boek A, herhaling en oefenen vragen par 4.1 p118-122
1 / 28
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat is geen voorbeeld van de geallieerden?
A
Verenigde staten
B
verenigd koninkrijk
C
Sovjet Unie (Rusland)
D
Italië
Slide 5 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van een as-mogendheid?
A
Duitsland
B
Italië
C
Canada
D
Japan
Slide 6 - Quizvraag
In welk jaren begon en eindigde de tweede wereld oorlog?
A
1939-1944
B
1939-1945
C
1938-1944
D
1938-1945
Slide 7 - Quizvraag
Welk land werd in 1939 binnengevallen? Hierdoor begon de tweede wereld oorlog.
A
Oostenrijk
B
Ierland
C
Polen
D
Tsjechië
Slide 8 - Quizvraag
Hitler zei dat Duitsland niet meer woonruimte nodig had.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Hitler vond dat Sudetenland bij Duitsland hoorde.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Britse en Franse regeringsleiders besloten dat Tsjechoslowakije Sudetenland aan Duitsland moest geven? Zo zou er een oorlog voorkomen worden.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de goede volgorde?
A) Het Duitse leger valt Polen binnen.
B) Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk verklaren Duitsland de oorlog.
C) Bijna heel West-Europa wordt bezet.
D) Duitsland neemt het bestuur van Oostenrijk over en bezet Sudetenland.
E) Het Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie houden stand tegen de Duitse
aanval.
A) Het Duitse leger valt Polen binnen.
B) Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk verklaren Duitsland de oorlog.
C) Bijna heel West-Europa wordt bezet.
D) Duitsland neemt het bestuur van Oostenrijk over en bezet Sudetenland.
E) Het Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie houden stand tegen de Duitse
aanval.
A
E-A-B-C-D
B
D-A-B-C-E
C
A-D-B-C-E
D
D-A-E-C-B
Slide 12 - Quizvraag
Op 6 juni 1944 begon de bevrijding van West-Europa in....
A
Normandië
B
Stalingrad
Slide 13 - Quizvraag
De Duitsers leden hun eerste
grote nederlaag in....
grote nederlaag in....
A
Normandië
B
Stalingrad
Slide 14 - Quizvraag
De VS gingen meedoen aan de kant van de....
A
gealieerden
B
as-mogendheden
Slide 15 - Quizvraag
D-Day, de invasie in Normandië (West-Frankrijk) vindt plaats.
A
1942
B
1943
C
1941
D
1944
Slide 16 - Quizvraag
De VS gaan meedoen met de geallieerden.
A
1941
B
1943
C
1944
D
1942
Slide 17 - Quizvraag
Het Russische leger wint de slag om Stalingrad.
A
1941
B
1943
C
1944
D
1942
Slide 18 - Quizvraag
In Duitsland bestonden voor de oorlog ............... vooroordelen over Joden.
A
veel
B
weinig
Slide 19 - Quizvraag
De rassenleer was een onjuiste theorie over .................
A
geloof
B
mensenrassen
Slide 20 - Quizvraag
Met de
rassenleer ................... de Duitsers het antisemitisme in hun land.
rassenleer ................... de Duitsers het antisemitisme in hun land.
A
versterkten
B
verzwakten
Slide 21 - Quizvraag
De nazi’s wilden alle Joden vermoorden en organiseerden razzia’s waarbij mensen werden..............
A
concentratiekampen
B
holocaust
C
opgepakt
D
gedeporteerd
Slide 22 - Quizvraag
De
opgepakte mensen verzamelden ze in.........................
opgepakte mensen verzamelden ze in.........................
A
concentratiekampen
B
holocaust
C
opgepakt
D
gedeporteerd
Slide 23 - Quizvraag
Ook vanuit Nederland werden mensen
in goederenwagons.........................
in goederenwagons.........................
A
concentratiekampen
B
holocaust
C
opgepakt
D
gedeporteerd
Slide 24 - Quizvraag
De nazi’s vermoordden miljoenen
mensen in de gaskamers van vernietigingskampen. Deze volkerenmoord noemen we de.........................
mensen in de gaskamers van vernietigingskampen. Deze volkerenmoord noemen we de.........................
A
concentratiekampen
B
holocaust
C
opgepakt
D
gedeporteerd
