Biologie M1T4M - Menselijk Lichaam - Les 3 (Lever)

Menselijk lichaam 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GroenMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Menselijk lichaam 

Slide 1 - Tekstslide

De lever

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Waardoor kleurt de lever roodbruin?
A
Doordat het uit spiercellen bestaat
B
Door de chemische reacties in de lever
C
Door de hoeveelheid aanwezige bloed

Slide 5 - Quizvraag

De Lever
Groot orgaan met belangrijke functies
13% van alle bloed zit in de lever
Hierdoor een bruinrode kleur

Slide 6 - Tekstslide

Functies van de lever
Veel, maar 3 belangrijke: 
  1. Productie belangrijke eiwitten
  2. Productie + opslag van energie en brandstoffen
  3. Verwerking en afvoer van afvalstoffen

Slide 7 - Tekstslide

De Lever
Achter de lever zit de galblaas met gal
  • Geelgroenige vloeistof
  • Wordt in de lever gemaakt
  • Wordt bewaard in de galblaas

Slide 8 - Tekstslide

Waar helpt gal bij in het lichaam?
A
Productie urine
B
Vertering
C
Afweer
D
Aanmaak eiwitten

Slide 9 - Quizvraag

De Lever
Achter de lever zit de galblaas met gal
  • Geelgroenige vloeistof
  • Wordt in de lever gemaakt
  • Wordt bewaard in de galblaas
  • Gaat via een buisje naar de darm om te helpen bij de vertering van vet

Slide 10 - Tekstslide

Welke (slag)aders hebben contact met de lever?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Bloedvaten van de lever

  1. Poortader - aanvoerend
  • Dunne darm --> maakt voedingsstoffen oplosbaar --> via darmvlokken opgenomen in bloed --> met de poortader naar de lever.

  • Zuurstof is in de darm gebruikt voor absorptie van voedingsstoffen --> poortader bevat zuurstofARMbloed

Slide 13 - Tekstslide

Bloedvaten van de lever


2. Leverslagader - aanvoerend
ZuurstofRIJKbloed naar de lever
Nodig voor de celademhaling (levert energie op voor alle processen in de lever)

3. Leverader – afvoerend
Bloed naar de holle ader
ZuurstofARM en rijk aan koolstofdioxide


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Bouw van de lever

Slide 16 - Tekstslide

Bouw
Bestaat uit 100.000 leverlobjes (1 mm in doorsnee)
  • Min of meer zeshoekig
  • In de hoeken liggen takjes van de poortader, de leverslagader en de galbuis
  • In het midden een takje van de leverader

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Stuk leverlob
Galgangen en bloedvaten vormen netwerken tussen de levercellen
  • ZuurstofRIJKbloed uit leverslagader mengt met zuurstofARM bloed uit poortader
  • 02 wordt afgegeven aan levercellen
  • Gal (gemaakt in levercellen) gaat naar galbuis
  • Overige stoffen die in levercellen worden aangemaakt (ureum, CO2, eiwitten, etc.)  leverader of in levercel opgeslagen (glycogeen)

Slide 20 - Tekstslide

Vanaf welke leeftijd begon je met alcohol drinken, en hoeveel drink je gemiddeld per week? (anonieme antwoorden)

Slide 21 - Woordweb

Alcohol en de lever

Slide 22 - Tekstslide

Alcohol en de lever
Alcohol kan niet worden opgeslagen, moet onmiddellijk in het lichaam worden afgebroken
  • Vindt plaats in de lever, mogelijk gemaakt door enzymen
  • Te hoog aanbod alcohol --> ophoping van afbraakproducten die stoornissen in de stofwisseling veroorzaken
  • Verwerking alcohol mede bepaald door erfelijke aanleg


Slide 23 - Tekstslide

Veiligheidsmarges
Consumpties: 1 alcoholhoudende consumptie bevat ca. 10 gram zuivere alcohol, ongeacht wat gedronken wordt
  • Vrouwen: 2 consumpties per dag
  • Mannen: 3 of 4 consumpties per dag
  • Beter; de lever regelmatig een aantal dagen rust geven

Slide 24 - Tekstslide

Alcohol en de lever - afwijkingen

Slide 25 - Tekstslide

Leververvetting
  • Vaak in het begin van overmatig alcoholgebruik
  • Vetophoping in de levercellen
  • Vetstofwisseling wordt verstoord, vet gaat ophopen in buikorganen (Stofwisseling van lever verandert zelf ook)
  • Kan snel verdwijnen door alcoholgebruik te stoppen
  • Levercellen hoeven er geen blijvende schade van te hebben
  • Ontstekingen kunnen erbij ontstaan -> dan wel schade

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Fibrose

Vroege stadium van cirrose
  • Lever probeert beschadigde cellen te repareren of vervangen, waardoor littekenweefsel ontstaat rondom de levercellen.
  • Ruimte waar bloedvaten doorheen lopen samengedrukt, stroming van bloed wordt belemmerd
  • Hoge bloeddruk in de bloedvaten van de buik (portale hypertensie), al zonder dat er sprake is van cirrose van de lever.
  • Milde leverschade door fibrose kan teruggedraaid worden als oorzaak gevonden en geëlimineerd is.
  • Langdurig littekenweefsel  fibrose wordt permanent



Slide 30 - Tekstslide

Cirrose
  • Ontstaat bij sterk toegenomen fibrose waartussen alleen nog eilanden van gezond leverweefsel liggen (noduli)
  • Kan ongemerkt ontstaan
  • Eerste verschijnselen kunnen een ascitesbuik (anders dan een bierbuik) zijn of een bloeding uit slokdarmspataderen




  • Schade blijft littekenbanden door de lever vormen, vernietigt het vermogen van de lever om te regenereren en tast de leverfunctie aan






Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Hepatocellulair carcinoom (Levertumor)
Ontstaat vanuit een cirrotisch lever

Slide 35 - Tekstslide

Alcoholische hepatitis
  • Acute hepatitis kan optreden na een forse hoeveelheid overmatig alcoholgebruik
  • Vaak in combinatie met lange tijd slecht eten, infecties, braken of diarree
  • Geelzucht
  • Hoog gehalte aan bilirubine in bloed (afvalstof afbraak van hemoglobine)
  • Normaal opgenomen door de lever uit bloed zodat het omgevormd kan worden.
  • Vergrote, pijnlijke lever
  • Ontstaat vaak in een lever met al bestaande leververvetting, maar ook een cirrotisch lever (dan wel ernstiger situatie)


Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide