H4beco. H08.4 Annuïtetenhypotheek

Bedrijfseconomie
Hoofdstuk 8: Woning
Paragraaf 4
Annuïteitenhypotheek
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bedrijfseconomie
Hoofdstuk 8: Woning
Paragraaf 4
Annuïteitenhypotheek

Slide 1 - Tekstslide

Heb je vertrouwen in de toets?
A
Makkelijk
B
Zes is prima
C
Rond de vijf
D
Ben er bang voor

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel uur denk je totaal voor te bereiden?
A
5-
B
5 tot 10
C
10 tot 15
D
15+

Slide 3 - Quizvraag

Verzekeringsmaatschappijen of verzekeraar
Polis
Polisvoorwaarden
Premie

Slide 4 - Sleepvraag

Je verzekert je fiets voor een premie van € 84 per jaar. De poliskosten zijn € 7. De assurantiebelasting bedraagt 21%. Bereken de verzekeringskosten.

Slide 5 - Open vraag

Hypothecaire leningen
Lineaire hypotheek
Annuïteitenhypotheek

Slide 6 - Tekstslide

Lineaire hypotheek
  • Hoe bereken je het rentebedrag per jaar? 
  •  Hoe bereken je de schuldrest na X jaar?
De rente over het eerste jaar is het rentepercentage x de restschuld aan het begin van het jaar. 

In de tabel lees je in kolom A af dat de restschuld aan het begin van het eerste jaar € 100.000 is. Boven kolom C lees je af dat de rente 6% is. 

De rente over het eerste jaar bereken je dan als volgt: 6% x € 100.000 = € 6.000 


Wat is de schuldrest aan het begin van jaar 3?  

Aan het begin van jaar 3 hebben er twee aflossingen plaatsgevonden, de aflossing aan het einde van jaar 1 en de aflossing aan het einde van jaar 2. 

De schuldrest is dan de hoogte van de oorspronkelijke lening € 100.000 - 2 x € 10.000 = € 80.000

Slide 7 - Tekstslide

Vandaag
Herhaling: quizvragen

Uitleg annuïteitenhypotheek

Zelfstandig aan de slag

Slide 8 - Tekstslide

Het is de plicht van de huurder om een opstalverzekering te nemen op het pand waarin hij/zij woont.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Alfred heeft met zijn verhuurder een contract voor onbepaalde tijd afgesloten. Het blijkt zo goed te gaan tussen hem en zijn vriend dat ze na 8 maanden besluiten samen te gaan wonen. Alfred zegt zijn huur op. Mag dat?
A
Ja, maar hij heeft een opzegtermijn van 3 maanden.
B
Ja, dat kan zonder problemen.
C
Nee, want hij mag in de eerste 12 maanden niet opzeggen.
D
Nee, want hij heeft een opzegtermijn van 3 maanden.

Slide 10 - Quizvraag

De overheid heeft bepaald dat de huurprijs van sociale huurwoningen maximaal met 2% per jaar mogen stijgen. Pieter huurt in de vrije sector. Zijn huurbaas verhoogt de huur met 5%. Mag dat?
A
Ja, want de vrije sector hoeft zich niet aan de 2% te houden.
B
Ja, want Pieter verdient toch wel genoeg als hij in de vrije sector huurt.
C
Nee, want de vrije sector moet zich ook aan de wet houden.
D
Nee, want de huur in de vrije sector is al zo hoog.

Slide 11 - Quizvraag

Stap 1:
Stap 2:
Stap 3:
Stap 4:
Stap 5:
Hypotheekadviseur
Bank
Notaris
Taxateur
Makelaar

Slide 12 - Sleepvraag

Jacob heeft een lineaire hypotheek afgesloten voor €360.000 met een looptijd van 30 jaar tegen 2,3% rente. Hoeveel lost hij jaarlijks af op deze lening?

Slide 13 - Open vraag

Jacob heeft een lineaire hypotheek afgesloten voor €360.000 met een looptijd van 30 jaar tegen 2,3% rente. Hoeveel euro rente betaalt hij in jaar 2?

Slide 14 - Open vraag

Lineaire hypotheek
Lineaire hypotheek 
          = 
Vast aflossing 
         + 
rente over restschuld dat jaar

Slide 15 - Tekstslide

Lineaire hypotheek
Jaar
Beginschuld
Aflossing
Rente
Eindschuld
1
€360.000
€12.000
€8.280
€348.000
2
€348.000
€12.000
€8.004
€336.000

Slide 16 - Tekstslide

Annuïteitenhypotheek
Vast bedrag per periode = Annuïteit

Annuïteit = aflossing + rente

Slide 17 - Tekstslide

Jacob heeft een lineaire hypotheek afgesloten voor €360.000 met een looptijd van 30 jaar tegen 2,3% rente. De jaarlijkste annuïteit bedraagt €16.744,58. Bereken de aflossing die Jacob in jaar 1 betaald.

Slide 18 - Open vraag

Annuïteitenhypotheek
Annuïteit = €16.744,58
Jaar
Beginschuld
Aflossing
Rente
Eindschuld
1
€360.000
€8.464,58
€8.280
€351.535,42
2
€351.535,42
€8.659,27
€8.085,31
€342.876,15

Slide 19 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Maak opgave 8.9 t/m 8.13

Kom je er niet uit?
Zoomlink in classroom onder de naam van de klas. 

Antwoorden staan in classroom

Slide 20 - Tekstslide