In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Joost van der Hagen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Bij welke strategie wordt de selectieve vraag naar een product door de afnemers gestimuleerd, zodat distribuanten als het ware gedwongen worden een merk in hun assortiment op te nemen?
A
pullstrategie
B
pushstrategie
C
sourcing
D
latente verkoopstrategie
Slide 4 - Quizvraag
Welke van onderstaande definitie heeft betrekking op het begrip klantenorder ontkoppelpunt (KOOP)?
A
Gericht om de juiste producten van de juiste kwaliteit in de juiste hoeveelheid precies op het moment dat ze nodig zijn (juiste tijd) bij de afnemer af te leveren.
B
Voor dit punt hebben de specifieke orders van klanten geen invloed op de goederenstroom, of de productie of de manier van werken, na dit punt is dit wel het geval.
C
Activiteiten die betrekking hebben op de de complete goederenstroom, van ontvangst tot verzending.
Slide 5 - Quizvraag
Hoe wordt de fysiek aanwezige voorraad genoemd, dus de voorraad die in het magazijn ligt?
A
technische voorraad
B
economische voorraad
C
stand-by voorraad
D
veiligheidsvoorraad
Slide 6 - Quizvraag
De leverancier beheert de voorraden en de hoogte daarvan in het magazijn of distributiecentrum van zijn klant. De leverancier is geen eigenaar van de voorraden. Deze voorraad heet: