Opdrachten H6
Bekijk de bron. Bij welke zuil hoort het jongetje dat wordt weggetrokken?
1 / 29
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Bekijk de bron. Bij welke zuil hoort het jongetje dat wordt weggetrokken?
Slide 1 - Open vraag
Bekijk de bron. Leg uit waarom het jongetje wordt weggetrokken.
Slide 2 - Open vraag
Wat werd er niet afgesproken in het poldermodel
A
Lonen stijgen niet te veel, zodat Nederland beter kon concurreren
B
De belasting werd niet verhoogd
C
Bezuinigingen op de verzorgingsstaat
D
Je kreeg langer een uitkering
Slide 3 - Quizvraag
Wie was de minister-president van Nederland tijdens de wederopbouw?
A
Drees 1945
B
Drees 1929
C
Colijn 1945
D
Colijn 1929
Slide 4 - Quizvraag
Waarom was de wederopbouw nodig?
A
Om alles weer op te bouwen na WOI.
B
Om te kunnen investeren.
C
Voor te handelen met andere landen.
D
Om alles weer op te bouwen na WOII.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is verzuiling?
A
Het naast elkaar bestaan van verschillende geloven.
B
Verdeling van de maatschappij in levensbeschouwelijke groepen.
C
De wederopbouw van Nederland na de Oorlog.
D
Het overleg tussen overheid en sociale partners.
Slide 6 - Quizvraag
Elke zuil organiseerde hun eigen...
A
kranten en vakbonden
B
kranten, vakbonden en omroepen
C
Kranten, vakbonden, partijen en omroepen.
D
Kranten, vakbonden, partijen, omroepen en andere organisaties.
Slide 7 - Quizvraag
Verzuiling
Ontzuiling
EO en KRO-NCRV zijn christelijke omroepen.
Kinderen met verschillende religies zitten op één school.
Mensen met verschillende culturen leven met elkaar samen.
Katholieke kinderen gaan naar een katholieke school.
Slide 8 - Sleepvraag
Welke afbeelding past het beste bij het begrip individualisering?
Sleep die naar het vak.
Sleep die naar het vak.
Goed
Fout
Slide 9 - Sleepvraag
Bekijk de video.
Welk medium heeft een grote rol gespeeld in de ontzuiling? Leg uit hoe dat kwam.
Welk medium heeft een grote rol gespeeld in de ontzuiling? Leg uit hoe dat kwam.
Slide 10 - Open vraag
Bekijk de video achter de link.
Waar staat de witte fiets symbool en hoe werkt het tegen het kapitalisme?
Waar staat de witte fiets symbool en hoe werkt het tegen het kapitalisme?
Slide 11 - Open vraag
Wat past niet bij de provo's?
A
Minder milieu vervuiling
B
Witte fietsenplan
C
Nederlanders moesten meer te zeggen krijgen
D
Meer auto's op straat
Slide 12 - Quizvraag
Wat past niet bij de hippie's?
A
Liefde, geluk en vrede
B
Anti-oorlog
C
Regels
D
Vrijheid
Slide 13 - Quizvraag
Noem de 4 groepen/zuilen tijdens de verzuiling.
Slide 14 - Open vraag
Hoe noemen we het verschijnsel waarbij mensen minder naar de kerk gaan?
Slide 15 - Open vraag
Examenvraag: In welke zin staan een historische onjuistheid?
A
In zin 2, want Aletta heeft niet verder gestudeerd.
B
In zin 3, want Aletta is geen huisarts geworden.
C
In zin 4, want ook vrouwen die belasting betaalden mochten stemmen.
D
In zin 5, want vrouwen hebben in 1919 het recht gekregen om te stemmen.
Slide 16 - Quizvraag
Wat was geen doel van de Tweede Feministische Golf?
A
Gelijke verdeling huishouden.
B
Kiesrecht voor vrouwen.
C
Kinderopvang voor werkende vrouwen.
D
Anticonceptie gratis verkrijgbaar.
Slide 17 - Quizvraag
Sleep de woorden naar de juiste kolom:
Eerste Feministische Golf
Tweede Feministische Golf
Algemeen vrouwenkiesrecht
Toegang tot hoger onderwijs/ middelbare school.
Betere huishoudelijke apparaten.
De vrouw blijft handelingsonbekwaam.
Wilhelmina Drucker
De krul (een wc) voor vrouwen
Slide 18 - Sleepvraag
Hoe ontwikkelde de economie van Nederland zich na de Tweede Wereldoorlog?
Sleep de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeg naar laat
De Verenigde Staten geven Marshallhulp aan Nederland
Er zijn veel verwoestingen. De economie is tot stilstand gekomen
Mensen kunnen geld besteden aan luxeproducten
Werknemers krijgen meer loon
Slide 19 - Sleepvraag
Noteer 1 t/m 5 onder elkaar. Vul de lege woorden in.
De Nederlandse samenleving in de jaren 50 was verdeeld in ...[1]... , die ieder hun eigen politieke of godsdienstige overtuigingen hadden. Dit verschijnsel heet ...[2]... . Mensen werkten ...[3]... dagen in de week en gingen op zondag naar de ...[4]... . In hun vrije tijd deden mensen dingen die niet veel geld kostten, zoals luisteren naar de ...[5]... .
De Nederlandse samenleving in de jaren 50 was verdeeld in ...[1]... , die ieder hun eigen politieke of godsdienstige overtuigingen hadden. Dit verschijnsel heet ...[2]... . Mensen werkten ...[3]... dagen in de week en gingen op zondag naar de ...[4]... . In hun vrije tijd deden mensen dingen die niet veel geld kostten, zoals luisteren naar de ...[5]... .
Slide 20 - Open vraag
Wat is GEEN oorzaak voor het ontstaan van jeugdculturen?
A
Jongeren kregen meer geld
B
Jongeren kregen meer vrije tijd
C
Jongeren kregen een betere opleiding
D
Jongeren betaalden nu mee aan het huishouden
Slide 21 - Quizvraag
Welke jeugdcultuur is dit?
A
Hippie
B
Provo
C
Nozem
D
Punk
Slide 22 - Quizvraag
Wat is GEEN doel van de Tweede Feministische Golf?
A
Seksuele vrijheid
B
Recht op abortus
C
Gelijke beloning
D
Kiesrecht
Slide 23 - Quizvraag
Welke mensen kwam en in de jaren 50 en 60 als gastarbeiders naar Nederland?
A
Italianen, Grieken en later Turken en Marokkanen
B
Afrikanen en Chinezen
C
Turken en Marokkanen
D
Polen, Hongarije, Tsjechië
Slide 24 - Quizvraag
Zet de migranten in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Gastarbeiders
Arbeidsmigranten
Surinamers
Vluchtelingen
Indonesiërs
Slide 25 - Sleepvraag
Maak de opdracht door de link te openen. Maak een screenshot van de gemaakte opdracht.
Slide 26 - Open vraag
Jaren 50
Jaren 60
Jaren 70
Jaren 80
Slide 27 - Sleepvraag
In Nederland wordt verschillend gedacht over integratie. Veel Nederlanders vinden dat de integratie goed verloopt, maar tegenstanders vinden het een mislukking.
Noteer een argument waarom zij vinden dat de integratie is mislukt.
Noteer een argument waarom zij vinden dat de integratie is mislukt.
Slide 28 - Open vraag
Geef jouw mening over het leven in een multiculturele samenleving. Doe dit zo: ik vind het leven in een multiculturele samenleving prettig/onprettig omdat, 1 .... 2.....
