5V 9.4 stoffentransport

9.4 leerdoelen

Ik kan


  • uitleggen hoe het bloed zuurstof en koolstofdioxide vervoert
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

9.4 leerdoelen

Ik kan


  • uitleggen hoe het bloed zuurstof en koolstofdioxide vervoert

Slide 1 - Tekstslide

bestanddelen vh bloed
colloid = eiwitmoleculen zeer fijn verdeeld over plasma (soort emulsie zoals vet in melk)
functies: transport, afweer bloedstolling
r
ode beenmerg (platte beenderen en koppen pijpbeenderen) - produceren bloedcellen

Slide 2 - Tekstslide

rode bloedcellen
Pak BINAS 84I erbij

rode beenmerg produceert per dag  2x10^11 rode bloedcellen, lever breekt zelfde hoeveelheid af (in zelfde tempo)

Slide 3 - Tekstslide

rode bloedcellen
geen celkern of mitochondriën, daardoor ruimte voor heel veel hemoglobine  (binas 67H2)


Slide 4 - Tekstslide

O2 via bloed
O2 vervoer van levensbelang (hersenen 3 min zonder = schade)

bloedplasma 3ml O2/L bloed
rode bloedcellen 200 ml O2/L bloed

Slide 5 - Tekstslide

oxihemoglobine
Hemoglobine bevat 4 heemgroepen met daarin een ijzer-ion (Fe2+)
(kleur donkerrood)

Bindt aan deze ijzer-ionen een O2 molecuul, dan ontstaat oxihemoglobine (lichtrood)
Elk hemoglobine-molecuul kan 4 O2 moleculen binden.

Slide 6 - Tekstslide

evenwichtsreactie

Geen gewone oxidatie door gebrek aan elektronenoverdracht.

Deze evenwichtsreactie noem je een oxigenatie, een verbinding die makkelijk verbreekt.


Slide 7 - Tekstslide

Hemoglobine

jjy

Hoog                                                                                                               Laag
verzadigingspercentage                             verzadingingpercentage
tot 100%                                                                                                      tot 0%
0% Hb
100% HbO2

100% Hb
0% HbO2

Slide 8 - Tekstslide

Hemoglobine

jjy

Het verzadigingspercentage (hoeveelheid HbO2) wordt bepaald door verschillende omgevingsfactoren.
0% Hb
100% HbO2

100% Hb
0% HbO2

Slide 9 - Tekstslide

Hemoglobine

jjy

  • Hoge zuurstofconcentratie in de omgeving = hoog verzadigingspercentage
  • Lage zuurstofconcentratie in de omgeving = laag verzadigingspercentage
Zuurstofconcentratie is pO2/ zuurstofdruk
0% Hb
100% HbO2

100% Hb
0% HbO2

Slide 10 - Tekstslide

hemoglobine
Bij Hb (S-curve) neemt de affiniteit toe naarmate er meer O2 moleculen binden (4 plekken, zodra 1e plek bezet is gaat het makkelijker). 


Slide 11 - Tekstslide

Verzadigingspercentage (BINAS 83D)

Slide 12 - Tekstslide

O2 opname en afgifte
verzadiging Hb afhankelijk van pO2 in kPa (zuurstofconcentratie) in omgeving

in longen - 12-14 kPa
in weefsels in rust - 5 kPa
in weefsel bij inspanning - 2,5 kPa

afgifte O2 is verschil tussen O2 verzadiging in longen en weefsel 
(in rust verschil 21%, bij inspanning tot 81%

Slide 13 - Tekstslide

O2 binding in spieren
Myoglobine (Mb) is een eiwit in spieren (hart en skelet) dat O2 kan binden (reserve voorraad)

Nog grotere affiniteit met O2 dan Hb. 

Voorbeeld: bij lagere zuurstofspanning (pO2) van 4,0 kPa zal Mb 84% verzadigd zijn en Hb 50% (Mb gaat O2 overnemen van Hb)

 



Slide 14 - Tekstslide

Myoglobine
  • Zit in de spieren 
  • bindt bij lage pO2 beter aan O2
 dan hemoglobine. 
  • handig om in de spieren extra O2
over te nemen van Hb. 
(Bij hoge inspanning of te weinig bloedvoer)
niet geschikt voor transport, want het geeft laat zijn zuurstof af

Slide 15 - Tekstslide

myoglobine
Mb + O2  ⇌ MbO2

Verschuiven evenwicht afhankelijk van o.a. pO2 in omgeving. 

Mb (parabool) geeft pas bij een hele lage pO2 zijn zuurstof af/ hogere affiniteit dan Hb.
Bij Hb (S-curve) neemt de affiniteit toe naarmate er meer O2 moleculen binden (4 plekken, zodra 1e plek bezet is gaat het makkelijker). 


Slide 16 - Tekstslide

Foetaal hemoglobine
In ongeboren kind: foetaal 
hemoglobine dat net iets beter
zuurstof bindt dan hemoglobine:
kan daardoor in de placenta het
zuurstof overnemen van de
hemoglobine van de moeder.

Slide 17 - Tekstslide

Je hebt een slagaderlijke bloeding in je been, het bloed spuit eruit. Welke kleur heeft je bloed?
A
lichtrood
B
donkerrood
C
groen
D
blauw

Slide 18 - Quizvraag

Een man van 91 kg en een vrouw van 65 kg drinken beiden twee glazen bier. Licht toe wie van de twee, nadat de alcohol in het bloed opgenomen is, het hoogste alcoholpromillage heeft.

Slide 19 - Open vraag

O2-tekort leidt op korte en lange termijn tot aanpassingen in het lichaam. Wat gebeurt er op korte termijn met je ademhaling en de pO2 in je longen?

Slide 20 - Open vraag

O2-tekort leidt op korte en lange termijn tot aanpassingen in het lichaam. Wat gebeurt er op langere termijn met het aantal rode bloedcellen?

Slide 21 - Open vraag

De vliegspieren van eenden zijn donkerrood door de aanwezigheid van Mb. Leg uit dat eenden hierdoor goede vliegers zijn.

Slide 22 - Open vraag

De pCO2 is 2,7 kPa en de pO2 is 8,0 kPa. Hoeveel % oxiHb bevat het bloed?

Slide 23 - Open vraag

De pCO2 stijgt naar 10,7 kPa en de pO2 blijft 8,0 kPa. Hoeveel % O2 is dan nog gebonden aan Hb?

Slide 24 - Open vraag

Hoeveel % O2 heeft oxiHb dan afgestaan?

Slide 25 - Open vraag

Aan de slag
  • open de link op de volgende dia, bekijk de animatie
  • je hiermee klaar? Maak de opdracht die hoort bij deze link https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Bloed/bloedcellenvwo.htm

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link