V3J Laatste les 2023 quizvragen

V3J Laatste les 2023 quizvragen
Beantwoord de volgende vragen, gemaakt door jullie zelf (min of meer)! Viel Erfolg und viel Spaß!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

V3J Laatste les 2023 quizvragen
Beantwoord de volgende vragen, gemaakt door jullie zelf (min of meer)! Viel Erfolg und viel Spaß!

Slide 1 - Tekstslide

Wie hoort er bij het groepje "Die Bratwurst" van V3J?
A
Juliët
B
Evy
C
Pleun
D
Jessy

Slide 2 - Quizvraag

Vertaal de woorden tussen haakjes: Die Mitarbeiter (arbeiten ehrenamtlich). Das heißt, sie bekommen kein Geld dafür.
A
werken voor de kost
B
werken als ambtenaar
C
doen vrijwilligerswerk
D
werken niet

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel letters heeft het langste Duitse woord? Rindfleischetikettierungsüberwachungsaufgabenübertragungsgesetz
A
75
B
79
C
66
D
60

Slide 4 - Quizvraag

Vul aan: Es gibt viele Bücher in der .......

Slide 5 - Open vraag

Schrijf op: juist of onjuist
In Duitsland heb je méér dan 1000 verschillende soorten worsten.

Slide 6 - Open vraag

Waar komen Mozartkugeln vandaan?
A
Zwitserland
B
Oostenrijk
C
Duitsland
D
Luxemburg

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent "spenden"?
A
doneren
B
eenvoudig
C
de wijk
D
fietsen

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent: Gern geschehen
A
Dank je wel
B
Graag gezien
C
Niets aan te doen
D
Graag gedaan

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste handelsstad van Duitsland?
A
Frankfurt am Main
B
Frankfurt an der Oder
C
Berlin
D
Düsseldorf

Slide 10 - Quizvraag

Hoe vaak is Duitsland voetbalwereldkampioen geworden?
A
0 keer
B
4 keer
C
2 keer
D
3 keer

Slide 11 - Quizvraag

Wat is "fruit" in het Duits?
A
Fraut
B
Fraucht
C
Obst
D
Obstt

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent "Redemittel" in het Nederlands?
A
zinnen
B
woorden
C
lijst
D
uitdrukkingen

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet de grootste provincie (= Bundesland) van Duitsland?
A
Sachsen
B
Saarland
C
Bayern
D
Niedersachsen

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel buurlanden heeft Duitsland?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet het bekende Duitse feest dat in oktober wordt gevierd?
A
Septemberfeest
B
Septemberfest
C
Oktoberfeest
D
Oktoberfest

Slide 16 - Quizvraag

Wat is er zo bijzonder aan het Oktoberfest?
A
Het begint eigenlijk in september.
B
Het begint in oktober en eindigt in november.
C
Het is helemaal niet in oktober.
D
Het wordt in heel Duitsland gevierd.

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal: das Gerät

Slide 18 - Open vraag

Hoe zeg je in het Duits: "Waar ben je op vakantie geweest?"
A
Wo bist du auf Ferien gewesen?
B
Wo bist du auf die Ferien gewesen?
C
Wo bist du im Urlaub gewesen?
D
Wo bist du in den Urlaub gewesen?

Slide 19 - Quizvraag

Wat was bij de geboorte de meest gekozen jongensnaam in Duitsland in 2022?
A
Bernd
B
Armin
C
Abe
D
Timo

Slide 20 - Quizvraag

Vertaal: invloed
A
Einflüss
B
Eiflüss
C
Einfluß
D
Einfluss

Slide 21 - Quizvraag

Vertaal: "Nee, ik weet de weg niet."
A
Nein, ich kenne den Weg nicht.
B
Nein, ich kann den Weg nicht.
C
Nein, ich kenne der Weg nicht.
D
Nein, ich kenne Weg nicht.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de hoofstad van Zwitserland?
A
Basel
B
Bern
C
Salzburg
D
Wien

Slide 23 - Quizvraag

Welches Wort gehört nicht dazu?
A
das Obst
B
das Gemüse
C
das Getränk
D
der Abfall

Slide 24 - Quizvraag

Zeg dat je een paar dagen in het ziekenhuis moet blijven.
A
Ich muss einen Tag im Krankenhaus bleiben.
B
Du musst ein paar Tage im Krankenhaus bleiben.
C
Ich muss ein paar Tage im Krankenhaus bleiben.
D
Ich muss ein paar Tage im Krankenhaus warten.

Slide 25 - Quizvraag

Welke stad is dit schooljaar in klas V3 NIET besproken?
A
Bern
B
Salzburg
C
Hamburg
D
Rügen und Lübeck

Slide 26 - Quizvraag

Welche Stadt ist die meistbesuchte Stadt Deutschlands?
A
Hamburg
B
Düsseldorf
C
Berlin
D
Cochem

Slide 27 - Quizvraag

Wat betekent "das Denkmal"?
A
de beurs
B
het monument
C
het dagelijks leven
D
de bakkerij

Slide 28 - Quizvraag

Vertaal: (Wat zegt u?)

Slide 29 - Open vraag

Wat is het grootste eiland van Duitsland?
A
Texel
B
Sylt
C
Bremen
D
Rügen

Slide 30 - Quizvraag

Wat was de hoofdstad van Duitsland van 1946 tot 1999?
A
Bremen
B
München
C
Köln
D
Bonn

Slide 31 - Quizvraag

Welke 2 dieren staan afgebeeld voor de beurs in Frankfurt am Main?
A
der Bulle und die Kuh
B
der Bär und die Kuh
C
der Bulle und der Bär
D
der Bär und der Hund

Slide 32 - Quizvraag