Probleemgedrag bij honden

Probleem gedrag Hond
leerdoel 9.1 en 9.3
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Probleem gedrag Hond
leerdoel 9.1 en 9.3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
9.1 Je kunt gedragsmatige afwijkingen bij honden en/of katten herkennen.

9.3 Je kunt de oorzaken benoemen van veel voorkomende gedragsproblemen bij de hond

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
  • Voorkennis 
  • Angst
  • Agressie
  • Compulsief gedrag
  • Cognitieve dysfunctie
  • Onzindelijkheid
  • Verlatingsangst
  • Opdracht
  • Quiz


Slide 3 - Tekstslide

  • Zekere agressie
Geen spanningssignalen, Hoge houding, Oren naar voren, Volle beet (vaak richting keel), Tanden zichtbaar-kiezen niet
  • Onzekere agressie
Wisselende houding, staart en oren, Spanningssignalen aanwezig
  • Angst agressie
Lage houding en staart, Oren naar achteren, Beet afwisselend naar voren en naar achteren, Tanden en kiezen zichtbaar, Spanningssignalen
  • Predator agressie
Weinig spanningssignalen, Verstarren, Snuffellen, Tongel om te “proeven”, Tale Drop
  • Territoriale agressie
  • Bezit agressie
Hoe ontstaat gedrag?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat klassieke conditionering is?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat operante conditionering is

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke oorzaken van probleemgedrag kunnen jullie benoemen?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken probleemgedrag

Slide 8 - Tekstslide

  • Zekere agressie
Geen spanningssignalen, Hoge houding, Oren naar voren, Volle beet (vaak richting keel), Tanden zichtbaar-kiezen niet
  • Onzekere agressie
Wisselende houding, staart en oren, Spanningssignalen aanwezig
  • Angst agressie
Lage houding en staart, Oren naar achteren, Beet afwisselend naar voren en naar achteren, Tanden en kiezen zichtbaar, Spanningssignalen
  • Predator agressie
Weinig spanningssignalen, Verstarren, Snuffellen, Tongel om te “proeven”, Tale Drop
  • Territoriale agressie
  • Bezit agressie
Angst
  • Gevoel van onveiligheid of dreiging in bepaalde situaties, vaak zichtbaar in lichaamshouding en gedrag.

  • Het is een veelvoorkomend gedragsprobleem

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herkenning van angst bij 
Lichaamshouding:
lage lichaamshouding, een lage staart,de oren naar achteren gericht, grote pupillen. 


Angst- en stresssignalen:
gapen, slikken, speekselen, hijgen, knipperen met ogen, blaffen, onrustig gedrag en urine laten lopen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke mogelijke oorzaken van angst zijn er

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van angst
  • Onvoldoende/onnauwkeurige socialisatie
  • Traumatische ervaring
  • Verkeerde aanpak van gedragsproblemen
  • Onvoorspelbaar gedrag van de eigenaar
  • Verandering van omgeving en structuur
  • Medische oorzaken
  • Genetische oorzaken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reactie op angst
Fight or flight
  • Vluchten: proberen te ontsnappen of vermijden, wegkruipen, zich verstoppen of fysiek wegrennen van een angstige situatie.
  • Angst agressie: dreigend gedrag vertonen zoals grommen, tanden laten zien of zelfs bijten als een vorm van zelfverdediging.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agressie
Gedrag dat een hond vertoont met de intentie om aan te vallen of te dreigen met aanvallen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herkenning van agressie
Dreiggedrag valt ook onder agressie en kan leiden tot een aanval. Signalen hiervan zijn:
  • lip optrekken: het laten zien van de tanden
  • grommen of gromblaffen
  • fixeren
  • borstelen (haren gaan overeind staan) 
  • Uitvallen of “snappen”
  • Bijten en schudden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten agressie ken je?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Soorten agressie
  • Territoriale agressie
  • Pijn gerelateerde agressie
  • Prooiagressie
  • Voederbaknijd
  • Angstagressie
  • Omgerichte agressie
  • Idiopathische agressie

Slide 21 - Tekstslide

Territoriale agressie ontstaat wanneer honden hun ruimte verdedigen, terwijl pijn gerelateerde agressie voorkomt wanneer een hond pijn ervaart. Prooiagressie komt vaak voor door de jachtinstincten, terwijl voederbaknijd zich richt op het beschermen van voedsel. Angstagressie wordt geuit vanwege gevoelens van bedreiging, terwijl omgerichte- of redirectie-agressie optreedt wanneer honden hun frustratie of pijn op iets anders richten. Idiopathische agressie heeft geen duidelijke oorzaak en agressie naar andere honden kan voortkomen uit verschillende factoren zoals angst of slechte socialisatie. Deze verschillende vormen van agressie kunnen divers en complex zijn, elk met hun eigen specifieke triggers en gedragingen.
Compulsief gedrag:
Stereotiep gedrag: herhaaldelijke gedragshandelingen zonder enig nut voor het dier. 

