EKBE09. Break-even analyse, veiligheidsmarge en gewenste winst

Break-even analyse
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Break-even analyse

Slide 1 - Tekstslide

Bij een break-even omzet
A
Maak je verlies
B
Maak je geen winst en geen veries
C
Is de dekkingsbijdrage nul
D
Maak je winst

Slide 2 - Quizvraag

Hoe bereken je de break-even omzet?
A
Break-even afzet x verkoopprijs
B
Totale constante kosten/ variabele kosten per product
C
constante kosten / (verkoopprijs - variabele kosten)

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de break-even afzet?
timer
0:10

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de break-even
afzet bij de vorige afbeelding?
A
100 stuks
B
7.300 stuks
C
400 stuks
D
4.700 stuks

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel zijn de constante kosten?

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel zijn de constante kosten in de vorige opdracht?
A
7,30 euro
B
400 euro
C
4.800 euro
D
7.300

Slide 7 - Quizvraag

De formule voor de break-even afzet is?
A
verkoopprijs min variabele kosten
B
breakeven-omzet x verkoopprijs
C
constante kosten / (verkoopprijs min variabele kosten)

Slide 8 - Quizvraag

Kennis: opgave 14
De absolute veiligheidsmarge is:
A
de winst die overblijft nadat van de brutowinst de totale kosten zijn afgehaald.
B
Het verschil tussen de verwachte afzet en de break-even afzet in procenten
C
Het verschil tussen de verwachte afzet en de break-even afzet in aantallen
D
Het verschil tussen verkoopprijs en variabele kosten van alle producten samen

Slide 9 - Quizvraag

Kennis: opgave 15
De relatieve veiligheidsmarge is:
A
de winst die overblijft nadat van de brutowinst de totale kosten zijn afgehaald.
B
Het verschil tussen de verwachte afzet en de break-even afzet in procenten
C
Het verschil tussen de verwachte afzet en de break-even afzet in aantallen
D
Het verschil tussen verkoopprijs en variabele kosten van alle producten samen

Slide 10 - Quizvraag

Kennis: opgave 16
Wanneer is er eigenlijk sprake van een veiligheidsmarge?

Slide 11 - Open vraag

R7 (blz. 217 en 218 )
a. Bereken de break-evenafzet
b. Bereken de absolute veiligheidsmarge
c. Bereken de relatieve veiligheidsmarge

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Kennis: opgave 17
Bredreef verkoopt Knostos. Inkoopprijs is € 0,50, waar nog € 0,25 inpakkosten bijkomen. De verkoopprijs voor een Knostos is € 1,75. Ondanks dat Bredreef per jaar € 8.000 aan constante kosten betaalt, denkt hij dit jaar € 3.500 winst te halen.
A
De dekkingsbijdrage per product bedraagt € 1,25
B
De break-evenafzet van Bredreef is 4.572.
C
De break-evenomzet bedraagt € 14.000
D
Om € 3.500 winst te halen, moet Bredreef 6.572 producten verkopen.

Slide 14 - Quizvraag

R11  (Blz. 220) 
a. De verwachte winst?
b. De break-even afzet?
c. maximaal bedrag totale constante kosten bij een afzet van 4.200 producten?

Slide 15 - Tekstslide

Break-evenafzet
  • Dekkingsbijdrage per product: € 64 - € 36 - € 12 =  € 16

  • Constante kosten / dekkingsbijdrage: € 88.000 / € 16 = 

  • Break-even afzet = 5.500 producten

Slide 16 - Tekstslide

Contante kosten maximaal bij een afzet van 4.200 producten.
  • De totale dekkingsbijdrage: 4.200 x € 16 = € 67.200

  • de constante kosten mogen dus nooit meer dan € 67.200 bedragen!

Slide 17 - Tekstslide