Chapitre 7 2hv

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Chapitre 7
Vive la fête!

Slide 2 - Tekstslide

le programme d'aujourd'hui 
le  9 juin
1. Révise/ herhaal le vocabulaire et les phrases de bron A 
2. Fais / maak les questions 
3. Lis / Lees  le vocabulaire et fais les exercices de bron B (9t/m 12) 

Slide 3 - Tekstslide

neem de woorden en de zinnen goed door 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Les phrases Bron A

Slide 6 - Tekstslide

Vertaal de woorden naar het Nederlands:
1. le singe 2. mettre 3. j'ai compris

Slide 7 - Open vraag

Vertaal naar het Frans:
1. de dieren 2. het kledingstuk 3. dragen 5. naar het feest

Slide 8 - Open vraag

Réponds à la question en français:
Qu'est- ce que tu fais ce weekend?
1. Morgen, ga ik naar de bioscoop
2. Volgende week , ga ik naar het festival

Slide 9 - Open vraag

neem de woorden van bron B goed door voordat je de opdrachten van de bron gaat maken

Slide 10 - Tekstslide

les phrases

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
Fais les exercices de bon B : 
9; 10 a,b,c; 11 a,b; 12 a,b 
Bij opdracht 12 c beland? Laten we naar de uitleg kijken!

Slide 12 - Tekstslide

Wat zie je?
Je vais à le parking > Je vais au parking.
Tu es à la cantine > Tu es à la cantine.
Vous allez à les matchs > Vous allez aux matchs?
Elle est à l'école > Elle est à l'école

Slide 13 - Tekstslide

à + bepaald lidwoord:




à + le = au 
à + la = à la 
à + l'= à l'
à + les = aux 

Slide 14 - Tekstslide

Le programme d'aujourd'hui
 1 -  Vocabulaire B (herhalen + overhoren)
2- On corrige l'exercice 12 + herhalen ( à + lidwoord)
3- Phrases- clés C : travaille avec ton voisin avec les phrases ( ex. 13 a, 15a )
 

Slide 15 - Tekstslide

Vocabulaire bron B 

Slide 16 - Tekstslide

les phrases bron B

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen bron C
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
- Vertellen wat je in het weekend hebt gedaan.
- Wat je dit weekend gaat doen

Slide 18 - Tekstslide

Neem de zinnen van phrases -clés goed door en leer het uit je hoofd (oefen met schrijven)

Slide 19 - Tekstslide

On révise
Weet je nog wat de passé composé is?
Wanneer gebruik je de passé composé?
Hoe maak je de passé composé?

Slide 20 - Tekstslide

Passé composé - VTT
Passé composé met avoir en être?

Slide 21 - Tekstslide

Passé composé 
Onderwerp
Avoir
Être 
Je 
ai 
suis 
Tu 
as 
es
Il / Elle / On 
est
Nous 
avons
sommes
Vous 
avez
êtes
Ils 
ont 
sont 

Slide 22 - Tekstslide

Passé-composé

Slide 23 - Tekstslide

Les devoirs
1. Apprends les phrases de C (FN-NF) 
2. Révise (herhaal) le voc. A et B (FN-NF)

Slide 24 - Tekstslide