In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Schrijven:
een zakelijke e-mail
Slide 1 - Tekstslide
Heb je weleens een zakelijke brief geschreven?
Slide 2 - Woordweb
Een zakelijke email
A
formeel
B
informeel
Slide 3 - Quizvraag
Een zakelijke mail stuur je
A
naar je beste vrienden
B
naar bedrijven of instellingen
Slide 4 - Quizvraag
Kies de juiste aanhef...
A
Hallo heer, mevrouw,
B
Geachte heer/ mevrouw,
C
Geachte heer en mevrouw,
Slide 5 - Quizvraag
In een zakelijke email spreek je de ander aan met 'U'
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Kies de juiste afsluiting, slotgroet..
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
Slide 7 - Quizvraag
Onder je email zet je
A
je voornaam
B
je achternaam
C
je voor- en achternaam
Slide 8 - Quizvraag
In een zakelijke email moet je verplicht je adres en telefoonnummer vermelden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Hey hallo,
Ik ben Maarten. Ik zou graag gratis info over het Achterhuis willen hebben. Ken jij mij die sturen? Ik wil natuurlijk een goed cijfer halen voor geschiedenis.
Het dagboek van Anne Frank heb ik al voor het vak Nederlands gelezen. Dat is wel ff een indrukwekkend boek zeg! Volgende week houdt ik mijn spreekbeurt dus of je een beetje op wil schieten met de info. Bye.
Emilio
A
Zakelijke brief
B
Persoonlijke brief
Slide 10 - Quizvraag
Theorie
Regels:
Aanhef: Beste meneer De Groot of Geachte meneer/mevrouw,
Geef geen overbodige informatie.
Spreek de persoon aan met u.
Sluit af met een beleefde groet en je
voor- en achternaam.
Controleer je mail voordat je de mail verzendt.
Slide 11 - Tekstslide
Theorie: hoe schrijf ik de namen
Geachte meneer De Groot,
Beste J.de Groot,
Geachte Jan de Groot,
Beste meneer Van de Broek,
Beste J.van de Broek,
Geachte Jan vd Broek
Waar de naam begint, start de hoofdletter!
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag..
Schrijf een korte, zakelijke e-mail over één van de volgende onderwerpen:
Je moet een presentatie houden over het Rijksmuseum in Amsterdam. groep B
Je zou graag lid willen worden van een sportvereniging. groep A
Je mailt naar Apple, omdat je je iPhone in de wc hebt laten vallen. C
Je mailt naar DHL, omdat je pakketje is niet bezorgd. C