LGZ week 2 workshop CZS en Spina Bifida tbv WikiWijs

Branche LGZ
Workshop centrale zenuwstelsel en spina bifida


Casus Dirk


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Branche LGZ
Workshop centrale zenuwstelsel en spina bifida


Casus Dirk


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma 
Doelen 
Centrale zenuwstelsel
Spina bifida



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen 


1. Aan het einde van deze les kun je benoemen wat de rol is van het centrale zenuwstelsel.
2. Aan het einde van de les kun je benoemen welke soorten spina bifida er zijn.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centraal zenuwstelsel
Het centraal zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg samen

Ruggenmerg = bundel zenuwbanen (axonen) die vanuit de hersenen, door de wervelkolom naar de rest van het lichaam loopt. 
 Op die manier worden signalen vanuit en naar het centrale zenuwstelsel doorgegeven. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwstelsel 
- inwendige en uitwendige prikkels waarnemen. 
- prikkels registreren we via onze zintuigen
- communicatienetwerk dat het contact tussen alle delen van het lichaam regelt. 

In het zenuwstelsel worden boodschappen (prikkels) van de hersenen naar delen in het lichaam gestuurd en omgekeerd. Het stelsel stuurt de spieren en organen aan, meestal via het ruggenmerg.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Controlecentrum
Grofweg drie functies: 

1. Het ontvangt informatie van de zintuigen over onze omgeving en over ons eigen lichaam. Deze informatie wordt ook wel sensorische informatie genoemd.

2. Het verwerkt deze informatie en verbindt dit met andere informatie, bijvoorbeeld dingen die in het geheugen zijn opgeslagen

3. De verwerkte informatie wordt gebruikt om de spieren en organen aan te sturen.


 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grijze stof / witte stof


Vlinder-vorm = dwarsdoorsnede van het ruggenmerg

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structuur van het ruggenmerg  
De structuur van het ruggenmerg is omgekeerd aan die van de hersenschors: 
witte stof (zenuwbanen) aan de buitenkant en grijze stof aan de binnenkant (zenuwcellen). 

De witte stof ligt aan de buitenkant omdat de axonen de verbinding 'naar buiten' verzorgen, met andere woorden richting hersenen of de rest van het lichaam.  

In de embryonale fase ontwikkelen beide zich uit dezelfde structuur: de neurale buis. 
De neurale buis is dus de beginfase van het centrale zenuwstelsel. 

Slide 8 - Tekstslide

In feite is het ruggenmerg een voortzetting van de hersenen. Er is geen scherpe scheiding. 


Perifere zenuwstel  
- verbinding tussen het centrale zenuwstelsel, de spieren en de zintuigen. 
- informatie van de organen, zintuigen en spieren in het centrale zenuwstelsel komt en dat er omgekeerd commando’s terug worden gestuurd.

- functioneel ingedeeld in het autonome en het somatische zenuwstelsel

Slide 9 - Tekstslide

Een zintuig is een orgaan dat prikkels waarneemt (horen, zien, voelen, ruiken, proeven) en vervolgens een signaal naar de hersenen stuurt.
Autonome zenuwstelsel 
-  deel van het zenuwstelsel waar we geen controle over hebben. Het stuurt de gladde spieren, het hart en diverse organen aan. Het is betrokken bij automatische processen in het lichaam en bij reflexen. 
Dit gedeelte kan weer worden onderverdeeld in:
1. Sympatisch zenuwstelsel.
Dit deel is geactiveerd als we actief zijn, bijvoorbeeld in stressvolle situaties. 
Het zorgt dat de hartslag omhoog gaat, dat er veel bloed naar de spieren stroomt
en het lichaam alert is.
2. Parasympatisch zenuwstelsel.
Dit deel is actief als we ontspannen zijn en zorgt dat de hartslag daalt
dat er energie wordt opgeslagen, etc.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Somatische zenuwstelsel 
Dit is het deel van het perifere zenuwstelsel waar we controle over hebben, hoewel we ons daar niet altijd bewust van zijn. 

Dit deel zorgt ervoor dat we kunnen lopen, bewegen, praten. 
Kortom, het is betrokken bij interactie met de omgeving.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Spina Bifida
Is een aangeboren afwijking waarbij de wervelkolom en/of het ruggenmerg niet volledig gevormd zijn. 

Twee soorten:
spina bifida occulta ( gesloten)
spina bifida aperta  (open)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spina Bifida

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het centrale probleem 
van een spina bifida is dat op een bepaalde plaats van het traject schedel naar stuit, de neurale plaat zich niet tot buis vormt.

Het niet volledig sluiten van de neuraalbuis noemen we een sluitingsdefect
Als de neuraalbuis zich niet goed sluit, zal het zenuwweefsel zich op die plaats ook niet goed ontwikkelen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spina Bifida Occulta
"gesloten (verborgen) open rug’", wanneer het neuraalbuisdefect met huid bedekt is. 
Vaak zijn op de huid boven het defect wel afwijkingen te zien, zoals een wijnvlek of beharing, een bult of juist een ‘putje’.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spina Bifida Aperta
Het rugdefect wordt in wisselende mate naar buiten gedrukt, waardoor een ronde zwelling ontstaat met in het oppervlak het defect. 
In de uitpulling kunnen zich ruggemergvliezen en vocht en zenuwwortels bevinden. 



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spina Bifida
kan overal in de wervelkolom voorkomen maar meestal bevindt het zich laag in de rug.
Dit komt omdat de neurale buis zich het laatst aan de uiteinden sluit en daar dus de grootste kans bestaat op een sluitingsdefect. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschijnselen
  • verlamming van spieren van het onderlichaam
  • verlamming gevoelszenuw
  • verlamming sluitspieren van de blaas/ rectum
  • hydrocefalus 
  • scoliose
  • afwijkingen aan het skelet (klompvoet) 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies