31-05

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welcome!

•  Telefoon in de telefoontas
• Laptop dicht op de tafel leggen
• Zorg dat je klaar bent om te beginnen
  

Today

•  Herhaling past simple: verleden tijd
• Opdrachten maken van 5.4
• Tweede uur: Past simple in vraagzinnen en negatieve zinnen.
  
• Opdrachten maken van 5.5
  

Past simple: wat weet je nog?

•  Wanneer gebruik je de past simple?
• Wat is de vorm van de past simple?
• Weet je de spellingregels nog?
  

Past simple

 Wanneer iets vroeger gebeurd is en nu niet meer.

Vorm: Ww + ed

Yesterday, I walked to school

Last year, I climbed a mountain

Spellingsregels

1.      Eindigt een werkwoord op -e zoals live?
    Dan voeg je alleen een -d toe.
    Dus: live wordt lived
2.  Eindigt een werkwoord op een medeklinker en daarna een -y zoals try?
Dan vervang je de -y met een -i in de past simple en zet je er weer -ed achter in de verleden tijd
Dus: try wordt tried

Spellingsregels

3.  Eindigt een werkwoord op een klinker en -y zoals play?
Dan zet je er gewoon -ed achter in de verleden tijd
Dus play wordt played
4.  Eindigt een werkwoord op een klinker en een medeklinker zoals: Stop of clap?
Dan verdubbel je de laatste medeklinker in de verleden tijd
Dus stop wordt stopped en clap wordt clapped

Spellingsregels

5.  Eindigt een werkwoord op een -L en heeft het 2 of meer lettergrepen zoals travel en cancel?
Dan verdubbel je de L in de verleden tijd
Travel wordt dan travelled en cancel wordt dan cancelled

Opdrachten maken

Weektaak: 5.4: 1-10

Eerste 10 minuten in stilte aan het werk

Daarna zachtjes overleggen met je buur

Vraag? Vinger graag!

Klaar? Woorden leren via quizlet of eerdere opdrachten afmaken.

5 minuten pauze

• Daarna verder bouwen op de past simple
  
• Opdrachten 5.5
  

Lesdoelen

•  Je weet hoe je de past simple kan gebruiken in vraagzinnen en negatieve zinnen.
  

Planning

•  Uitleg
  
• Zelfstandig verder werken
  

Past simple: questions and negative sentences

•  Weet je nog? Bevestigende zin: I walked to school yesterday
• Regel = ww + ed

Negative sentence in the past simple

Negatieve zin: I didn't/did not walk to school yesterday
Onderwerp + didn't/did not + hele werkwoord

Questions in the past simple

Vraagzin: Did you walk to school yesterday?
Regel: Did + onderwerp + hele werkwoord

LET OP!

Let op! Dus geen -ed bij vraagzinnen en negatieve zinnen.

Altijd did!

Alleen bij bevestigende zinnen in de past simple -ed

Overzicht

Oefenen

•  Pak pen en papier. Maak van elke bevestigende zin een vraagzin en een ontkennende/negatieve zin.
• Voorbeeld: He bruised his knee.
• Did he bruise his knee?
• He didn't bruise his knee
  

Oefenen

•  Maak een negatieve en een vraagzin van deze bevestigende zin.
• Jessica injured her wrist.
• The dog coughed a lot.
• You tried to find a doctor.

Zelf nakijken

•  Jessica injured her wrist
• Jessica didn't injure her wrist
• Did Jessica injure her wrist?

• The dog coughed a lot.
  
• The dog didn't cough a lot
• Did the dog cough a lot?
  

Zelf nakijken

•  You tried to find a doctor.
  
• You didn't try to find a doctor
• Did you try to find a doctor?
  

Opdrachten maken

•  Wat? Maak 5.4: 1-10
• Klaar? Maak daarna 5.5: 2-6 + 8-11
• Hoe? In stilte aan het werk
• Hulp? Heb je een vraag steek je je hand op
• Helemaal klaar? Woorden leren via quizlet.