* Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
vb. Zon = zonnestelsel, Koningin = Koninginnedag
* Het eerste woord heeft alleen een meervoud op -s.
vb. Garage = garages -> garagebedrijf
* Het eerste woord is versterkend
vb. Apetrots = heel trots, beresterk = heel sterk
* Het eerste woord heeft een mv op -en en op -s
vb. Groente = groentes & groenten -> groentesoep