EHBO 2024

EHBO 2024
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EHBOVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

EHBO 2024

Slide 1 - Tekstslide

https://LessonUp.app/invite/h/gCTnfrFc3NmzfWveW

Dit is de link die je in Google Classroom kunt plaatsen zodat de leerlingen zelfstandig met de les aan de slag kunnen. 
Doelstellingen
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • Hoe je eerste hulp verleent bij verschillende soorten wonden;
  • Wat tetanus betekent en hoe je dit kunt voorkomen;
  • Welke soorten verband er zijn;
  • Het verschil tussen een kneuzing en verstuiking;
  • Hoe te handelen bij een botbreuk;
  • Welke eerste hulp je verleent bij een bloedneus en een vuiltje in het oog.

 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wonden
  • Er is sprake van pijn;
  •  De huid is beschadigd;
  •  Er is bloedverlies zichtbaar.
 Bij grote wonden schakel je professionele hulp in. (112)
 Kleine wonden kun je meestal goed zelf verzorgen.
  •  een snijwondje;
  •  schaafwond;                                
  •  een wond door een splinter.
 



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tetanus: Is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door een bacterie. De bacterie maakt een zeer krachtige gifstof, die pijnlijke spierkrampen veroorzaakt.

Symptomen
  • De ziekte begint met spierstijfheid, meestal in de kaken;
  • Langzaam breidt deze zich uit naar onder andere de nek, armen etc., die stuk voor stuk stijf worden en verkrampen;
  • Als de ademhalingsspieren aangetast worden, ontstaat er een gevaarlijke situatie die zelfs tot de dood kan leiden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wonden die erg vuil zijn kunnen tetanus veroorzaken:
  • Bijtwonden;
  • wonden die verontreinigd zijn (vb. schaafwond die je oploopt als je gevallen bent op straat).
Je kunt besmet raken:
door straatvuil, aarde of resten van uitwerpselen van dieren die in de wond terecht komen;
door een beet van bijvoorbeeld een hond.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brandwonden
  • ontstaan als de huid in contact komt met vuur of iets heets;
  • doen veel pijn en kunnen ernstig zijn.
Je huid is superbelangrijk, je moet er dus zuinig op zijn.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerstegraads verbranding
  • je huid is een beetje rood;
  • je voelt een prikkelende pijn
Tweedegraads verbranding
  • een diepere verbranding;
  • een deel van je huid is echt beschadigd;
  • in het begin is je huid rood - daarna krijg je blaren;
er bestaat een kans dat er littekens overblijven.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Derdegraads verbranding
  • een ernstige verbranding;
  • je huid is droog, leerachtig en zwart (bij vuurverbranding) of wit (bij verbranding door hete vloeistoffen);
  • je voelt weinig pijn omdat je zenuwenuiteinden zijn verbrand;
  • genezing alleen na behandeling in het ziekenhuis.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wondverzorging.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat te doen bij een brandwond.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letsels aan armen en benen

Kneuzing
  • Als je je stoot of als je valt, heb je al snel een blauwe plek;
  • De huid is bij een kneuzing niet stuk;
  • Bij een kneuzing is er sprake van een beschadiging van onderhuids weefsel en/of spieren.
Verstuiking
  • Bij een verstuiking zijn de banden om je gewrichten verrekt of gescheurd;
  • Een verstuiking komt vaak voor in de enkel.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een gesloten botbreuk
  • de huid blijft intact;
  • het slachtoffer heeft pijn;
  • er treedt een zwelling en bloeduitstorting op;
  • het slachtoffer kan niet op het lichaamsdeel steunen;
  • vaak heeft het lichaamsdeel een abnormale stand.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een open botbreuk
  • er is een wond ontstaan doordat scherpe uiteinden van het bot door de huid zijn gegaan; 
  • soms is er alleen een wond, soms steekt het bot door de huid heen; 
  • er is een groot risico op infectie, doordat ziektekiemen gemakkelijk in de wond kunnen komen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een ontwrichting
  • een bot is verplaatst uit het gewricht;
  • geen sprake van een breuk, maar van een ontwrichting;
  • een voorbeeld van ontwrichting is een schouder uit de kom.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letsels aan oog en neus
Oogletsel
  • Een gekwetst oog moet rust hebben door middel van het oog afdekken;
  • Als door oogletsel het zicht verandert > slachtoffer direct verwijzen naar een arts.
Een vuiltje in het oog kun je meestal zelf verwijderen.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bloedneus kun je krijgen als je:
  • hard niest of je neus snuit;
  • een klap tegen je neus krijgt (vb. door een bal tegen je neus);
  • te veel of te hard in je neus peutert;
  • een wondje in je neus hebt;
  • geen aanwijsbare reden hebt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelverband 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tweedegraads brandwond

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwachtelen van een enkel

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwachtelen van de pols.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat te doen bij een bloedneus?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd over??
Oefenen met verband aanleggen om pols of enkel.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies