Kapitel 2 havo 1

Kapitel 2 Aber mit Sahne!
Les 2 Kapitel 2    Havo 1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 2 Aber mit Sahne!
Les 2 Kapitel 2    Havo 1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wanneer schrijf je in het Duits een hoofdletter?

Slide 3 - Woordweb

Hoofdletters
  • Aan het begin van een zin
  • Bij namen, plaatsen, landen
  • Bij zelfstandige naamwoorden (wat zijn dit ook al weer?)

Slide 4 - Tekstslide

3.4 Großbuchstaben (39 x)
Überraschung
Es ist sechs Uhr. Paula ist schon aufgestanden. Der Hund, Wuschi, springt aus seinem Korb. Er bellt fröhlich. ‘Still!’ sagt Paula. Dann geht sie in die Küche. Sie deckt den Tisch: Teller, Gläser, Brötchen, Marmelade, Butter, Besteck .... Dann hängt sie noch einige Ballons und Girlanden auf. Um sieben Uhr kommen der Vater und die Mutter. ‘Herzlichen Glückwunsch!’ schreit Paula. Heute haben Paulas Vater und Paulas Mutter nämlich beide Geburtstag! Ist das keine tolle Überraschung?     

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De volgende dia's zijn extra opdrachten
Je hoeft niet alle opdrachten te maken (mag wel) maar je maakt er in ieder geval 2 .
Dia 10 en 11  zijn  extra oefeningen met haben
Dia 12 t/m 17  is een kijk/luisteropdracht. Na elk fragment komt een vraag beantwoord deze vraag en ga door naar het volgende fragment.
Gebruik je oortjes!!!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

Slide 12 - Video

Wat besteld de jongen?
A
Appeltaart
B
Pepermunttaart
C
Cheescake
D
geen taart

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Wat betekent Guten Apetit?
A
goed gekozen
B
eet smakelijk
C
veel plezier

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Waarom kan de serveerster de 50 euro niet aannemen?
A
ze mag geen 50 euro aannemen
B
het is een vals briefje van 50 euro
C
ze heeft niet genoeg wisselgeld

Slide 17 - Quizvraag

Schrijf de 9 persoonlijk voornaamwoorden op

Slide 18 - Woordweb

schrijf de vervoegingen van het werkwoord haben op

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Tekstslide