5.1 + 5.2 agrarische en demografische revoluties

5.1 + 5.2 Agrarische, demografische en industriële revolutie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

5.1 + 5.2 Agrarische, demografische en industriële revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen welke vernieuwingen in de landbouw werden doorgevoerd in de 18de eeuw
  • Je  kunt uitleggen hoe de industrialisatie begon in de kledingindustrie
  • Je kunt uitleggen waarom de industrialisatie leidde tot urbanisatie en slechte leefomstandigheden voor de arbeiders

Slide 2 - Tekstslide

Landbouw in de 18e eeuw
  • Veel verspilling --> vooral bij het zaaien
  • Open fields: elke boer had hier een stukje grond dat hij voor eigen gebruik bewerkte
  • Common fields (woeste gronden): grond voor gemeenschappelijk gebruik, hier liepen ook koeien en schapen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een nadeel aan het gebruiken van open en common fields?

Slide 4 - Open vraag

Landbouw vernieuwingen
  • De zaaimachine van Jethro Tull 
  • --> verspilling voorkomen, meer opbrengst

Slide 5 - Tekstslide

Agrarische revolutie
  • Meer landbouwgrond door de enclosures
  • Opbrengst van de grond werd hoger door machines (zaaimachine bijv.)
  • Verbouwen van andere gewassen --> voedergewassen voor het vee

Slide 6 - Tekstslide

Kies de juiste oorzaak-gevolg combinatie
A
Meer vee-meer mest-meer voedsel
B
Meer voedsel-meer mest-meer vee
C
Meer mest- meer vee- meer voedsel
D
Meer vee-meer voedsel-meer mest

Slide 7 - Quizvraag

Demografische revolutie
  • Demografie = bevolkingsgroei
  • Door de agrarische revolutie kwam er meer voedsel en groeide de bevolking --> kindersterfte nam af

Slide 8 - Tekstslide

Technologie
  • Boeren werken in huisnijverheid in winter
  • Kunnen vraag naar kleding niet bijbenen
  • Gevolg: zoektocht naar snellere productiemethoden
  • Schietspoel: sneller weven (1733, John Kay)
  • Spinning Jenny: sneller garen spinnen (1764, James Hargreaves)
  • Waterframe: spinmachine op waterkracht (1767, Richard Arkwright)
  • Waterframe is te groot voor huisnijverheid  --> ontstaan fabrieken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Industrie

  • 1781: James Watt verbetert stoommachine --> toepassing kledingindustrie
  • Groeiende vraag naar arbeiders voor fabrieken
  • Gevolg: ontstaan fabriekssteden (Liverpool, Manchester) --> urbanisatie
  • Gebrek aan sociale wetten zorgen voor verschrikkelijke arbeids- en woonomstandigheden

Slide 12 - Tekstslide

Bekijk de kaart.
Wat valt je op aan de locatie van de steden?

Slide 13 - Open vraag

Fabriekssteden
  • Kapitalisme: winst maken
  • Fabriekseigenaren willen zo goedkoop mogelijk produceren
  • Gevolg: lage arbeidslonen, een investeringen in veiligheid
  • Daarnaast: géén wetten om de arbeiders te beschermen
  • Door een overschot aan arbeiders en tekort aan werk konden zij geen eisen stellen...

Slide 14 - Tekstslide

Fabriekssteden

  • Arbeiderswoningen staan dicht bij elkaar en bij fabrieken
  • Géén riolering of watervoorziening, kleine woningen
  • Gevolg: epidemiën en lage levensverwachting

Slide 15 - Tekstslide

In 1866 brak in Maastricht een cholera-epidemie uit. Als gevolg van deze
zeer besmettelijke ziekte overleden 298 inwoners, waarvan 295 arbeiders
en armen.
Welke oorzaak-gevolg relatie bestond er tussen deze epidemie en de Industriële Revolutie?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video