E voor W
1 / 18
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waar staat PBM voor?
A
persoonlijke beluchtingsmiddelen
B
persoonlijke basis middelen
C
persoonlijke beschermingsmiddelen
D
persoonlijke bril middelen
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Geleiders
Isolatoren
aluminium
glas
Ijzer
Koper
Kurk
Plastic
Rubber
Staal
Slide 3 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Voor wie is de veiligheidsbril bestemd?
A
Voor iemand die bij zijn werk beschermd moet worden tegen rondvliegende harde en scherpe deeltjes
B
Voor iemand die door zijn slechte ogen niet veilig kan werken
C
Voor iemand die door zijn bril geen volgelaatsmasker past
D
Voor iemand met oogklachten
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke zin klopt NIET?
A
Geleiding in een stroomkring.
B
Koper geleidt geen elektriciteit.
C
Alle metalen kunnen geleiden.
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is GEEN voorbeeld van gehoorbescherming?
A
pluggen
B
gehoorkappen
C
koptelefoon
D
oordoppen
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer ben je verplicht gehoorbescherming te dragen?
A
60 db(A)
B
70 db(A)
C
80 db(A)
D
90 db(A)
Slide 9 - Quizvraag
Officieel moet je gehoorbescherming dragen vanaf 90 decibel.
60db Hoorbaar Stemgeluid, apparatengeluid,
60db Hoorbaar Stemgeluid, apparatengeluid,
70db Irritant Meerdere personen die telefoneren
75db Constant geluid Vol restaurant dat aan het praten is.
80db vrachtverkeer op een afstandje.
85db Luid Zagen, mixer
90db Zeer hinderlijk Vrachtwagen, schreeuwen, juichen, gillen
95db Lawaai Drilboor, Scooter
100db Zeer luid Straaljager op 300 m hoogte.
105db Helikopter van dichtbij
110db Extreem luid Rockconcert, kettingzaag.
schakelaar
lampje
spanningsbron
Slide 10 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke BPM heb je nodig als je, je elektro praktijkoefening op school moet maken?
A
Veiligheidsbril
B
Werkschoenen
C
oorkappen
D
handschoenen
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zien we hier?
A
geaard wandcontactdoos inbouw
B
geaard wandcontactdoos opbouw
C
niet geaard wandcontactdoos inbouw
D
niet geaard wandcontactdoos opbouw
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar denken we aan bij
energie?
energie?
timer
2:00
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel volt loopt er door onze fasedraad(bruin) heen?
A
220 Volt
B
230 Volt
C
240 Volt
D
250 Volt
Slide 14 - Quizvraag
Is het 220 of 230 volt?
De verandering van 220 volt naar 230 volt
In 1989 werd besloten dat de netspanning van 220 volt naar 230 volt zou gaan. Hierbij werd afgesproken om in ongeveer 15 jaar langzamerhand te verhogen naar 230 volt. Tegenwoordig zijn alle elektrische apparaten wel vervangen voor varianten die met 230 volt kunnen omgaan.
Wat is GEEN duurzame energie?
A
Zonne-energie
B
Wind-energie
C
Steenkool-energie
D
Water-energie
Slide 15 - Quizvraag
Steenkool is niet duurzaam er is maar een beperkte hoeveelheid in de aarde, en als het op is, kunnen we het niet meer gebruiken. Bovendien veroorzaakt het veel vervuiling, zoals CO₂-uitstoot, wat slecht is voor het klimaat en de luchtkwaliteit.
Elektriciteit is er niet zo maar, elektriciteit moet je ...
Dat gebeurt in ...
Om de centrales te laten werken heb je ... , ... of ... nodig.
olie
elektriciteitscentrales
gas
opwekken
steenkool
Slide 16 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Reken om:
1200 W = .... kW
1200 W = .... kW
A
1.2 kW
B
12 kW
C
0.12 kW
D
120 kW
Slide 17 - Quizvraag
om van Watt naar kiloWatt te gaan moet je delen door 1000.
Welke eenheid hoort bij spanning?
A
Watt
B
Volt
C
Ohm
Slide 18 - Quizvraag
Watt = vermogen
Volt = Spanning
Ohm = weerstand
