Tekstdoelen

Welkom klas 1C
Spullen klaarleggen: huiswerk, werkboek, schrift, etui, agenda
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 1C
Spullen klaarleggen: huiswerk, werkboek, schrift, etui, agenda

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
Dinsdag 27-6

werkblad
rollen van werkwoorden.
Bespreken: woensdag 28-6

Slide 2 - Tekstslide

Welke tekstsoorten ken je?

Slide 3 - Tekstslide

Tekstsoorten

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Je gaat in een groepje verschillende tekstsoorten bekijken / lezen en met elkaar vergelijken.
Daarna gezamenlijk de vragen van het werkblad beantwoorden.





Slide 5 - Tekstslide

Opdracht - tekstsoorten
  • Wat is dit voor soort tekst?
  • Heb je eerder zo'n tekst gelezen?
  • Waar kom je zulk soort teksten tegen? Waar is deze tekst uit?
  • Wat is het doel van dit soort teksten? Waarom schrijft of leest iemand deze tekst?
  • Wat zijn de kenmerken van dit soort teksten?

Slide 6 - Tekstslide

Groepjes klas 1C
Groep 1
groep 2
groep 3
groep 4
groep 5
Diek
Bas
Aaliyah
Iris
Julia
Sterre
Tishano
Luuk
Owen
Maxime
Emma
Senna
Marjanne
Gijs
Lauren
Anne
Bram
May
Sem

Slide 7 - Tekstslide

lesdoel  = Tekstdoel
Wat wil een schrijver
met zijn tekst bereiken?
Waarom schrijft hij deze tekst?

Slide 8 - Tekstslide

Tekstdoel
Een schrijver schrijft zijn tekst met een bepaalde bedoeling: het tekstdoel.
Soms heeft een schrijver méér doelen met zijn tekst. Dan is altijd één doel het belangrijkst.

Slide 9 - Tekstslide

Doel van deze les
Na deze les weet je dat er 5 tekstdoelen zijn: informeren, amuseren, overtuigen, activeren en instrueren.
Je kunt deze tekstdoelen uitleggen en je weet welke tekstsoorten erbij horen.

Slide 10 - Tekstslide

Vraag?
Welke tekstdoelen ben je in jouw teksten tegengekomen?

Slide 11 - Tekstslide

tekstdoel
De schrijver wil:
informeren
amuseren
overtuigen
activeren
instrueren

Slide 12 - Tekstslide

tekstdoel
De schrijver wil:
informeren
de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp. Je krijgt vooral feitelijke informatie. Je leest de tekst om iets te weten te komen.
amuseren
dat de lezer plezier heeft in het lezen van de tekst.
overtuigen
dat de lezer zijn mening overneemt.
activeren
dat de lezer iets gaat doen; dat de lezer in actie komt.
instrueren
dat de lezer weet hoe hij iets moet doen/uitvoeren.

Slide 13 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Ieder groepje wordt expert op één tekstdoel.
Je maakt een presentatie over jouw tekstdoel.
  • Je legt uit wat jouw tekstdoel betekent, wat wil de schrijver?
  • Je legt uit waarom jouw voorbeelden bij jouw tekstdoel horen (kies er 3).
  • Weet je zelf nog meer voorbeelden?




Slide 14 - Tekstslide

Groepjes klas 1C
Informeren
amuseren
activeren
overtuigen
instrueren
Diek
Bas
Aaliyah
Iris
Julia
Sterre
Tishano
Luuk
Owen
Maxime
Emma
Senna
Marjanne
Gijs
Lauren
Anne
Bram
May
Sem

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk 30-6

Presentatie afmaken en mailen aan mij.

Slide 16 - Tekstslide