H5.1 Wat is derving?

Binnen = beginnen

  • jassen en oortjes uit
  • Tassen van tafel
  • Start Lesson up
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Binnen = beginnen

  • jassen en oortjes uit
  • Tassen van tafel
  • Start Lesson up

Slide 1 - Tekstslide

H5.1 Wat is derving?

Slide 2 - Tekstslide

Derving
= het verlies dat een bedrijf heeft omdat artikelen kapotgaan, bederven of gestolen worden.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Niet-criminele derving
- gebeurt niet met opzet

- Meestal door mensen, bijvoorbeeld iets laten vallen tijdens           transport, goederenontvangst of opslag
- Soms doordat goederen bederven



Slide 6 - Tekstslide

Criminele derving
- Ontstaat doordat mensen goederen stelen of kapot maken in       het magazijn of winkel

- Gebeurt ALTIJD door mensen
- kun je voorkomen door maatregelen te nemen

Slide 7 - Tekstslide

Maatregelen tegen criminele derving
Technische maatregelen
Plaatsen van camera's, detectiepoortjes etc

Niet technische maatregelen
Maken van afspraken (bijvoorbeeld balansen/inventariseren

Slide 8 - Tekstslide

Wat is derving?
A
Het kapotgaan van producten
B
Het mislopen van omzet door verschillende redenen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen derving?
A
Een klant rekent niet alles af.
B
Collega's hebben niet goed gecontroleerd bij de goederenontvangst.
C
Na levering zijn goederen niet goed opgeslagen.
D
Product is afwezig omdat te weinig is besteld.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van NIET-criminele derving aan de kassa?
A
De kassière heeft een verkeerd geldbedrag aangeslagen.
B
De kassière slaat het bedrag bewust te laag aan voor een bevriende klant.
C
Een klant laat ongemerkt artikelen in de tas zitten en neemt deze mee.

Slide 11 - Quizvraag

Iets bewust kapot maken is een voorbeeld van .... derving
A
criminele
B
niet-criminele
C
onnodige
D
onzinnige

Slide 12 - Quizvraag

Criminele derving
Niet-criminele derving
Bederf
er is opzet in het spel
Personeel neemt stiekem iets mee
winkeldochters
rekenfout is gemaakt

Slide 13 - Sleepvraag

Diefstalgevoelige artikelen






vraag: noem een diefstalgevoelig artikel

Slide 14 - Tekstslide

Veroorzakers van derving
leveranciers: 
bijvoorbeeld chauffeur die een doos van de pallet haalt en in z'n cabine zet
klanten:
Klant die artikel stiekem in z'n jas stopt
medewerkers:
magazijnmedewerker die iets meesmokkelt uit het magazijn

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag met:
Ga naar het online platvorm

Lees de stukjes theorie nog eens goed door!
Maak de opdrachten van paragraaf 5.1

KLAAR?  Zoek eens op wat in de supermarkt de meeste derving veroorzaakt

Slide 16 - Tekstslide

Welke vormen van derving ken je?Geef van elk een voorbeeld!

Slide 17 - Open vraag


              Een product is beschadigd.

              Een product is onveilig.

              Er is teveel van het product                        geleverd.
              
       


              Een product is gestolen.

              Een product is kapot gevallen.

              Een product verkoopt niet goed.

              Een product is zoekgeraakt.

Sleepvraag:
Wat valt onder derving?
Geef de 4 juiste antwoorden.

Slide 18 - Sleepvraag