H3.2 Reactievergelijkingen

H3.2 reactievergelijkingen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3.2 reactievergelijkingen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
  • Je kunt het verschil tussen een reactieschema en een reactievergelijking uitleggen
  • Je kunt een kloppende reactievergelijking opstellen.

    Aan de slag met een computerprogramma
    Aan de slag met stencils met reactievergelijkingen

Slide 2 - Tekstslide

Weet je nog?
Index: Kleine getalletje in de molecuulformule -> 2 in SO
Coëfficiënt: getal voor de molecuulformule, 5 in 5 NaCl 

Atomen zijn alleen, behalve sommige atomen, die zijn altijd met z'n tweeën: 
Cl
audia Fietst Naar Haar Oma IBreda

Slide 3 - Tekstslide

Een chemische reactie kun je verkort weergeven in een reactieschema, waarin je de namen en de toestandsaanduidingen (= aggregatietoestanden) van de beginstoffen voor de pijl en van de reactieproducten achter de pijl plaatst.
Toestandsaanduidingen: gas (g), vast (s), vloeibaar (l) en opgelost (aq)

Slide 4 - Tekstslide

Havo: Maak opdrachten
Opdracht 20, 21 en 22
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Reactievergelijking
In een reactievergelijking is er voor en na de pijl een gelijk aantal atomen van elke soort aanwezig.

Je noemt dat een kloppende reactievergelijking.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Stappenplan

-Schrijf het reactieschema op in woorden

-Vervang de woorden door symbolen
-Schrijf van elk soort atoom het aantal op, voor de pijl
-Schrijf van elk soort atoom het aantal op, na de pijl
-Pas het aantal atomen aan door de coëfficiënt te veranderen
-Controleer of voor en na de pijl evenveel van elk atoomsoort
aanwezig is


Slide 8 - Tekstslide

Regels kloppend maken
  • Voor en na de pijl moeten van elke atoomsoort evenveel atomen zijn 
  • Aan de moleculen zelf mag je niets veranderen (de index verandert niet
  • Let op !! Als je op een half getal uitkomt voor de moleculen, doe je alle getallen (coëfficiënten) keer 2 
  • Let op !! Uiteindelijk moeten de coëfficiënten de kleinst mogelijke hele getallen zijn. 

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen met Phet Colorado 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Zelf aan de slag

Slide 12 - Tekstslide