Grammatica online les 6

Grammatica online les 6. 
Doel van de les:
* Herhaling van de theorie van grammatica tot nu toe.
* Je weet wat je nog moet leren voor de grammatica toets. 

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica online les 6. 
Doel van de les:
* Herhaling van de theorie van grammatica tot nu toe.
* Je weet wat je nog moet leren voor de grammatica toets. 

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les:
* Check in-vraag
* Herhaling van grammatica theorie
* Uitleg toets grammatica.
* Vragen stellen.
* Check out-vraag. 

Slide 2 - Tekstslide

Ik denk dat ik wel klaar ben voor de toets grammatica.
Ja!! Kom maar op.
Nou, ik weet veel, maar ik heb ook nog vragen.
Ik twijfel: ik wil eerst nog flink oefenen en vragen stellen.
Nee: ik snap er niets van en wil graag extra uitleg.

Slide 3 - Poll

Herhaling
Herhaling van de theorie. 

Hoofdstukken: 5-6 / 19 / 33 / 61-62 / 75

Slide 4 - Tekstslide

Wat doet een bijvoeglijk naamwoord in een zin?
A
Geen idee?
B
Een BV zegt iets over een werkwoord
C
Een BV zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
D
Een BV staat altijd voor een zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Quizvraag

De huidige hittegolf van 2018 kan een recordlengte van 24 dagen bereiken.

In welke tijd staat deze zin?
A
o.t.t.
B
o.v.t.
C
v.t.t.
D
v.v.t.

Slide 6 - Quizvraag

De huidige hittegolf van 2018 kan een recordlengte van 24 dagen bereiken.

Benoem de werkwoorden in deze zin.
A
hittegolf en kan
B
hittegolf en recordlengte
C
kan en dagen
D
kan en bereiken

Slide 7 - Quizvraag

KNMI heeft gewaarschuwd voor de gevaren van de hittegolf.

Wat is het gezegde en de tijd van de zin?
A
heeft gewaarschuwd / v.t.t.
B
heeft / o.t.t.
C
heeft gewaarschuwd / o.v.t.
D
gewaarschuwd / o.v.t.

Slide 8 - Quizvraag

Een blinde man gaat naar een warme bakker en vraagt twee pistolets met maanzaadjes.

Noem twee znw en twee bv.

Slide 9 - Open vraag

Het onderdrukken van je gevoelens en emoties kost veel energie.

Geef het wwg van deze zin.
A
onderdrukken
B
kost
C
kost veel
D
geen idee

Slide 10 - Quizvraag

Ontleed de volgende zin RO: Zet zinsdeelstrepen en geef aan in welke tijd de zin staat.

In deze gemeente rijdt de helft van de bewoners in een Volvo.

Slide 11 - Open vraag

In deze gemeente rijdt de helft van de bewoners in een Volvo.

Ontleed deze zin TO.

Slide 12 - Open vraag

Welke voornaamwoorden ken je? Je moet er vier kennen.

Slide 13 - Woordweb

Hij schrok toen ik het boek uit mijn handen liet vallen.

Noteer de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.

Slide 14 - Open vraag

Als ze je ernaar vragen: je hebt het niet van mij.

Noteer de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.

Slide 15 - Open vraag

Degene die dit beweert, heeft dit verhaal kennelijk nooit goed gelezen.

Noteer de betrekkelijke en aanwijzende voornaamwoorden.

Slide 16 - Open vraag

Wat zijn bijwoorden?
A
Geven extra informatie bij een werkwoord
B
Geven extra informatie bij een zelfstandig naamwoord
C
Geven extra informatie bij een bijvoeglijk naamwoord.
D
Geven extra informatie bij een ander bijwoord.

Slide 17 - Quizvraag

Bijwoorden geven aan:

Slide 18 - Woordweb

Noteer de bijwoorden in deze zin:

De hele dag scheen de zon oogverblindend fel.

Slide 19 - Open vraag

Geef van het aangegeven woord aan wat voor een woordsoort het is:

Met geen enkel dodelijk slachtoffer was 2017 het veiligste vliegjaar ooit.
dodelijk / veiligste / ooit

Slide 20 - Open vraag

Laten we niet op de zaken vooruitlopen.

Wat is in deze zin het VZV?
A
niet
B
niet op
C
niet op de zaken
D
niet op vooruitlopen

Slide 21 - Quizvraag

De Brexit zal volgens sommige experts op een debacle uitlopen.

In deze zin zit een vzw en een bwb.
A
Waar
B
Niet waar
C
Geen idee

Slide 22 - Quizvraag

Ik heb het hoofdstuk drie keer doorgelezen, dus ik snap het nu goed.

Deze zin is:
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 23 - Quizvraag

Ik heb het hoofdstuk drie keer doorgelezen, dus ik snap het nu goed.

Deze zin heeft als zinsstructuur:
A
HZ-BZ
B
BZ-HZ
C
BZ-BZ
D
HZ-HZ

Slide 24 - Quizvraag

Ik heb het hoofdstuk drie keer doorgelezen, dus ik snap het nu goed.

Het voegwoord in deze zin is:
A
de komma
B
dus
C
voegwoord??
D
HELP!!

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een voegwoord?

Slide 26 - Woordweb

Schrijf een aantal voegwoorden op.

Slide 27 - Woordweb

Leren voor de toets:
Grammatica: 5-6 / 19 / 61 - 62 / 75
Op de toets: 
* Ontleden van zinnen
* Maken van zinnen in een bepaalde volgorde (proeftoets). 

Datum toets grammatica (schrijf in je agenda!!):
31 maart 2021

Slide 28 - Tekstslide

Ik denk dat ik nu zeker wel klaar ben voor de toets grammatica.
Ja!! Kom maar op.
Nou, ik weet veel, maar ik heb ook nog vragen.
Ik twijfel: ik wil eerst nog flink oefenen en vragen stellen.
Nee: ik snap er niets van en wil graag extra uitleg.

Slide 29 - Poll