Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Explication des questions
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Le programme pour aujourd'hui
Interrogation du vocabulaire B
Les questions
Au travail!
Les devoirs
Évaluation de l'interro
Slide 2 - Tekstslide
achever =
A
studeren
B
voorstellen
C
aanvullen met
D
voltooien, afmaken
Slide 3 - Quizvraag
moeilijk =
Slide 4 - Open vraag
Hij beheerste de Spaanse taal. =
A
Il étudie la langue espagnole.
B
Il maîtriser la langue espagnole.
C
Il maîtrise la langue espagnole.
D
Il maîtrises la langue espagnole.
Slide 5 - Quizvraag
Vertaal naar het Nederlands:
Je me suis inscrit à l'école hôtelière.
Slide 6 - Open vraag
de kapper =
A
le vendeur
B
le coiffeur
C
l'homme d'affaires
D
l'infirmier
Slide 7 - Quizvraag
Vertaal naar het Frans:
Wat is je lievelingsvak?
Slide 8 - Open vraag
Ik wil graag hoteldirecteur worden. =
A
Je voudrais être directeur d'hotel.
B
Je voudrai devenir directeur d'hôtel.
C
Je voudrais devenir directeur d'hôtel.
D
Je veux devenir directeur d'hôtel.
Slide 9 - Quizvraag
Les questions
Welke 3 manieren zijn er om een Franse vraagzin te maken zonder vraagwoord?
Slide 10 - Tekstslide
Les questions
1. Zet een vraagteken achter de normale zin.
2. Zet 'est-ce que' VOOR de normale zin.
3. Inversie = draai onderwerp en persoonsvorm om en voeg een liggend streepje toe.
Slide 11 - Tekstslide
Les questions
1 . Tu auras une bonne note?
2. Est-ce que tu auras une bonne note?
3. Auras-tu une bonne note?
Slide 12 - Tekstslide
Les questions
Let op bij inversie:
1. Elle a une question? - A-t-elle une question?
2. Rachid parle français? - Rachid, parle-t-il français?
Bij voorbeeld 2 moet je dus een persoonlijk vnw. toevoegen.
Slide 13 - Tekstslide
Les questions - met vraagwoord
1. vraagwoord + est-ce que + gewone zin
Exemple: Où est-ce qu'on parle français?
2. gewone zin + vraagwoord
Exemple: On parle français où?
3. vraagwoord + inversie
Exemple: Où parle-t-on français?
Slide 14 - Tekstslide
Vraagwoord 'quel'
quel = welke/wat
Dit vraagwoord past zich aan het zelfstandig naamwoord aan:
mannelijk enkelvoud - quel
vrouwelijk enkelvoud - quel
le
mannelijk meervoud - quel
s
vrouwelijk meervoud - quel
les
Slide 15 - Tekstslide
Vraagwoord 'quel'
Exemples:
1. Quel est ton pays préféré?
2. Que
lle
est ta matière préférée?
3. Quel
s
jours tu vas à l'école?
4. Que
lles
sont les autres différences?
Slide 16 - Tekstslide
Au travail!
1. D'abord, tu fais les exercices 31, 32 et 33.
2. Après, tu apprends les phrases-clés de la source D avec SlimStampen.
Slide 17 - Tekstslide
Les devoirs
Les devoirs pour jeudi le 7 avril:
- Apprendre les phrases-clés de la source D (chapitre 3) + les notes sur les questions (source I du chapitre 3)
Slide 18 - Tekstslide
Évaluation de l'interro
Je suis fière de vous!
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Révision voca F + explication des questions
April 2021
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Poser une question bron H chapitre 5 HV2
Mei 2024
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
H3G 11-02-2021 CH3I
Februari 2021
- Les met
11 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Klas 2 chapitre 5 bron H
Juni 2024
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
Klas 2 chapitre 5 bron H
Maart 2022
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
chapitre 5, poser une question grammaire H
Mei 2022
- Les met
11 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Poser une question
Februari 2024
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
poser une question
Juni 2023
- Les met
41 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3