Groepsles Carnaval

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBurgerschapskundeBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar gaan wij het over hebben vandaag?
Spreekbeurt
Woordweb
Wie viert er carnaval?​
Strike a pose!
Wat is carnaval?
Kleding en kostuums over de hele wereld
Tradities in Nederland
Carnavalsmuziek
En nu jij!




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Carnaval

Slide 4 - Woordweb

Wie viert er carnaval? 
Waar woon je? Hoe gaat dat?
Wie viert carnaval? En hoe?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

STRIKE A POSE!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat

Aan het einde van de les ken jij de volgende woorden:

  • Adjudant
  • Aswoensdag
  • Carnaval
  • Katholiek
  • Pasen


  • Scepter
  • Steek
  • Vasten

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide


In de aanloop naar Pasen wordt er traditioneel door katholieken gevast: 
40 dagen lang wordt er minder gegeten, gesnoept of gedronken. 
Carnaval wordt gevierd aan de vooravond van die vastentijd.

Het woord ‘carnaval’ zou wel ’s afgeleid kunnen zijn van het Latijnse ‘carne vale’ dat ‘vaarwel vlees’ betekent. Want tijdens het carnaval kan er – voordat het vasten begint – nog 1 keer massaal shoarma en frikandellen gegeten worden.

Carnaval is drie dagen voor Aswoensdag. Aswoensdag is de eerste dag van de vastentijd. 40 dagen voor Pasen. Christenen geloven dat Jezus Christus op de zondag van Pasen terugkwam uit de dood. In de Bijbel staat dat een grote steen op het graf van Jezus op Eerste Paasdag plots was omgerold

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleding en kostuums. 
Prins carnaval en zijn adjudant

Slide 10 - Tekstslide

De traditie van het Venetie Carnaval Masker begon in de 13e eeuw. Want de Venetianen gingen feesten organiseren in de periode van 26 december tot het begin van de vastentijd. Tijdens de feesten droegen zij maskers om hun identiteit te verbergen en zo te flierefluiten met elke stand en rang.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Venitiaans Masker

Slide 13 - Tekstslide

De traditie van het Venetie Carnaval Masker begon in de 13e eeuw. Want de Venetianen gingen feesten organiseren in de periode van 26 december tot het begin van de vastentijd. Tijdens de feesten droegen zij maskers om hun identiteit te verbergen en zo te flierefluiten met elke stand en rang.
En nu jullie!
Jullie schrijven een rap over carnaval.
Waar moet de rap aan voldoen:
* Minimaal 6 regels
* Gebruik in je gedicht de volgende woorden: 
 Jullie namen, verkleden, feest

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

RRRAAAPPPP

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang duurt de vastenperiode na carnaval?
A
44 dagen
B
33 dagen
C
40 dagen
D
30 dagen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer vieren we Carnaval?
A
De avond voor de vastentijd
B
De avond na de vastentijd
C
De dag voor de vastentijd
D
De dag na de vastentijd

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Aswoensdag?
A
De laatste dag van de vastentijd
B
De eerste dag van de vastentijd
C
De laatste dag van de carnaval
D
De eerste dag van de carnaval

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de hulp van prins carnaval?
A
Hulp
B
Adjudant
C
Samba
D
Prins II

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bekend carnavalsnummer in NL?
A
Snelle- Reünie
B
Suzan en Freek - Honderd keer
C
Snollebolekes- Links - rechts

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe heet de stok die de prins in zijn hand heeft?
A
Staf
B
Stok
C
Bezem
D
Skepter

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe heet de hoed van de prins?
A
Mijter
B
Pet
C
Verenhoed
D
Steek

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies