Par. 5.1 Planten bekijken - les 2

Even herhalen! Welke functie hoort bij welk orgaan? 
1. Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.
2. Water met mineralen opzuigen en vastzetten in de grond
3. Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.
4. Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.
1 / 23
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Even herhalen! Welke functie hoort bij welk orgaan? 
1. Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.
2. Water met mineralen opzuigen en vastzetten in de grond
3. Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.
4. Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

Slide 1 - Sleepvraag

De vorige les heb je een opdracht buiten gedaan. Misschien ben je deze soorten ook wel tegen gekomen?
Wat weet jij eigenlijk van bomen en planten? Zoek bij elkaar!
Kastanje, staan in deze tijd van het jaar prachtig in bloei!
Paardenbloem, vind je vooral op grasvleden en langs de fietspaden
Berk, deze boom kun je herkennen aan zijn witte stam
Madeliefje, deze bloem heeft witte bloemblaadjes en vind je op grasvelden.
Fluitekruid, bloeit met witte bloemen. Vind je op heel veel plekken, vaak in de berm langs de weg. 

Slide 2 - Sleepvraag

Planten bekijken
De vorige les hebben we gekeken naar de onderdelen van een plant. De onderdelen, wortel, stengel, blad, bloem kun je met het blote oog zien.
Kun je alle onderdelen van een plant met je oog zien?

Het antwoord hierop is:
NEE!

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
Je kent de onderdelen van een plantencel met hun functie. Deze onderdelen kun je aanwijzen in een schematische tekening. (blz 98 leerboek en bron 5)
Je kunt het vervoer van water door de plant uitleggen (je gebruikt hierbij de volgende begrippen: wortels, wortelharen, vaatbundels, huidmondjes)

Slide 4 - Tekstslide

Werken met de microscoop
Om de verschillende cellen van een plant te kunnen zien, heb je een microscoop nodig. 
Hiernaast wordt met de microscoop gekeken naar de onderdelen van een blad.

Slide 5 - Tekstslide

Waaruit bestaan organen van een plant?
- Organen bestaan uit weefsels + cellen. 
- Hiernaast zie je dat een blad uit vier lagen cellen bestaat.
-  Cellen met dezelfde vorm zitten bij elkaar. 
Een groepje cellen met dezelfde vorm en dezelfde taak noemen we een weefsel (bijv opperhuidweefsel)
Een plantencel bestaat voor een groot deel uit water. De cellen zijn een soort doosjes. 



Slide 6 - Tekstslide

Waaruit bestaat een plantencel?
Wanneer je een plantencel onder de microscoop bekijkt ziet de plantencel er van buiten naar binnen zo uit:
1. Celwand: stevige laag om de cel
2: Celmembraam: vlies om het cytoplasma. Regelt welke  stof de cel in en uit gaan
3: Cytoplasma: Stroperige vloeistof, hierin liggen de celkern en de bladgroenkorrels
4: Celkern:Klein bolletje in de cel. Regelt alles wat er gebeurt in de cel
5: Vacuole: een blaasje dat volgepompt is met water ,hierdoor is de cel stevig
5: Bladgroenkorrels: groene bolletjes in het cytoplasma. Geeft de plant zijn groene kleur en maken voedingsstoffen 

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel: Je kunt het vervoer van water door de plant uitleggen (je gebruikt hierbij de volgende begrippen: wortels, wortelharen, vaatbundels, huidmondjes)
  • In het blad zitten huidmondjes. dit zijn kleine openingen waardoor stoffen naar buiten kunnen. 
  • Het water in de cellen rondom de huidmondjes verdampt en gaat via het huidmondje naar buiten. Dit water wordt door de buurcellen aangevuld. 
  • Doordat de plant weer nieuw water opneemt met de wortels blijft de waterstroom in de houtvaten op gang. 
  • Het aanzuigen van water door de huidmondjes heet zuigkracht van de bladeren. 

Slide 8 - Tekstslide

Hoe komt water in de bladeren? -1
Het begint 
bij de basis,
de wortels

Slide 9 - Tekstslide

Hoe komt water in de bladeren? - 2
  • Planten nemen met de wortels water met mineralen op uit de bodem
  • Aan de wortels zitten wortelharen. Hiermee zuigt de plant water op. 
  • Het water gaat via de vaten in de wortels en stengels naar de bladeren. 
  • Een groepje vaten bij elkaar noem je vaatbundels.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe komt water in de bladeren - 3
Wortels zuigen water en voedingsstoffen op.

Houtvaten vervoeren het water met mineralen door de stengel omhoog en via bladnerven naar het blad.

Vaten liggen in groepjes: vaatbundels.



Slide 11 - Tekstslide

Vaatbundels
  • Er zijn twee soorten vaten: Houtvaten en Bastvaten
  • Door de houtvaten stroomt het water met de mineralen vanuit de wortels omhoog, via de stengel, naar de bladeren.
  • Door de bastvaten stroomt water met voedingsstoffen vanuit de bladeren naar  de bloemen en naar beneden (wortels). 
  • De vaten liggen dicht bij elkaar. Een groepje vaten noem je een vaatbundel..

Slide 12 - Tekstslide

Vaatbundels
Vaatbundels lopen van wortels tot in bladnerven en bloemen.

Twee soorten vaten:
  • Houtvaten: aan de binnenkant vd stengel

  • Bastvaten: aan de buitenkant vd stengel

Slide 13 - Tekstslide

Hoe komen planten aan CO2 en hoe verspreiden ze zuurstof en hoe verliezen ze water?
Huidmondje

Slide 14 - Tekstslide

Hoe komt water in de bladeren?
Verdamping 
Waterdamp (gas)

Slide 15 - Tekstslide

Hoe komt het water in de bladeren?
  • In het blad zitten huidmondjes. Dit zijn kleine openingen. Gas gaat in en uit.
  • Het water in de cellen rondom de huidmondjes verdampt tot waterdamp (gas) en gaat naar buiten. Dit water wordt door de buurcellen aangevuld. 
  • Door opname van water (wortels) en verdamping (blad) blijft de waterstroom in de houtvaten op gang. 
  • Het aanzuigen van water door verdamping heet zuigkracht van 't blad. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen houtachtige en kruidachtige planten? 
Kruidachtige planten hebben water nodig voor de stevigheid. Ze blijven rechtop staan door het water dat  in de vacuoles van de cel zit. 

Houtachtige planten hebben houtcellen voor hun stevigheid.
Ze blijven rechtop staan door dikke celwanden van houtstof. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Welke onderdelen zitten er in een plantencel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
plantencel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 20 - Sleepvraag

 Leerdoel: Je kent de onderdelen van een plantencel met hun functie
Regelt alles wat er gebeurt in de cel
hierdoor is de cel stevig
Regelt welke stof de cel in en uit gaan
zorgt voor een stevige laag om de cel heen
Stroperige vloeistof, hierin liggen de celkern en de bladgroenkorrels
Geeft de plant zijn groene kleur en maken voedingsstoffen 
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 21 - Sleepvraag

Zet de stappen van het proces van watertransport in een plant in de goede volgorde.
1
2
3
4
Water stroomt door de nerven
Water in de vaatbundels wordt aangevuld door de wortels.
Water verdampt uit de bladeren.
Water stroomt door de vaatbundels omhoog. 

Slide 22 - Sleepvraag

Maken
Maak opdracht 13,14,15,21,22,23



Slide 23 - Tekstslide