Par. 6: Gezonde luchtwegen
1 / 31
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
COPD is......
A
een soort astma
B
een probleem van het hart
C
een longziekte
D
een ziekte die alleen bij rokers voorkomt
Slide 3 - Quizvraag
Het middenrif is
A
Bescherming van de borstkas
B
Scheidingswand tussen borst- en buikholte
C
Vlies in de buikholte
Slide 4 - Quizvraag
Als de middenrifspieren samentrekken dan gaat het middenrif :
A
Naar boven
B
Naar beneden
Slide 5 - Quizvraag
Het middenrif scheidt de ... en de ...
A
hoofdholte - bijholte
B
borstholte - darmholte
C
longholte - buikholte
D
bortstholte - buikholte
Slide 6 - Quizvraag
De hoofdoorzaak van COPD is
A
allergieën
B
roken
C
erfelijkheid
D
drankmisbruik
Slide 7 - Quizvraag
Wat is waar over COPD?
A
De longen worden kleiner
B
Het is chronische luchtwegontsteking
C
Het aantal longblaasjes neemt af
D
Verschil tussen linker en rechter long wordt te groot
Slide 8 - Quizvraag
Bloedplasma
Inhoud longblaasje
Wand van longblaasje
Wand van longhaarvat
Rode bloedcel
Slide 9 - Sleepvraag
Wat gebeurt er bij een astma- aanval?
A
De luchtwegen vernauwen
B
Extra veel slijmvorming
C
De neus raakt verstopt
D
Je gaat dieper ademhalen
Slide 10 - Quizvraag
Longblaasje
Luchtpijptakje
Kraakbeenring
Bronchie
Luchtpijp
Slide 11 - Sleepvraag
Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling? Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes
2 bronchiën
3 luchtpijp
Slide 12 - Sleepvraag
COPD:
A
is te genezen
B
gaat vanzelf over
C
heb je tot je dood
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een
longblaasje?
longblaasje?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 14 - Quizvraag
Wat gebeurt er in het longblaasje?
A
Zuurstof in het bloed
Koolstofdioxide uit het bloed
B
Zuurstof en Koolstofdioxide gaan beide in het bloed
C
Zuurstof uit het bloed
Koolstofdioxide in het bloed
D
Zuurstof en Koolstofdioxide gaan beide uit het bloed
Slide 15 - Quizvraag
Wat is ONJUIST over het longblaasje?
A
Hoe meer longblaasjes, hoe meer zuurstof in je longhaarvaten kan komen
B
Longblaasjes kunnen stikstof bevatten
C
Rondom longblaasjes liggen longhaarvaten
D
Longblaasjes bevatten slijmvliezen
Slide 16 - Quizvraag
middenrif
Keelholte
bronchie
Longblaasje
Slide 17 - Sleepvraag
Kan astma erfelijk zijn?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Bij astma:
A
zijn de longen af en toe ontstoken
B
is er sprake van vernauwing van de longen door een allergie
C
zijn de luchtwegen altijd ontstoken en reageren daardoor sterker op prikkels
D
zijn de luchtwegen ontstoken, maar je kunt er wel van genezen
Slide 19 - Quizvraag
Astma wordt erger door rook.
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Wat is waar over een astma-aanval?
A
Bloedvaatjes in de longen worden nauwer
B
Spiertjes in de luchtwegen trekken samen
C
Longblaasjes raken verstopt
D
Spiertjes in de luchtwegen ontspannen
Slide 21 - Quizvraag
Wanneer heb je de meeste last van hooikoorts?
A
in de lente en zomer
B
in de herfst en winter
C
als het regent
D
dicht bij de kust
Slide 22 - Quizvraag
Verbranding in een lichaamscel:
Wat komt vrij bij verbranding?
Sleep die in het vak.
Slide 23 - Sleepvraag
Neusslijmvlies bestaat uit
A
snot en neusharen
B
slijmproducerende cellen en neusharen
C
slijmproducerende cellen en trilharen
D
snot en trilharen
Slide 24 - Quizvraag
Nodig voor verbranding
Over na verbranding
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
(Energie)
Slide 25 - Sleepvraag
Wat is bronchitis?
A
ontsteking aan de longen
B
ontsteking van de amandelen
C
ontsteking van de keel
D
ontsteking aan de bronchiën
Slide 26 - Quizvraag
Het neusslijmvlies zuivert ingeademde lucht. Wat is een andere taak van het neusslijmvlies?
A
Het maken van bloeddeeltjes.
B
Het regelen van de groei.
C
Het vochtig maken van ingeademde lucht.
Slide 27 - Quizvraag
Wat is smog?
A
luchtvervuiling door fijnstof
B
lucht met weinig zuurstof
C
een benauwdheidsaanval
D
bloedpropje in de longhaarvaten
Slide 28 - Quizvraag
Wat is geen verschijnsel van hooikoorts?
A
beschadigde longblaasjes
B
niesbuien
C
ontstoken slijmvlies
D
tranende ogen
Slide 29 - Quizvraag
Bij hooikoorts ben je...
A
allergisch voor huisstofmijt
B
allergisch voor pollen
C
allergisch voor dierlijke haren
D
allergisch voor huidschilfers
Slide 30 - Quizvraag
Wat is een allergie?
A
Een reactie van het immuunsysteem op een ongevaarlijke stof
B
Een vorm van immunisatie
C
Een erfelijke afwijking in het immuunsysteem
D
Een ander woord voor anafylactische shock
