Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2020-04-06 3 werkwoordstijden: past simple, past continuous, present perfect
WELKOM!
Vorige week hebben jullie geoefend met de
past continuous
.
In eerdere lessen hebben jullie al geoefend met de
past simple
en de
present perfect
.
In deze les gaan we deze werkwoordsvormen vergelijken.
1 / 49
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
In deze les zitten
49 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
WELKOM!
Vorige week hebben jullie geoefend met de
past continuous
.
In eerdere lessen hebben jullie al geoefend met de
past simple
en de
present perfect
.
In deze les gaan we deze werkwoordsvormen vergelijken.
Slide 1 - Tekstslide
Goal
Het doel van vandaag is dat jij kunt bepalen of in een zin de present perfect, past simple of past continuous nodig is.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van een zin in de past simple?
A
I walk to school.
B
I walked to school.
C
I have walked to school.
D
I was walking to school.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een zin in de past simple?
A
Did you play soccer?
B
Have you played soccer?
C
Do you play soccer?
D
Were you playing soccer?
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een zin in de past simple?
A
I haven't done that.
B
I didn't do that.
C
I won't do that.
D
I wasn't doing that.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een zin in de past simple?
A
I go to the zoo.
B
I have gone to the zoo.
C
I went to the zoo.
D
I was going to the zoo.
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer gebruik je de past simple?
Slide 7 - Open vraag
Welke signaalwoorden vind je vaak in een zin met de past simple?
A
for, since
B
never, always
C
yesterday, a month ago
D
while, during
Slide 8 - Quizvraag
Wanneer gebruik je de present perfect?
Slide 9 - Open vraag
Wanneer gebruik je de present perfect NIET? Als iets in het verleden gebeurd is en ...
A
het nu nog effect heeft
B
het nu nog bezig is
C
het niet bekend of belangrijk is wanneer het gebeurde
D
het is afgerond
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een zin in de present perfect?
A
I walk to school.
B
I walked to school.
C
I have walked to school.
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een zin in de present perfect?
A
Did you play soccer?
B
Have you played soccer?
C
Do you play soccer?
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een zin in de present perfect?
A
I haven't done that.
B
I didn't do that.
C
I won't do that.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een zin in de present perfect?
A
I go to the zoo.
B
I have gone to the zoo.
C
I went to the zoo.
Slide 14 - Quizvraag
Welke signaalwoorden vind je vaak in een zin met de present perfect?
A
for, since
B
never, always
C
yesterday, a month ago
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een zin in de past continuous?
A
I walk to school.
B
I walked to school.
C
I have walked to school.
D
I was walking to school.
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een zin in de past continuous?
A
Did you play soccer?
B
Have you played soccer?
C
Do you play soccer?
D
Were you playing soccer?
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een zin in de past continuous?
A
I haven't done that.
B
I didn't do that.
C
I wasn't doing that.
D
I won't do that.
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een zin in de past continuous?
A
I go to the zoo.
B
I was going to the zoo.
C
I went to the zoo.
D
I have gone to the zoo.
Slide 19 - Quizvraag
Wanneer gebruik je de past continuous?
Slide 20 - Open vraag
Welke signaalwoorden vind je vaak in een zin met de past continuous?
A
for, since
B
never, always
C
yesterday, a month ago
D
while, during
Slide 21 - Quizvraag
Past simple
Present perfect
Since she was 10.
Last Monday
When she was 10.
Two years ago.
yet
never
in 2015
Slide 22 - Sleepvraag
Past simple
Present perfect
Past continuous
3e rijtje van de onregelmatige werkwoorden
werkwoord + ED
2e rijtje van de onregelmatige werkwoorden
have / has + voltooid deelwoord
have gone
went
was / were + werkwoord+ing
was going
Slide 23 - Sleepvraag
Yesterday the police (catch) the chiefs.
A
catched
B
have catched
C
have caught
D
caught
Slide 24 - Quizvraag
... you ... (see) the Titanic?
A
did you see
B
did you seen
C
have you see
D
have you seen
Slide 25 - Quizvraag
I ... the bride.
A
watched
B
have watched
C
was watching
Slide 26 - Quizvraag
Look! He ... (find) a wallet in the street.
A
finds
B
found
C
has found
D
have found
Slide 27 - Quizvraag
He ... (finish) work an hour ago.
A
has finished
B
finished
C
have finished
D
finishes
Slide 28 - Quizvraag
Most of the guests ...
A
danced
B
have danced
C
was dancing
D
were dancing
Slide 29 - Quizvraag
He ... (be) born in 2003.
A
has been
B
has
C
were
D
was
Slide 30 - Quizvraag
... it ... that day?
A
Did / rain
B
Has / rained
C
was / raining
D
were / raining
Slide 31 - Quizvraag
We ... (see) that movie last week.
A
saw
B
seen
C
have seen
D
has seen
Slide 32 - Quizvraag
I _________ (look) around to find my socks.
A
looked
B
have looked
C
was looking
Slide 33 - Quizvraag
I went to the bakery and ______ (buy) some bread
A
bought
B
have bought
C
was buying
Slide 34 - Quizvraag
My mother _______ (be) a doctor for years.
A
was
B
have been
C
was being
Slide 35 - Quizvraag
Sarah _______ (paint) the fence, when Jo saw her.
A
painted
B
has painted
C
was painting
Slide 36 - Quizvraag
Samenvatting
Past simple:
Werkwoord + ed
of 2e rijtje onregelmatige ww.
wanneer gebruiken? Als iets gebeurd is en afgerond is in het verleden. Het heeft geen effect meer.
Vaak staat er een tijdsaanduiding bij: yesterday, last week, etc.
Past continuous:
Was / were + werkwoord+ing
Wanneer gebruiken? Als iets in het verleden een tijdje bezig was of een tijdje duurde.
Present perfect:
Have/has + voltooid deelwoord
Wanneer gebruiken? Als iets in het verleden gebeurd is en nog effect heeft.
Als iets in het verleden gebeurd is en nog steeds geldt of bezig is.
Als niet bekend of belangrijk is wanneer iets gebeurde.
Slide 37 - Tekstslide
Opdrachten voor vandaag
Maak de opdrachten op de volgende dia's.
Oefen door middel van de test jezelf over les 4.5
Doe de 'versterk jezelf'
Slide 38 - Tekstslide
https:
Slide 39 - Link
https:
Slide 40 - Link
https:
Slide 41 - Link
https:
Slide 42 - Link
https:
Slide 43 - Link
https:
Slide 44 - Link
https:
Slide 45 - Link
https:
Slide 46 - Link
https:
Slide 47 - Link
https:
Slide 48 - Link
https:
Slide 49 - Link
Meer lessen zoals deze
Past Simple vs. Present Perfect
Juni 2022
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Present Simple, Past Simple, Present Continuous, Past Continuous, Present Perfect
Juni 2022
- Les met
52 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Lesson 4
Augustus 2021
- Les met
29 slides
English
Lower Secondary (Key Stage 3)
Grammar unit 4
Februari 2023
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammar unit 4
Juni 2024
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
4M, chapter 1, grammar 1
September 2022
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
The past tenses
Januari 2024
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
1 past simple, present perfect & past continuous
Oktober 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4