H8 Straling - 8.3 Eigenschappen van straling

H8 Straling - 8.3 eigenschappen van straling
Benodigheden
- Schrift
- boek en werkboek
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H8 Straling - 8.3 eigenschappen van straling
Benodigheden
- Schrift
- boek en werkboek
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel protonen, neutronen en
elektronen heeft Kalium?
timer
2:00

Slide 2 - Open vraag

Hoeveel protonen, neutronen en
elektronen heeft 53
I (Jodium)
131
timer
2:00

Slide 3 - Open vraag

C-14 is het isotoop van Koolstof (C-12). Welk deeltje is meer aanwezig in dit isotoop?
A
Protonen
B
Neutronen
C
Elektronen

Slide 4 - Quizvraag

Welke 3 soorten ioniserende straling zijn er?
timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Welke ioniserende staling is geen deeltjes straling
A
alfa- straling
B
Beta straling
C
Gamma straling

Slide 6 - Quizvraag

De activiteit van een radioactieve stof is 1000 Bq. Wat geeft de activiteit aan?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Waarom bouwen ze een betonnen sarcofaag (Omhulsel) om de reactor heen?
timer
2:00

Slide 10 - Open vraag

Leerdoelen 8.3 
10. Ik weet wat doordringend vermogen is
11. Ik weet wat dracht is
12. Ik weet wat halveringsdikte is en kan hier mee rekenen
13. Ik weet wat halveringstijd is en kan hier mee rekenen

Slide 11 - Tekstslide

Doordringend vermogen
Alfastraling: klein doordringend vermogen.

Bètastraling: groter doordringend vermogen

Gammastraling: groot doordringend vermogen. 


Ander woord voor doordringend vermogen is dracht

Slide 12 - Tekstslide

Activiteit en halfwaardetijd
Het aantal kernen dat per seconde verandert noem je de activiteit.
Activiteit wordt gemeten in becquerel (Bq).
De activiteit van radioactief materiaal wordt steeds kleiner omdat er steeds minder instabiele kernen overblijven.
Bij radioactief materiaal praten we over 
halveringstijd (of halfwaardetijd). Na die tijd:
  • is de helft van de instabiele atoomkernen verdwenen
  • is de hoeveelheid straling met de helft verminderd

Slide 13 - Tekstslide

Halveringstijd
De tijd die de helft van de kernen nodig heeft om te vervallen.

LET  OP: 
Na de tweede halveringstijd de helft van de helft.
Na de derde halveringstijd de helft van de helft van de helft. etc

Slide 14 - Tekstslide

Halveringsdikte
Hoe groter de dichtheid hoe beter stof straling dicht houdt 

Hoe dieper je in een stof komt hoe meer de straling afneemt. 

Halveringsdikte is dikte waarbij de straling voor de helft is afgenomen. 

LET  OP: 
Na de tweede halveringsdikte de helft van de helft.
Na de derde halveringsdikte  de helft van de helft van de helft. etc

Slide 15 - Tekstslide

Van het verval van een radioactieve stof
is een grafiek getekend.
Bepaal aan de hand van de grafiek
de halveringstijd van de radioactieve stof.

Slide 16 - Open vraag

Een radioactieve stof heeft een halveringstijd van 14 jaar.
Om welke stof gaat het? Gebruik je BINAS tabel 32!

Slide 17 - Open vraag

Aluminium heeft een halveringsdikte van 0,75 cm voor gammastraling.

Bereken na hoeveel cm minder dan 1% van de activiteit over is van deze straling


Slide 18 - Open vraag

Huiswerk
  • Maken 8.3 opdracht 2, 3, 5, 6, 9, 11, 12, 14, 15

Slide 19 - Tekstslide