3.2 Warmtetransport door wind (deel 1)

3.2 Warmtetransport door wind en zeestromen

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Warmtetransport door wind en zeestromen

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Wat is de link tussen de illustraties en de vorige les?
Kan je de illustraties uitleggen?  
bekijk je aantekeningen  
Illustratie 1
Illustratie 2
Illustratie 3

Slide 2 - Tekstslide

Waar is de albedo het grootst?
Regel = hoe lichter een oppervlak, hoe groter de albedo (hor meer straling wordt weerkaatst)

Slide 3 - Tekstslide

Regel = hoe lager de breedte, hoe hoger de temperatuur

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
  • het verschil tussen hoge- en lageluchtdruk benoemen

  • de luchtdrukverschillen en verschillende winden tekenen in de aarde en uitleggen waarom ze daar voorkomen.

  • uitleggen hoe moessons ontstaan door het verschuiven van de ITCZ

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Stralingsbalans
De warmte van de evenaar wordt via wind en water getransporteerd.

Slide 9 - Tekstslide

Wind
  • Wind is de verplaatsing van lucht.
  • Dat gebeurt door verschillen in luchtdruk. 
Onthouden
  • evenaar = warm = stijgende lucht (L) 
  • H = droog lucht, zonnig , warm of erg koud 

Slide 10 - Tekstslide

Teken een aardbol, & zet er lage '-'
 en hogedrukgebieden '+' in

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

7

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

01:10
Nu gaan we er 'cellen' bij tekenen. 

Let eerst goed op het filmpje. 

Slide 15 - Tekstslide

01:37

Slide 16 - Tekstslide

01:37
Windstromen
Wetten van Buys Ballot








Let op:
niet in een rechte lijn, maar met een afwijking

Slide 17 - Tekstslide

02:07
Schrijf op:
2 wetten van Buys Ballot:

  • Wind waait altijd van HOOG naar LAAG

  • Op het noordelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar rechts, op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links.
    (Met de wind in de rug)


Slide 18 - Tekstslide

02:25
Zet de windrichtingen erin voor het zuidelijk halfrond
2 wetten van Buys Ballot:

  • wind waait altijd van HOOG naar LAAG

  • Op het noordelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar rechts, op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links.
    (Met de wind in de rug). 


Slide 19 - Tekstslide

Coriolis effect
  • Aarde draait van west naar oost, het snelst bij de evenaar
  • Afwijking naar rechts op noordelijk halfrond, afwijking naar links op zuidelijk halfrond

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Zelfstandig werken 
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide


Nog een paar belangrijke begrippen toevoegen...



              ITCZ = waar de zon loodrecht op de aarde schijnt. Dus deze plek verandert door het jaar heen, naar het noorden als wij zomer hebben, naar het zuiden als het daar zomer (en hier dus winter) is





ITCZ
De intertropische convergentie zone is het equatoriaal minimum (het lagedrukgebied bij de evenaar). Dit is de plek waar de zon loodrecht op de aarde schijnt. 
Noordoostpassaat
Wind die het hele jaar vanaf de subtropische hogedrukgebieden naar de evenaar waait. 
zuidoostpassaat
Wind die het hele jaar vanaf de subtropische hogedrukgebieden naar de evenaar waait. 
Westenwinden
Westenwinden
Poolwinden
Poolwinden

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Wanneer is het passaat en wanneer moesson?

Slide 32 - Tekstslide

moesson
zuidwest
moesson
Noorwest

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Wind waait altijd naar
A
de evenaar
B
naar het ITCZ= lage druk
C
naar het hoge druk gebied
D
naar het ITCZ= hoge druk

Slide 35 - Quizvraag

De ITCZ is een zone met...
A
hoge luchtdruk
B
lage luchtdruk

Slide 36 - Quizvraag

De ITCZ bevindt zich altijd tussen
A
30 N.B. en 30 Z.B.
B
23,5 N.B. en 23,5 Z.B.
C
90 N.B. en 90 Z.B.
D
30 N.B. en 23,5 Z.B.

Slide 37 - Quizvraag

De intertropische convergentiezone of kortweg de ITCZ is een ...
A
Hogedrukgebied met veel neerslag
B
Hogedrukgebied zonder neerslag
C
Lagedrukgebied met veel neerslag
D
Lagedrukgebied zonder neerslag

Slide 38 - Quizvraag

Wat is wind?

Slide 39 - Open vraag

Wat zegt de Wet van Buys Ballot ?

Slide 40 - Open vraag

Waardoor verschuift de ITCZ in juli naar het noorden en in januari naar het zuiden (blijft niet op de evenaar hangen)?

Slide 41 - Open vraag

De ITCZ is geen recht lijn. Op de continenten verschuift de ITCZ meer naar het noorden (of Zuiden). Beredeneer waarom is dat zo?

Slide 42 - Open vraag

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
  • het verschil tussen hoge- en lageluchtdruk benoemen

  • de luchtdrukverschillen en verschillende winden tekenen in de aarde en uitleggen waarom ze daar voorkomen.

  • uitleggen hoe moessons ontstaan door het verschuiven van de ITCZ

Slide 43 - Tekstslide

Zelfstandig werken 

Maken van par. 3.2: opdrachten 
5,6,7bc
timer
10:00

Slide 44 - Tekstslide

Hoe noem je de winden van 30 graden breedte naar de evenaar?
Passaten
Waarom een L bij de evenaar?
Warmt = opstijgende lucht
Waarom zakt de lucht van de evenaar rond de 30 graden breedte?
De warme lucht stijgt op  bij de evenaar en gaat hoog in de lucht opzoek naar een lage luchtdrukgebied. Hoog in de lucht koelt hij af, dan gaat hij dalen. Zo ontstaat een hoge drukgebied. 
Waarom verschuift de ITCZ?
Omdat de aarde schuin op z'n as staat, komt de zon niet altijd loodrecht op de evenaar. De ITCZ is het gebied waar de zon loodrecht binnenkomt. 

Slide 45 - Tekstslide

01:37
Windcirculaties

Slide 46 - Tekstslide

01:37

Slide 47 - Tekstslide

Woordenboek
Vul je persoonlijke woordenboek aan met de 
woorden die je nog niet kent:
Weer
Klimaat
Stralingsbalans
Invalshoek zon
Luchtdruk
Neerslag
Moesson
(aanlandige)wind
Buys Ballot
Corioliseffect
Passaat
ITCZ
Oceanische circulatie
Köppen

Slide 48 - Tekstslide