VWO Examenvoorbereiding

Examenvoorbereiding
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Examenvoorbereiding

Slide 1 - Tekstslide

Je moest vandaag je boek meenemen.

  • Blader de hoofdstukken die je moet leren voor het examen door en schrijf op over welke paragrafen je herhalingsuitleg wilt. Dan maak ik er een aantekening van.
  • N.B. De examenstof is. H4, H5, H8 en H9. (zie hiernaast)

Slide 2 - Tekstslide

Kijk ALLEEN DE EERSTE MINUUT van het 
filmfragment 1: 'Labor Symphony' van de danser en choreograaf Ted Shawn via de volgende link: 

Slide 3 - Tekstslide

(4p) Vraag 11)

Slide 4 - Tekstslide

  • Modernistische dans ontstond in een periode van aanzienlijke technologische en maatschappelijke veranderingen in de vroege 20e eeuw. Deze dansvorm reageerde op de traditionele vormen van ballet en zocht naar nieuwe manieren om beweging en expressie te verkennen. De technische vooruitgang van het machinetijdperk heeft verschillende invloeden gehad op de ontwikkeling van modernistische dans:

  • Industrialisatie en Mechanisatie: De opkomst van de industrialisatie en mechanisatie inspireerde moderne dansers om bewegingen te verkennen die geïnspireerd waren op machines en industriële processen. Dansers gebruikten vaak hoekige, krachtige bewegingen die geassocieerd werden met machines.
  • Explosie van Ritmes en Tempo's: De toegenomen snelheid van het leven in het machinetijdperk, weerspiegeld in snellere transportmiddelen en veranderende arbeidsomstandigheden, beïnvloedde de artistieke expressie. Modernistische dansers reageerden hierop door te experimenteren met een breed scala aan ritmes en tempo's in hun choreografieën.
  • Abstractie en Geometrie: Technologische vooruitgang bracht nieuwe concepten van abstractie en geometrie met zich mee. Dansers en choreografen, zoals Vaslav Nijinsky, begonnen traditionele verhalende elementen van ballet los te laten en richtten zich op abstracte bewegingen en geometrische patronen.







Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Herkennen van modernistische dans:

  • Expressie van Emoties en Innerlijke Gevoelens: Dansers worden aangemoedigd om persoonlijke ervaringen en emoties te uiten in hun uitvoeringen.2

  • Gebruik van Grondwerk: Modernistische dans omvat vaak het gebruik van grondwerk, waarbij dansers op de vloer werken en bewegen. Dit staat in contrast met de klassieke ballettechniek waarbij dansers voornamelijk op hun tenen staan.

  • Gebruik van hoekige bewegingen. Dit in tegenstelling tot harmonieuze bewegingen van klassiek ballet.

  • Gebruik van Abstracte Bewegingstaal: In tegenstelling tot de verhalende aard van sommige andere dansvormen, maakt modernistische dans vaak gebruik van abstracte bewegingstaal. Bewegingen kunnen geen specifieke betekenis hebben en kunnen openstaan voor verschillende interpretaties.

  • Samensmelting van Kunstvormen: Modernistische dans kan worden gekenmerkt door de samensmelting van verschillende kunstvormen. Dansers kunnen samenwerken met beeldend kunstenaars, muzikanten en dichters om multidisciplinaire voorstellingen te creëren.








Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Modernisme ontstond in een tijd van grote technologische en maatschappelijke veranderingen in het begin van de 20e eeuw. Tradities werden losgelaten. Alle kunstvormen waren op zoek naar vernieuwing. 







Slide 10 - Tekstslide

Herkennen van modernistische dans:

  • Gebruik van hoekige bewegingen. Dit in tegenstelling tot harmonieuze bewegingen van klassiek ballet. (De opkomst van de industrialisatie en mechanisatie inspireerde moderne dansers om bewegingen te verkennen die geïnspireerd waren op machines en industriële processen. Dansers gebruikten vaak hoekige, krachtige bewegingen die geassocieerd werden met machines.)
  • Gebruik van Grondwerk: Modernistische dans omvat vaak het gebruik van grondwerk, waarbij dansers op de vloer werken en bewegen. Dit staat in contrast met de klassieke ballettechniek waarbij dansers voornamelijk op hun tenen staan.
  • Expressie van Emoties en Innerlijke Gevoelens: Dansers worden aangemoedigd om persoonlijke ervaringen en emoties te uiten in hun uitvoeringen.
  • Gebruik van Abstracte Bewegingstaal: In tegenstelling tot de verhalende aard van sommige andere dansvormen, maakt modernistische dans vaak gebruik van abstracte bewegingstaal. Bewegingen kunnen geen specifieke betekenis hebben en kunnen openstaan voor verschillende interpretaties. (traditionele verhalende elementen van ballet worden losgelaten en er wordt gericht op abstracte bewegingen en geometrische patronen.)
  • Samensmelting van Kunstvormen: Modernistische dans kan worden gekenmerkt door de samensmelting van verschillende kunstvormen. Dansers kunnen samenwerken met beeldend kunstenaars, muzikanten en dichters om multidisciplinaire voorstellingen te creëren.








