Periode 1 week 37 les 1

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Bonjour les jeunes! 


- Chewing gum à la poubelle
- Enlève ta veste
- Prends ton livre et ton cahier et ton ordinateur
- On commence dans 2 minutes

                            MERCI!

timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Les objectifs
Aan het eind van deze week kan ik.....

  1. informatie vinden in korte teksten (selfies/ een online beroep)
  2. onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
Subdoelen
- Ik ken een aantal bijvoeglijke naamwoorden in het Frans
- Ik weet de plek van het bijvoeglijk naamwoord in een Franse zin
- Ik weet dat er een aantal uitzonderingen zijn


Slide 4 - Tekstslide

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

Check- in
A. zij  heeft gehad
B. zij zijn geweest
C.  ik  heb gehad
D.  wij/we zijn geweest
E. jij / je bent geweest
F. wij hebben gehad
1.  nous  avons eu
2.  tu as été
3.  ils  ont été
4.  j'ai eu
5.  on a été
6.  elle a eu

Slide 5 - Sleepvraag


Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Tekstslide

Wat weten jullie nu?

Slide 7 - Tekstslide

Noem een paar Franse bijvoeglijke naamwoorden op die je kent

Slide 8 - Woordweb

Waar gebruik je bijvoeglijke naamwoorden voor?

Slide 9 - Woordweb

De meeste Franse bijvoeglijke naamwoorden staan _______ het zelfstandig naamwoord.
A
voor
B
achter

Slide 10 - Quizvraag

Wat weet je over de plek van onderstaande bijvoeglijke naamwoorden?
jeune 
vieux 
nouveau
mauvais
long
beau
beau
grand petit
premier
dernier
joli

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg

Filmpje 1: de plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Filmpje 2: onregelmatige vormen

Slide 12 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord
 Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan op het zelfstandig naamwoord. 
Enk
Mv
Man
-
s
vrouw
e
es

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeelden
Il habite dans une grand maison
Une maison = vrouwelijk enkelvoud
Grand --> grande

Il habite dans une grande maison

Slide 14 - Tekstslide

Intéressant
Beau
Nouveau
Bleu
Petite
Voor het zelfstandig naamwoord
Na het zelfstandig naamwoord

Slide 15 - Sleepvraag

Bijzondere vormen
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -x-, krijgt de vrouwelijke vorm -se- op het einde.
Heureux - heureuse

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -f-, krijgt de vrouwelijke vorm -ve- op het einde. 
Sportif - sportive

Slide 16 - Tekstslide

Bijzondere vormen
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -ien-, krijgt de vrouwelijke vorm -ienne- op het einde.
Italien - Italienne

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -eux-, krijgt de vrouwelijke vorm -euse- op het einde. 
dangereux - dangereuse

Slide 17 - Tekstslide

De vrouwelijke (enk) vorm van jaloux
A
jaloux
B
jalouxe
C
jalouse
D
jalouses

Slide 18 - Quizvraag

Vrouwelijke vorm (meervoud) van délicieux
A
délicieux
B
délicieuses
C
délicieuss
D
délicieuse

Slide 19 - Quizvraag

Mannelijk (enkelvoud) van het woord; sportif
A
sportif
B
sportives
C
sportifs
D
sportive

Slide 20 - Quizvraag

Enkele bijzondere vormen
Vieux - vieille (oud)
Nouveau - nouvelle (nieuw)
beau - belle (mooi)
bon - bonne (goed,lekker)
Blanc - blanche (wit)
fou - folle (gek)
long - longue (lang)

Slide 21 - Tekstslide

Een goed boek
A
Un bon livre
B
Une bonne livre
C
Une livre bonne
D
Un livre bon

Slide 22 - Quizvraag

Een gevaarlijke weg

Dangereux
A
Une route dangereux
B
Une route dangereuses
C
une route dangereuse
D
une dangereuse route

Slide 23 - Quizvraag

Een mooi meisje
A
Une fille belle
B
Une bel fille
C
Une fille bele
D
Une belle fille

Slide 24 - Quizvraag

Een Franse taart
A
Un gateau france
B
Un gateau française
C
Un gateau français
D
Un français gateau

Slide 25 - Quizvraag

Au travail! choisis:
Lire:

exercices 8, 9a t/m c, 10, 11 p. 24 t/m 27
Grammaire:

bijvoeglijk naamwoord
exercices 15, 16a t/m d, 16f (uitdaging), 17 
p. 30 t/m 33
Apprendre:

Vocabulaire B p. 48
 
Écrire:

Brief 1 oefenen met docent

Slide 26 - Tekstslide

gfdfdfvsdvsdvsd




Aan het eind van deze week kan ik.....

  1. informatie vinden in korte teksten (selfies/ een online beroep)
  2. onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
Check- out
Schrijf op een post- it:

1.  wat je vandaag hebt geleerd
2. welke vraag je hebt na deze les
3. een TIP voor de docent over deze les
4. een TOP voor de docent over deze les

Slide 27 - Tekstslide