Voorbeelden:
  • Achter de eigen staart aanjagen
  • Overmatig likken van de vacht
  • Schaduwjagen en vlieghappen als vormen van repetitief gedrag


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lidtekengedrag
Het vertonen van compulsief gedrag zonder dat de oorzakelijke prikkel aanwezig is.

Voorbeeld:
Honden die langdurig in een asiel hebben gezeten en daar door verveling compulsief gedrag ontwikkelden.
In een nieuw gezin met verbeterde omstandigheden hetzelfde compulsieve gedrag vertonen als eerder in het asiel.

Slide 23 - Tekstslide

Littekengedrag ontstaat wanneer een dier heeft geleerd dat het uitvoeren van compulsief gedrag altijd resulteert in een goed gevoel, los van aanwezige stressprikkels.
Het gedrag heeft niets meer te maken met een actuele stressprikkel maar is eerder een gewoonte geworden.
Voorbeeld van Littekengedrag bij Honden
Honden die langdurig in een asiel hebben gezeten en daar door verveling compulsief gedrag ontwikkelden.
Zelfs nadat ze in een nieuw gezin zijn geplaatst en hun omstandigheden zijn verbeterd, vertonen ze nog steeds hetzelfde compulsieve gedrag als eerder in het asiel.
Littekengedrag versus Actuele Stressprikkel
Belangrijk onderscheid: Observeren of het dier op dat moment een negatieve prikkel ervaart of dat het gedrag voortkomt uit eerdere gewoontes.
Littekengedrag is gedrag van vroeger dat niets te maken heeft met de huidige omgeving.
Voorzichtigheid in Observeren
Bij het observeren van compulsief gedrag altijd beoordelen of het gedrag een reactie is op actuele stress of eerder een gewoonte is geworden.
Littekengedrag kan verwarrend zijn en vraagt om nauwkeurige observatie en interpretatie.
Herkennen van compulsief gedrag 
  • Vaste, overdreven, en aanhoudende herhaalde bewegingen
  • Frequent voorkomen gedurende een lange periode
  • Gebrek aan nut voor het dier tijdens dit gedrag
  • Moeilijkheid om het dier uit dit gedrag te halen (soms leidend tot agressie)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Factoren die leiden tot compulsief gedrag:
  • Emotionele stress en spanning
  • Genetische aanleg
  • Lichamelijke oorzaken
  • Beloning van repetitief gedrag
  • Verveling als oorzaak

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve Dysfunctie
"Geestelijke" ouderdomskwalen, bij oudere honden vanaf 10-12 jaar   (vergelijkbaar met menselijke ouderdomsproblemen)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herkennen van Cognitieve Dysfunctie
Eerste milde symptomen: 
verminderde activiteit en kleine gedragsveranderingen.

Verdergaande symptomen:
Desoriëntatie, veranderingen in sociaal gedrag, slaapstoornissen, onzindelijkheid

Angst en agressie kunnen voortkomen uit verwarring en onbegrip

Slide 27 - Tekstslide


Desoriëntatie: Honden raken in bekende omgevingen verward, herkennen mensen of objecten niet meer.
Veranderingen in sociaal gedrag: Verhoogde of afgenomen interesse in sociale interacties.
Slaapstoornissen: Rusteloze slaap 's nachts en verhoogde slaapduur overdag.
Verlies van zindelijkheid: Onvermogen om buiten te plassen, verwarring over geschikte plaatsen.
Diagnose van Cognitieve Dysfunctie
Dierenarts raadplegen bij vermoeden van cognitieve dysfunctie.

  • Symptomenobservatie
  • Neurologische en psychologische testen
  • Uitsluiten van andere mogelijke oorzaken
  • Gebruik van MRI-scans

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onzindelijkheid
Vaak een lastig probleem.
Of nooit zindelijk geweest of ineens weer onzindelijk

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke mogelijke oorzaken kunnen er zijn voor onzindelijkheid?

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken onzindelijkheid
Gedragsgerelateerde Oorzaken:
  • Onvoldoende zindelijkheidstraining
  • Verkeerd aangeleerd substraat
  • Specifiek gedrag zoals onderdanigheid-, angst- en opwindingsplassen.

Medische Oorzaken
 zoals blaasontsteking, rugklachten, nierproblemen, en suikerziekte.



Slide 31 - Tekstslide

Gedragsgerelateerde Oorzaken:
Onvoldoende zindelijkheidstraining: Impact op het gedrag van de hond.
Verkeerd aangeleerd substraat: Invloed op waar de hond plast.
Specifiek gedrag zoals onderdanigheid-, angst- en opwindingsplassen.

