maar inmiddels maakt ze zelf 200 soorten fudge.
A
les
B
hulp
Slide 16 - Quizvraag
Abby krijgt vaak ideeën voor een nieuwe smaak van haar....................
A
familie
B
klanten
Slide 17 - Quizvraag
De fudge met ......................... verkoopt Abby het meest.
A
pindakaassmaak
B
chocoladesmaak
Slide 18 - Quizvraag
Fudge is een typisch Engels soort snoep
A
waar
B
nietwaar
Slide 19 - Quizvraag
Het snoepgoed is ontdekt tijdens een kookles.
A
waar
B
nietwaar
Slide 20 - Quizvraag
De winkel van Abby is nog maar drie maanden open.
A
waar
B
nietwaar
Slide 21 - Quizvraag
Abby gebruikt alleen maar recepten die ze gekregen heeft van een professionele fudge-maker.
A
waar
B
nietwaar
Slide 22 - Quizvraag
Abby vindt zelf de pindakaas-fudge het lekkerst
A
waar
B
nietwaar
Slide 23 - Quizvraag
Abby heeft altijd voldoende voorraad.
A
waar
B
nietwaar
Slide 24 - Quizvraag
Mensen mogen de winkel van Abby alleen uit als ze een stukje fudge hebben gekocht.
A
waar
B
nietwaar
Slide 25 - Quizvraag
De Engelse fudge is hetzelfde als de Amerikaanse fudge.