Je leert: - Kenmerken van goede vriendschappen - Hoe je (sneller) vrienden maakt - Waar je vrienden op kunt selecteren
Je gaat: - Je vriendschappen in kaart brengen - Met elkaar over vrienden praten
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Deze les gaat over vriendschap.
Je leert: - Kenmerken van goede vriendschappen - Hoe je (sneller) vrienden maakt - Waar je vrienden op kunt selecteren
Je gaat: - Je vriendschappen in kaart brengen - Met elkaar over vrienden praten
Slide 1 - Tekstslide
Ik heb meer vrienden van school, dan van buiten school
Ja
Nee
Ongeveer gelijk
Slide 2 - Poll
Door de jaren heen; heb ik minder vrienden
Ja
Nee, het is ongeveer gelijk
Nee, ik heb er juist meer
Slide 3 - Poll
Ik heb liever een paar goede vrienden dan een uitgebreide vriendenkring
Nee, ik heb liever een uitgebreide vriendenkring
Ja, ik heb liever een paar goede vrienden
Het is mij om het even
Slide 4 - Poll
Naarmate ik ouder wordt; is het moeilijker om vrienden te maken
Ja
Nee
Geen verschil
Slide 5 - Poll
Bespreek in duo's:
2) Met wat voor soort type mensen word je snel vrienden? 3) Met wat voor soort type mensen, niet? 4) Wat zijn overeenkomsten tussen jou en je vrienden ??
Slide 6 - Tekstslide
Feitjes :
"De meeste mensen hebben zo’n drie à vier echt goede vrienden en daarnaast een zogenoemde tweede schil van zo’n tien tot twaalf mensen die ze regelmatig zien."
"Als je leven er echt anders uit gaat zien dan je vrienden; dan valt de vriendschap vaak uit elkaar. Bij mensen die hun eerste kind krijgen, zie je bijvoorbeeld dat hun vriendenkring na een jaar of twee jaar vooral bestaat uit mensen met kinderen. Dat is deels omdat je andere interesses hebt, maar ook omdat je opeens op andere plekken komt waar je nieuwe mensen tegenkomt: in de crèche en in de speeltuin. Vriendschappen die ondanks dit soort verschillen toch stand houden, zijn heel puur."
Slide 7 - Tekstslide
6 kenmerken van goede vrienden:
* Je voelt je beter nádat je bij je vriend bent geweest, dan ervóór
* Ze halen het beste in je naar boven. Ze willen dat jij slaagt. > Wanneer jij plots ergens beter in blijkt te zijn of te worden; worden ze niet jaloers! * Ze zijn bezig en hebben doelen die passen bij jou doelen of de dingen waar jij mee bezig wilt zijn. Je vuurt elkaar zo aan.
Slide 8 - Tekstslide
* Ze roddelen niet
* Ze begrijpen je en je kunt er goed mee praten
* Ze halen je niet omlaag door dingen te doen waarvan je weet dat ze niet handig zijn.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Stellingen/vragen vanuit de klas
Bedenk ieder één stelling of vraag die te maken heeft met vriendschap/relaties en noteer deze op een post-it.
We verzamelen de stellingen/vragen en gaan ze klassikaal bespreken.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.