Urineren vs. Markeergedrag
Urineren: Het legen van de blaas om afvalstoffen te verwijderen.
Herkenning: 
Grote plassen, lage frequentie van plassen,  op veilige en rustige plekken

Markeergedrag: Communicatieve functie
Herkenning: 
Kleine plasjes, hogere frequentie van plassen, Plaatsing op opvallende locaties (territoriaal gedrag)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen verlatingsangst en scheidingsangst?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verlatingsangst
Extreme angst of stress wanneer hij alleen is -> probleemgedrag vertonen

Scheidingsangst:
Honden zijn overgehecht en voelen paniek bij scheiding van de eigenaar





Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herkenning 
Gedrag tijdens aanwezigheid:

  • Constant volgen van de eigenaar
  • Nabijheid tijdens slaap
  • Stresssignalen bij afwezigheid in een andere ruimte
Gedrag tijdens afwezigheid:
  • Blaffen, huilen, onrust
  • Onzindelijkheid, vernielen van spullen
  • Fysieke stresssignalen zoals hijgen, kwijlen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken
  • Te sterke band tussen eigenaar en hond
  • Gebrek aan leerproces
  • Langdurige nabijheid
  • Verveling
  • Verandering van omgeving
  • Traumatische ervaringen














Slide 37 - Tekstslide

Te Sterke Band tussen Eigenaar en Hond
Overgehechtheid door constante nabijheid van de eigenaar.
Hond wordt afhankelijk voor gevoel van veiligheid en paniek bij scheiding.
Gebrek aan Leerproces van Alleen Zijn
Honden die nooit hebben geleerd om alleen te zijn vanaf jonge leeftijd.
Afwezigheid van eigenaar zorgt voor stress en paniek bij deze honden.
Langdurige Nabijheid van de Hond
Tijdelijke situaties waarbij de hond lange tijd continue gezelschap had.
Hond raakt gehecht en vertoont angst bij herstel van normale routine.
Verandering van Omgeving en Traumatische Ervaringen
Impact van omgevingsveranderingen zoals verhuizing of verlies van een ander huisdier.
Traumatische ervaringen tijdens afwezigheid koppelen aan angst bij scheiding.
Diagnose en Identificatie
Cruciaal om dieper inzicht te krijgen in de hond en zijn achtergrond.
Observeren van gedrag en omgevingsfactoren voor een effectieve aanpak.

Wat zijn typische lichaamstaal- en stress-signalen die wijzen op angst bij honden?
A
Staart laag, hoge oren, langzaam hijgen
B
Lage lichaamshouding, platte oren, vergrote pupillen
C
Lage staart, actieve oren, snel ademen
D
Lage lichaamshouding, kleine ogen, actieve oren

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gedrag kan een hond vertonen als reactie op angst?
A
Vluchten en apathie
B
Blaffen en opspringen
C
Vluchten of dreigen zoals grommen en tanden laten zien
D
Apathie en dreigen

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn mogelijke oorzaken van agressie bij honden?
A
Pijnlijke gezondheidsproblemen
B
Te veel liefde en aandacht
C
Overmatige lichaamsbeweging
D
Angst of onzekerheid

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan agressief gedrag bij honden worden voorkomen?
A
Isolatie in een kennel
B
Fysieke straffen toepassen
C
Positieve trainingstechnieken
D
Vroege socialisatie

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kenmerken van compulsief gedrag bij honden?
A
Onregelmatige herhaalde bewegingen
B
Herhaaldelijke bewegingen met variatie
C
Vaste, overdreven en aanhoudende herhaalde bewegingen
D
Af en toe herhaalde bewegingen

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf welke leeftijd kan cognitieve dysfunctie optreden bij honden?
A
5-6 jaar
B
Vanaf 10-12 jaar
C
Vanaf 2-3 jaar
D
15-18 jaar

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk symptoom kan een indicatie zijn van cognitieve dysfunctie bij oudere honden?
A
Toename in activiteit
B
Verbeterde zindelijkheidstraining
C
Verlies van herkenning in bekende omgevingen
D
Verhoogde slaaptijd 's nachts

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn mogelijke medische oorzaken van onzindelijkheid bij honden?
A
Overmatige vochtinname, angst, territoriumverdediging
B
Overmatige vochtinname, angst, territoriumverdediging
C
Onvoldoende zindelijkheidstraining, verkeerd aangeleerd substraat, verlatingsangst
D
Onderdanigheid, opwindingsplassen, trauma, verandering van omgeving

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan men urineren onderscheiden van markeergedrag bij honden?
A
Urineren gebeurt met kleine plasjes, markeren met grote plassen.
B
Urineren is gericht op horizontale oppervlakken, markeren op verticale oppervlakken.
C
Urineren gebeurt met lage frequentie, markeren met hoge frequentie.
D
Urineren vindt plaats op opvallende locaties, markeren op rustige plekken.

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan een oorzaak zijn van verlatingsangst bij honden?
A
Overmatige socialisatie met andere honden, intense blootstelling aan harde geluiden, veranderende weersomstandigheden
B
Overmatige aandacht van vreemden, te veel speeltijd met andere huisdieren, te weinig lichamelijke activiteit
C
Te veel tijd besteed aan basisgehoorzaamheidstraining, onvoldoende mentale stimulatie, verhoogde hoeveelheid traktaties en beloningen
D
Overgehechtheid aan de eigenaar, gebrek aan leerproces van alleen zijn, langdurige nabijheid van de hond

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Lees: Bronnenboek 'Probleemgedrag bij hond en kat' blz. 4 t/m 17

Maak hier een begrippenlijst bij
  • Schrijven (blad doormidden vouwen)
  • Typen (in word met behulp van een tabel)
  • In quizlet

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies