Economisch bekeken -H5.1 Ontwikkelingslanden (BB)


5. De wereld om je heen 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


5. De wereld om je heen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




5.1 Ontwikkelingslanden


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • de kenmerken en gevolgen van armoede in noemen.
  • uitleggen wat infrastructuur is.
  • uitleggen wat het begrip ontwikkelingsland betekent.
  • uitleggen wat het begrip ondervoeding betekent.
  • uitleggen wat een analfabeet is.
  • uitleggen wat de begrippen nationaal inkomen en nationaal inkomen per hoofd van de bevolking.
  • oorzaken en gevolgen van armoede in een vicieuze cirkel plaatsen. *
Wat gaan we leren?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Een ontwikkelingsland, zoals
      Mozambique, is een land waar de
      inkomens en productie laag zijn. 
  • Met andere woorden: Het
      gemiddelde inkomen is laag en er
      wordt weinig gemaakt.

Ontwikkelingsland

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Een laag inkomen per hoofd  van de bevolking.
  • Ongelijke inkomensverdeling
  • Veel werkloosheid
  • Ondervoeding
  • Analfabetisme
  • Beperkte technische ontwikkeling
  • Een eenzijdige economie:
     landbouw.

  •  
Wat zijn de kenmerken van een ontwikkelingsland?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • De armoedegrens is het inkomen dat door de Verenigde Naties wordt gezien als een minimum om van te leven.
  • Op dit moment is dat $ 1,90 per
      dag (€ 1,76).
  • 1,4 miljard mensen leven onder
      deze grens (Amnesty
       International, 2015).
Armoedegrens

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Koopkracht is de hoeveelheid
      producten die je kunt kopen van
      je geld.
  • Met andere woorden: Hoeveel
      spullen kan ik kopen voor 1 euro?
Koopkracht

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Ondervoeding betekent
      onvoldoende voeding en/of
      eenzijdige voeding.
Ondervoeding

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Analfabetisme is het percentage van de
      bevolking boven de 15 jaar dat niet kan
      lezen of schrijven.
  • Een analfabeet is iemand die niet kan lezen
      of schrijven.


Analfabetisme (analfabeet zijn)
Ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen, rekenen en het gebruiken van een computer of smartphone (Rijksoverheid, 2022)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Inkomensverdeling is de manier
      waarop het totale inkomen van
      een groep personen is verdeeld
      over deze personen.
  • Vraag: Hoe ziet dit eruit in
      ontwikkelingslanden?
  • Een klein aantal inwoners is rijk
      De overige inwoners zijn
      straatarm.


Inkomensverdeling

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Nationaal inkomen is het totaalbedrag van alle inkomens in een land (hetzelfde als het BBP uit het vorige hoofdstuk).

  • Het nationaal inkomen per hoofd van de
     bevolking is het gemiddeld jaarinkomen per
     persoon in een land.
Nationaal inkomen (per hoofd van de bevolking)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Er is armoede.
  • Daarom wordt er weinig uitgegeven (lage
      bestedingen).
  • Er is weinig vraag naar producten.
  • De lage bestedingen leiden tot
      een lage productie.
  • Een lage productie leidt weer tot
      werkloosheid.
  • Een stijging van de werkloosheid
      leidt tot meer armoede. 
De vicieuze cirkel van armoede *

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EXAMENOPGAVE
timer
2:00
D

Slide 15 - Tekstslide

D