Slide 11 - Tekstslide

En nu gaan we van Modernisme over naar Postmodernisme!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Antwoord
  • Hoge cultuur (ballet) vermengt zich met lage cultuur (popmuziek) 
  • Citaat/verwijzing naar de cultuurgeschiedenis (mythe van de faun)
  • Gebruik gemaakt van sensatie, overdaad in vormgeving
  • Er wordt een parodie gemaakt op het balletstuk van de Faun
  • Stijlvermenging (scene van een ballet vermengd met een popvideoclip.)

Slide 15 - Tekstslide

Kenmerken Postmodernisme!!!
  • Hoge cultuur (ballet) vermengt zich met lage cultuur (popmuziek) 
  • Citaat/verwijzing naar de cultuurgeschiedenis (mythe van de faun)
  • Gebruik gemaakt van sensatie, overdaad in vormgeving
  • Er wordt een parodie gemaakt op het balletstuk van de Faun
  • Stijlvermenging (scene van een ballet vermengd met een popvideoclip.)

Slide 16 - Tekstslide

  • Modernisme: sterke overtuiging in vooruitgang (samenleving te verbeteren door middel van kunst en wetenschap)
  • Postmodernisme: sceptisch ten opzichte van vooruitgang, waarheid en objectiviteit.

  • Modernisme: abstractie, experimentele vormen en een breuk met tradities. zoeken naar vernieuwing en uitdrukking van individuele emoties en ervaringen.
  • Postmodernisme: vermengen van bestaande stijlen, genres en media. Vaak fragmentarisch. Ironie en parodie zijn vaak gebruikte elementen.

  • Modernisme: streven naar naar autonomie in de kunst. Ze zagen kunst als een autonoom domein dat losstaat van sociale en politieke kwesties.
  • Postmodernisme: omarmen eclecticisme en integreren elementen uit populaire cultuur. Ze zijn minder bezorgd over de autonomie van kunst en betrekken vaak de maatschappij, politiek en alledaagse ervaringen in hun werk.

  • Modernisme: experimenteren met nieuwe materialen en technieken. Gericht op innovatie en het doorbreken van tradities.
  • Postmodernisme: gebruikmaken van technieken en materialen uit eerdere periodes. Er is een neiging tot recyclage en herinterpretatie van bestaande stijlen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

In veel examens komt de term 'Vervreemding' voor:

Vervreemding in het theater: een techniek die vaak wordt gebruikt door toneelschrijvers en regisseurs om het publiek bewust te maken van de theatrale aard van de voorstelling. Deze techniek, ook wel bekend als "vervreemdingseffect" of "alienatie-effect", werd populair gemaakt door de Duitse toneelschrijver en regisseur Bertolt Brecht.

Het doel van vervreemding is om de toeschouwers uit hun passieve rol als toeschouwers te halen en hen actief te betrekken bij het theaterstuk

Dit wordt vaak bereikt door:
  • het introduceren van elementen die de realiteit doorbreken, zoals directe adressen aan het publiek
  • het gebruik van ongewone kostuums of rekwisieten
  • abrupte overgangen tussen scènes
  • of het onderbreken van de actie met muziek of dans.

Door deze technieken toe te passen, hopen toneelschrijvers en regisseurs dat het publiek kritisch blijft ten opzichte van wat ze zien, en zich bewust wordt van de sociale en politieke boodschappen die in het stuk worden overgebracht, in plaats van zich volledig onder te dompelen in de fictieve wereld van het theater.


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Theresa

Hiernaast zie je een kapel in Rome, die omstreeks 1650 werd ingericht door Gianlorenzo Bernini. Hij bouwde een groot altaar met een nis (voetnoot 1), waarin hij een marmeren beeld plaatste van de Spaanse heilige Theresa van Avila, die een goddelijk visioen (voetnoot2) kreeg. Je ziet het beeld ook op de volgende slide. 

voetnoot 1: uitholling in een muur waarin een beeld kan worden geplaatst

voetnoot 2: bovennatuurlijke verschijning / openbaring


Slide 21 - Tekstslide

Theresa schreef over haar visioen dat zij een engel zag, die uit de hemel neerdaalde en haar met een pijl doorboorde. De verwonding veroorzaakte niet alleen lichamelijke, maar ook geestelijke pijn en zij voelde zich vervuld van een vurige liefde tot God.


3p Vraag 10: Noem drie aspecten van de voorstelling die verwijzen naar dit visioen.

Slide 22 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding hiernaast nog eens. Bernini was een virtuoos beeldhouwer. Hij bewerkte het marmer zodanig dat zijn beelden lijken te leven. Ze zijn zeer plastisch en hebben een levensechte stofuitdrukking. 

2p Vraag 12: Geef aan hoe die levensechte plasticiteit en hoe die levensechte stofuitdrukking zijn bereikt. Betrek Bernini’s techniek in je antwoorden. 


Slide 23 - Tekstslide

Hoog bovenin de nis bevindt zich een raam waardoor daglicht binnenvalt, zoals je hiernaast ziet. Dit licht vormt een onderdeel van het beeld en versterkt de inhoud: een hemels visioen. 
1p Vraag 11: Leg uit hoe dit licht het effect van een hemels visioen versterkt.

Slide 24 - Tekstslide