Herhaling H5

Herhaling H5
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sebastiaan helpt zijn tante wel is in het dierenasiel. Wat voor werk is dit?
A
Wit werk
B
Grijs werk
C
Zwart werk
D
Blauw werk

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw Peroti is 21 jaar. Op welk loon heeft zij recht?
A
Minimumjeugdloon
B
Minimumloon

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

par. 5.2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.2 Waar kun je werken?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondernemingsvormen

Eenmanszaak met of zonder personeel 

Vof (Vennootschap onder firma)

* BV (Besloten vennootschap)

NV (Naamloze vennootschap)


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsverdeling
In een bedrijf worden de taken verdeeld. Iedereen doet waar die goed in is. Dat noemen we SPECIALISATIE!

Hoe alle taken/ functies verdeeld zijn in een bedrijf of organisatie kan je zien in een ORGANIGRAM

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productiesectoren
  1. Primaire sector (landbouw, visserij, winning van delfstoffen)
  2. Secundaire sector (industrie, bouw, ambachten (bakker))
  3. Tertiaire sector (commerciële dienstverlening, bijv. winkels/ banken/ transportbedrijven)
  4. Quartaire sector (niet- commerciële dienstverlening, bijv. gezondheidszorg/ onderwijs/ overheidsdiensten)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.3 


Doe jij mee op de arbeidsmarkt?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkgelegenheid
de vraag naar arbeid bepaalt de werkgelegenheid.
De werkgelegenheid bestaat bij uit alle banen bij bedrijven en overheid. (opg. 2/3)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werklozen
Beroepsbevolking, aanbod van arbeid

Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en pensioen-leeftijd die werken of werkloos zijn!!

(opg. 6)


Werkzame    beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

arbeidsparticipatie     
Arbeidsparticipatie
(opg 13)

Slide 19 - Tekstslide

Omdat niet iedereen tussen de 15 en 65 jaar oud wil werken, doet niet iedereen mee aan het landelijke werk. Meedoen betekent “Participeren”. 

We kunnen berekenen hoeveel mensen er participeren door de beroepsbevolking als percentage van de totale bevolking tussen 15 en 65 jaar oud te nemen.

Het percentage, hierboven 76,5%, noemen we de participatiegraad: welk deel van de totale beroepsgeschikte bevolking hoort bij de beroepsbevolking?
Algemene wet gelijke behandeling
In de Algemene Wet Gelijke Behandeling staat dat er geen onderscheid gemaakt mag worden op basis van bijvoorbeeld:
  1. Geslacht
  2. Afkomst
  3. Leeftijd

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.4 Als je zonder werk zit

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werklozen
Beroepsbevolking
  • Beroepsbevolking:
  • Alle mensen tussen 15 en pensioenleeftijd die werken of werkloos zijn!!


  • Deze groep vormt het aanbod van arbeid
Werkzame   beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

arbeidsparticipatie     
Arbeidsparticipatie
(opg 13)

Slide 23 - Tekstslide

Omdat niet iedereen tussen de 15 en 65 jaar oud wil werken, doet niet iedereen mee aan het landelijke werk. Meedoen betekent “Participeren”. 

We kunnen berekenen hoeveel mensen er participeren door de beroepsbevolking als percentage van de totale bevolking tussen 15 en 65 jaar oud te nemen.

Het percentage, hierboven 76,5%, noemen we de participatiegraad: welk deel van de totale beroepsgeschikte bevolking hoort bij de beroepsbevolking?
Wanneer officieel werkloos?
Je bent werkloos als:
-Tussen de 15 jaar en pensioenleeftijd bent
-En geen baan hebt
-En actief opzoek bent naar een (nieuwe) baan
Werkloosheid ontstaat wanneer het aanbod van arbeid groter is dan de vraag erna.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontslagen, en dan??
  • Melden bij het UWV
  • geregistreerd werkloos (ingeschreven bij UWV)
  • UWV kijkt of je recht hebt op een uitkering
  • UWV helpt bij het zoeken naar een baan
  • Niet melden bij UWV
  • verborgen werkloos (niet ingeschreven bij UWV)


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische conjunctuur

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conjuncturele werkloosheid

  • Tijdelijk
  • oorzaak: consumenten geven weinig geld uit
  • Verdwijnt door meer bestedingen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structurele werkloosheid
Blijvend
Robots en machines 
i.p.v. mensen
Fabriek verplaatsen 
naar lagelonenlanden
Stoppen met produceren

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frictiewerkloosheid
Solliciteren, tijdelijk werkloos

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seizoenswerkloosheid
  • Tijdelijk  (door verandering van seizoen)
  • Denk aan strand of wintersport
Voorbeelden
IJsverkoper in de winter
Skileraar in de zomer
Strandtent in de winter

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regionale werkloosheid
  • Verschil tussen regio's
  • Als bedrijven weggaan uit de regio ontstaat er regionale werkloosheid 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5 Is er werk voor jou?
% -> afronden op 1 decimaal
€ -> afronden op 2 decimalen
Denk aan je berekening!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent CAO en wie sluiten deze af?
A
Communicatie Arbeid Onderzoek Vakbonden
B
Collectieve Arbeids-overeenkomst Vakcentrales
C
Collectieve Arbeids-overeenkomst Vakbonden
D
Commando Airstrike Operation Leger

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een werknemer is
A
iemand die in loondienst werkt
B
een ZZP'er (zelfstandige zonder personeel)
C
betaalt de salarissen
D
ontvangt een loon of salaris

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een arbeidsovereenkomst is een
A
afspraak tussen de werkgever en werkgever.
B
papier waarop staat hoeveel pauze je hebt.
C
diploma om te mogen werken.
D
document met de arbeidstijden.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het UWV kan
A
je WW-uitkering regelen en kan je helpen aan een baan.
B
niet zoveel.
C
je ontslaan als je daar niet werkt.
D
iets met bowlingballen.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een land zijn 240.000 werklozen. Dit is 8% van de beroepsbevolking.
Hoe groot is de beroepsbevolking?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een van de taken van het UWV
A
Het UWV kijkt of je recht hebt op een nieuwe baan.
B
Je kijkt of je recht heb op een UWV-uitkering.
C
Het UWV kijkt of je recht hebt op loon.
D
De UWV helpt je met het zoeken van een nieuwe baan.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I: Voor geschoold werk heb je een diploma nodig
II: Vakkenvuller is een voorbeeld van ongeschoold werk.
A
I is juist en II is onjuist
B
I is onjuist en II is juist
C
Beiden zijn onjuist
D
Beiden zijn juist

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies