les 4 kleding

4.1 Problemen in de kledingindustrie


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuurzaamMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

4.1 Problemen in de kledingindustrie


Slide 1 - Tekstslide

Wat is een belangrijke reden waarom kledingmerken hun productie uitbesteden aan Aziatische landen zoals Bangladesh?
A
A. Om lokale werkgelegenheid te stimuleren.
B
B. Vanwege de hogere lonen in Azië.
C
C. Om kosten te besparen door lagere lonen.

Slide 2 - Quizvraag

Wat was de impact van de Rana Plaza-ramp in 2013 op de kledingindustrie?
A
A. Verbetering van arbeidsomstandigheden in fabrieken wereldwijd.
B
B. Toename van de investeringen in levensgevaarlijke fabrieken.
C
C. Toegenomen aandacht voor slechte arbeidsomstandigheden.

Slide 3 - Quizvraag

Welke van de volgende behoort niet tot de slechte arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie?
A
A. Onveilige gebouwen.
B
B. Veilige werkomgeving met beschermende uitrusting.
C
C. Lange werkdagen zonder pauzes.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een gevolg van de lage lonen voor fabrieksarbeiders in de kledingindustrie?
A
A. Verbetering van de levensstandaard van arbeiders.
B
B. Toename van het welzijn van arbeiders.
C
C. Armoede en moeilijkheden om van het inkomen te leven.

Slide 5 - Quizvraag

Waarom wordt kinderarbeid genoemd als een probleem in de kledingindustrie?
A
A. Kinderen zijn duurdere werkkrachten dan volwassenen.
B
B. Kinderen hebben geen tijd om naar school te gaan.
C
C. Kinderen worden vaak ingezet vanwege lagere loonkosten.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een negatieve impact van de katoenproductie op het milieu?
A
A. Toename van de biodiversiteit.
B
B. Watertekorten voor de plaatselijke bevolking.
C
C. Verbetering van de waterkwaliteit.

Slide 7 - Quizvraag

Hoe kan het kopen van tweedehands kleding bijdragen aan het verminderen van milieuvervuiling?
A
Door de productie van nieuwe kleding te stimuleren.
B
B. Door de vraag naar nieuwe kledingmaterialen te verminderen.
C
Door de uitstoot van broeikasgassen te verhogen.

Slide 8 - Quizvraag

Welke extra belasting voor het milieu wordt geassocieerd met de productie van spijkerbroeken?
A
A. Verlaging van het waterverbruik.
B
B. Gebruik van milieuvriendelijke kleurstoffen.
C
C. Behoefte aan extra water voor wassing en gebruik van schadelijke kleurstoffen.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een mogelijke oplossing om de negatieve impact van de katoenproductie te verminderen?
A
A. Verhogen van het waterverbruik.
B
B. Beperken van het gebruik van chemicaliën.
C
C. Stimuleren van monocultuur op katoenplantages.

Slide 10 - Quizvraag

Waarom zijn kledingfabrieken in Azië aantrekkelijk voor kledingmerken?
A
A. Vanwege de hogere lonen voor fabrieksarbeiders.
B
B. Vanwege de lagere productiekosten.
C
C. Vanwege de betere arbeidsomstandigheden.

Slide 11 - Quizvraag

4.2 duurzame kleding

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn enkele kenmerken van duurzame kleding?
A
A. Hoge prijs en snelle mode.
B
B. Lage prijs en lokale productie.
C
C. Minimale milieubelasting en eerlijke arbeidsomstandigheden.

Slide 13 - Quizvraag

Hoe kunnen kledingstukken milieuvriendelijk zijn?
A
A. Door gebruik te maken van synthetische materialen.
B
B. Door het verminderen van waterverbruik en het vermijden van giftige stoffen.
C
C. Door het gebruik van onveilige productieprocessen.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een belangrijk aspect van eerlijk geproduceerde kleding?
A
A. Lage lonen en lange werkdagen voor arbeiders.
B
B. Veilige en gezonde werkomstandigheden en eerlijke lonen.
C
C. Kinderarbeid en dwangarbeid.

Slide 15 - Quizvraag

Waarom kan 'Made in Bangladesh' op een kledinglabel een waarschuwing zijn?
A
A. Omdat kleding uit Bangladesh van hoge kwaliteit is.
B
B. Omdat arbeiders daar een eerlijk loon krijgen.
C
C. Omdat arbeiders daar mogelijk onderbetaald worden en onder slechte omstandigheden werken.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een voordeel van lokaal geproduceerde kleding binnen Europa?
A
A. Hogere productiekosten
B
B. Minder CO2-uitstoot door kortere transportafstanden.
C
C. Minder regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden.

Slide 17 - Quizvraag

Hoe kun je erachter komen hoe duurzaam jouw favoriete kledingmerk is?
A
A. Door het aantal kledingstukken dat per jaar wordt geproduceerd te controleren.
B
B. Door de websites Good On You en Project Cece te raadplegen.
C
C. Door alleen kleding te kopen die in Nederland is geproduceerd.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een manier om je ecologische voetafdruk te verkleinen met betrekking tot kleding?
A
A. Het kopen van nieuwe kledingstukken van fast-fashionmerken.
B
B. Het ruilen van kleding die je niet meer draagt met anderen.
C
C. Het kopen van biologisch katoen zonder keurmerk.

Slide 19 - Quizvraag

Wat suggereert het nieuws over Zara's overstap naar duurzame kleding?
A
A. Het maakt geen verschil omdat Zara's productieaantallen hoog blijven.
B
B. Het zal een aanzienlijke impact hebben op de wereldwijde kledingindustrie.
C
C. Het is een positieve stap, maar individuele consumenten moeten ook bewuste keuzes maken.

Slide 20 - Quizvraag

Hoe kunnen consumenten bijdragen aan een duurzamere wereld volgens het artikel?
A
A. Door elke week naar Zara te gaan voor nieuwe kleding.
B
B. Door bewust na te denken over hun kledingaankopen en minder nieuwe kleding te kopen.
C
C. Door de kledingproductie volledig te negeren.

Slide 21 - Quizvraag