Voorbeeld van een juist antwoord is:
• betrouwbaar, want de journalist is een ooggetuige / een tijdgenoot / bij het congres aanwezig
• onbetrouwbaar, want de journalist geeft (als journalist van een
protestantse krant/als tegenstander van de socialisten) een gekleurd verslag van de bijeenkomst / hij bekijkt het vanuit zijn eigen (protestantse) perspectief