In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom in de geschiedenisles!
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Lesdoelen
Herhaling Hoofdstuk 3
Opdrachten
Afsluiting
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
Hebben we de grote lijnen van hoofdstuk 3 opnieuw behandeld.
Hebben we aandacht besteed aan Oorzaak gevolg.
Hebben we aandacht besteed aan beeldanalyse.
Slide 5 - Tekstslide
Oorzaken
Directe oorzaak: Een Directe oorzaak leidt meteen tot een gebeurtenis (Aanleiding)
Indirecte oorzaak: Een Indirecte oorzaak leidt met een tussenstap tot een gebeurtenis
Gevolgen
Korte termijn Gevolg: Een Korte termijn gevolg is een gevolg dat op korte termijn impact heeft
Lange termijn Gevolg: Een lange termijn gevolg is een gevolg dat op lange termijn impact heeft
Slide 6 - Tekstslide
Antwoordstructuren
Lees de vraag goed door (wat vragen ze van je?)
Herhaal een stuk van de vraag
Signaalwoord + uitleg
Verwijzing naar de bron (optioneel)
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Sleepvraag
Leg het begrip handelskapitalisme uit met een staaf ijzer en een bijl
Slide 9 - Tekstslide
Leg aan de hand van de foto het begrip Commerciele Landbouw uit
Wat zie je?
Wat gebeurd er?
Herken je dingen?
Slide 10 - Tekstslide
3.1 Amsterdam stapelmarkt van de wereld
Amsterdam Breidt uit (1610 - 1620) Grachtenpanden
Niet genoeg produceren - dan maar kopen
Moedernegotie / Stapelmarkt
Handelskapitalisme
Scheldensluiting
Commerciele Landbouw
Slide 11 - Tekstslide
Waar staat de afkorting VOC voor?
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne
Slide 12 - Quizvraag
leg het begrip handelsmonopolie in eigen woorden uit?
Slide 13 - Open vraag
Waarom bouwde de VOC Handelsfactorijen in plaats van het stichten van kolonies?
Slide 14 - Open vraag
3.2 De Oost en de VOC
VOC Handelsmonopolie
Handelsfactorijen
1618 Jan Pieterszoon Coen
Jakarta ~ Batavia
Inter-aziatische handel
Aandelen
Genocide (Banda Eilanden 1621)
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Onderzoeks opdracht
Wat: we gaan een levende kaart maken. Een kaart waarin we een verhaal gaan vertellen.
Hoe: Jullie krijgen eerst een aantal kaartjes. Dit zijn gebeurtenissen binnen de driehoekshandel. Schrijf hiervan de juiste volgoorde op. Probeer het verhaal wat dan voor jullie ligt vervolgens in de kaart te tekenen (dmv lijnen, pictogrammetjes en/of kleine tekeningetjes)
Met wie? Je doet dit individueel
Hoelang? 20 tot 30Minuten
Hulp? Steek je hand op, Kijk in je aantekeningen of pak Paragraaf 3.3 Erbij
Klaar? Wissel je kaart uit met je buurman of buurvrouw en bespreek je antwoorden.
Slide 17 - Tekstslide
Antwoorden
5. Nederlandse handelaar verzamelt handelswaar als wapens, buskruit, ijzer en textiel om te ruilen.
9. Nederlands schip vaart naar Afrika
3. Nederlandse handelaar legt contact met een Afrikaanse slavenhandelaar. Ze maken afspraken over de hoeveelheid slaven die verkregen kan worden voor de handelswaar
4. Nederlandse handelaar wordt eigenaar van slaven
8. Nederlands schip vaart naar Amerika.
1. Slaven worden vervoerd naar WIC plantage
7. Slaven worden verkocht op de slavenmarkt
2. Slaven gaan werken op een particuliere plantage
6. Nederlands schip vaart naar Nederland met luxe producten als suiker, rum, koffie, zilver en tabak.
Slide 18 - Tekstslide
Wat was het verschil tussen Kapers en Piraten?
Slide 19 - Open vraag
Tussen welke drie continenten vond de Driehoekshandel plaats. En hoe werkte deze?
Slide 20 - Open vraag
Wat is het verband tussen de Acte van Navigatie en het ruilen van New Amsterdam voor Suriname?
Slide 21 - Open vraag
3.3 De Wic en Suriname
Fort El Mina
1621 WIC kapersbrieven
Piet Hein 1628 Zilvervloot
Trans Atlantische Slavenhandel (Driehoekshandel)
Acte van Navigatie (1651)
New Amsterdam / Suriname
Slide 22 - Tekstslide
Benoem een (of meer) van de wetenschappers uit de 17de eeuw en een bijbehorende uitvinding
Slide 23 - Open vraag
Wat is het verband tussen het hebben van godsdienstvrijheid in de republiek en het opkomen van de wetenschappelijke revolutie?
Slide 24 - Open vraag
Leg in je eigen woorden uit wat Emperisch onderzoek is
Slide 25 - Open vraag
3.4 Geloof, Tolerantie en onderzoek
Katholieke schuilkerken ~ Godsdienstvrijheid
Censuur ~ opkomst Natuurwetenschappen
Emperisch onderzoek ~ Wetenschappelijke revolutie
Hugo de Groot - Mare liberum (recht)
Renee Descartes - filosofie
Baruch Spinoza - filosofie
Antonie van Leeuwenhoek – microscoop (biologie)
Galilei - sterrenkunde
Christiaan Huygens – slingeruurwerk (wiskunde)
Rationalisme
Slide 26 - Tekstslide
Wat waren de 4 Bevolkingsgroepen in De republiek in de 17de eeuw
A
Regenten, Handelaren, Ambachtslieden, Armen
B
Regenten, Kooplieden, schilders, boeren
C
Regenten, Calvinisten Katholieken, Armen
D
Regenten, Wetenschappers, kooplieden, geestelijke
Slide 27 - Quizvraag
Waarom werd er bij Bedeling vaak brood weg gegeven? Gebruik in je antwoord het begrip Moedernegotie
Slide 28 - Open vraag
Hoe staan de steigende broodprijzen in verband met de bedeling uit de 17de eeuw?
Slide 29 - Tekstslide
Welke bevolkingsgroep wordt afgebeeld in dit schilderij van Jan Steen?