4.02 Over lezen

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 4
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 4
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands met je schrift, laat het boek nog even dicht. 



Slide 2 - Tekstslide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 




Slide 3 - Tekstslide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je herkennen op welke manieren een verhaal spannend is gemaakt;
- kun je beschrijven welke ruimte een verhaal zich afspeelt;
- kun je beschrijven welke sfeer een ruimte oproept;
- kun je aangeven wat het thema en de moraal van een verhaal zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Verdiept arrangement:
Ihabe, Alex

Huiswerk noteren + maken:
Les: 4.2
blz.: 193 t/m 196
opdr.: 3 t/m 5

Slide 5 - Tekstslide

Mini-check
Quiz mee

Slide 6 - Tekstslide

Wat is 'spanning' in een verhaal?
A
Dat je je billen knijpend afvraagt of het nog goed gaat komen
B
Dat je wilt weten hoe het verder gaat
C
Spanning zit alleen in enge, heftige verhalen, zoals thrillers
D
Dan voel je dat de verhaalfiguren het zelf spannend vinden.

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je een wijze les in een verhaal?
A
Onderwerp
B
Thema
C
Moraal
D
Motief

Slide 8 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met ruimte?
A
Waar het verhaal zich afspeelt (land, stad)
B
Het noemen van een jaartal
C
Sfeer, weer, geluiden en geuren
D
Plekken waar iets belangrijks gebeurt

Slide 9 - Quizvraag

Wie maakt wat:
Alles goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 4.2, opdr. 3 t/m 5, blz. 191 t/m 196

De rest doet mee met de instructie.

Slide 10 - Tekstslide

4. Instructie
Kijk en mee naar de volgende dia's. 

Slide 11 - Tekstslide

Spanning
Vertel zoveel mogelijk over spanning.
Wat zorgt voor spanning:
- open plekken: vragen die het verhaal bij je oproept
- uitstel 
- vermoeden
- onverwachte wending
- informatievoorsprong
- bedreigende situatie/oplossing
- cliffhanger
Ook het spelen met de tijd kan voor spanning zorgen. 

Slide 12 - Tekstslide

Ruimte
Alle plaatsen die in een verhaal voorkomen, maar ook situaties. De ruimte is belangrijk voor het verhaal. De ruimte kan een bepaalde sfeer oproepen bijvoorbeeld een akelige sfeer. Het weer, muziek, de plaats waar ze zijn, of het licht of donker is… alles hoort tot de ruimte.

Slide 13 - Tekstslide

Thema en moraal
  • Thema: in een paar zeggen waar het verhaal over gaat, bijv. eenzaamheid, door het vuur gaan voor je vrienden
  • Moraal: een wijze les, bijv. oordeel niet te snel over iemand

Slide 14 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 4.2, blz. 191 t/m 196, opdr. 3 t/m 5
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Dennis, Noah, Jara; Lees de uitleg op blz. 191 t/m 196. Stel vragen als je iets niet begrijpt voordat je de opdrachten gaat maken. 
Niels; laptop pakken om het verhaal voorgelezen te krijgen. 

Slide 15 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V, B, I: les les 4.2, blz. 191 t/m 196, opdr.3 t/m 5


Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets / lezen. 
timer
30:00

Slide 16 - Tekstslide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 17 - Tekstslide

Ik kan de manieren benoemen waarmee spanning in een verhaal opgebouwd wordt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Wat is hier GEEN voorbeeld van ruimte in een verhaal?
A
de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt
B
voorwerpen en geluiden
C
tijdperk, weer en seizoenen
D
gedachten en gevoelens

Slide 19 - Quizvraag

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 20 - Tekstslide