H1: Woordraadstrategieën

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 3A

Vandaag...
- woordraadstrategeieën




Huiswerk deze week
- Zie planner








Leerdoelen:
- Ik kan de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden of opzoeken in een woordenboek

Slide 2 - Tekstslide

Woordraadstrategieën
- synoniem
- voorbeeld
- omschrijving
- tegenstelling
- bekend woorddeel
- woordenboek

Slide 3 - Tekstslide

woordraadstrategie 'synoniem'
Ken je een woord niet? Zoek naar een synoniem in een tekst.
Bijvoorbeeld: exact = precies

Hoe vind je een synoniem?
- lees in dezelfde zin, lees de zin ervoor, lees de zin erna
- lees in de andere (volgende) alinea

Slide 4 - Tekstslide

Synoniem

Synoniemen: 
twee verschillende woorden die precies hetzelfde betekenen.

patat - friet

Slide 5 - Tekstslide

SYNONIEM - voorbeelden


zelfstandig - op zichzelf

chaos - puinhoop

boete - bekeuring

liegen - jokken

schrijver - auteur

Slide 6 - Tekstslide

Synoniem voor:
meteen
A
later
B
morgen
C
direct
D
volgend jaar

Slide 7 - Quizvraag

woordraadstrategie 'omschrijving'
Met een omschrijving wordt uitgelegd wat een woord betekent.

Bij het vakantiehuis van de beroemde zanger lagen paparazzi op de loer. Deze op schandalen beluste, heel opdringerige persfotografen hoopten op een bijzondere foto.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe zoek je dan een omschrijving? (1)
- Je vindt een omschrijving tussen haakjes of tussen komma’s. 




Bijvoorbeeld: Vaak verschijnt een filmeditie, een uitgave van een boek met foto’s uit een daarnaar gemaakte film, nadat een boek verfilmd is.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zoek je dan een omschrijving? (2)
- Je vindt omschrijving in de volgende zin. 

Bijvoorbeeld: Honderden ramptoeristen bezochten het overstroomde gebied. De hulpverleners hadden veel last van al die mensen die uit nieuwsgierigheid naar de ramp kwamen kijken.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe zoek je dan een omschrijving? (3)
- Je vindt omschrijving in de vorige zin


Bijvoorbeeld: Sommige popmuzikanten krijgen veel post van bewonderaars. Meestal beantwoorden ze hun fanmail niet zelf.

Slide 11 - Tekstslide

woordraadstrategie 'voorbeeld zoeken'
Kijk in de tekst of er voorbeelden gegeven worden, 
waardoor je de betekenis kunt raden.
Voorbeelden herken je vaak aan woordjes als zoals, zo, (bij)voorbeeld, denk aan, neem nou, dubbele punt.

Ik hou van exotisch fruit, zoals ananas en mango.

Slide 12 - Tekstslide

"Sandra is gek op budosporten zoals
judo en karate."
Welke voorbeelden worden er genoemd?

Slide 13 - Open vraag

"Sandra is gek op budosporten zoals
judo en karate."
Waarvan zijn judo en karate voorbeelden?

Slide 14 - Open vraag

woordraadstrategie 'tegenstelling'
Na de volgende woorden volgt vaak een tegenstelling: maar, echter, toch, daarentegen.

 

– De oud-voetballer Arjen Robben woont nu in een riante villa, maar hij groeide op in een veel kleiner huis.
Het woord riant is een tegenstelling van klein. Riant betekent dus groot.

Slide 15 - Tekstslide

woordraadstrategie: bekend woorddeel 

Als je de betekenis van een moeilijk woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend woorddeel: het deel van een woord dat je al wél kent. 


Slide 16 - Tekstslide


- samenstellingen: woorden die bestaan uit twee woorden. 
   Als je de losse woorden kent, kun je de betekenis van de
   samenstelling vaak raden.

> aanvangstijd = aanvang + tijd

Slide 17 - Tekstslide


- Woorden met een voorvoegsel: on-, mis-, her-, inter-, wan-
> Onherkenbaar = niet te herkennen

- Woorden met een achtervoegsel: -loos, -vol, -lijks
> Ordeloos = zonder orde 

Slide 18 - Tekstslide

Woordenboek

Slide 19 - Tekstslide

Weektaak





Let op: van 'Spreken en Gesprekken' hoef je geen opdrachten te maken. 
Lees en leer hiervan alleen de theorie.




Slide 20 - Tekstslide