Havo 5 Nectar 14.5
1 / 31
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Waar begint een reflex?
A
schakelcel
B
sensorische zenuwcel
C
motorische zenuwcel
D
zintuig
Slide 5 - Quizvraag
Kan dit reflex nog optreden als:
1. De zenuwcellen bij R zijn uitgeschakeld?
2. In de grote hersenen de bewegingscentra zijn uitgeschakeld?
1. De zenuwcellen bij R zijn uitgeschakeld?
2. In de grote hersenen de bewegingscentra zijn uitgeschakeld?
A
1: Ja 2: Ja
B
1: Ja 2: Nee
C
1: Nee 2: Ja
D
1: Nee 2: Nee
Slide 6 - Quizvraag
Welk nummer wijst neurotransmitters aan?
A
nummer 2
B
nummer 3
C
nummer 5
D
nummer 8
Slide 7 - Quizvraag
De spier beweegt door-
dat er neurotransmitter
vrijkomt tussen P en Q.
Welke cel maakt die neurotransmitter?
dat er neurotransmitter
vrijkomt tussen P en Q.
Welke cel maakt die neurotransmitter?
A
Alleen P
B
Alleen Q
C
P en Q allebei
D
P en Q allebei niet
Slide 8 - Quizvraag
Adrenaline komt van nature in ons lichaam voor als hormoon en als neurotransmitter.In de afbeelding is schematisch een neuron weergegeven.
Waar wordt adrenaline als neurotransmitter door dit neuron afgegeven?
Waar wordt adrenaline als neurotransmitter door dit neuron afgegeven?
A
Op plaats P
B
Op plaats Q
C
Op plaats R
D
Op plaats S
Slide 9 - Quizvraag
schakelcel
synaps
bewegingszenuwcel
gevoelszenuwcel
Slide 10 - Sleepvraag
gevoels- zenuwcel
cellichaam van gevoelszenuwcel
schakelcel
beweging- zenuwcel
spier
synaps
Slide 11 - Sleepvraag
Wat voor type zenuwcel is zenuwcel 1?
A
Bewegingszenuwcel
B
Schakelcel
C
Gevoelszenuwcel
Slide 12 - Quizvraag
Dendriet
Synaps
Cellichaam
Axon
myelineschede
Slide 13 - Sleepvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Link
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Link
Hoe heet de eigenschap van het lichaam om inwendige stabiliteit te handhaven?
A
fysiologie
B
controle
C
lichaamstemperatuur
D
homeostase
Slide 23 - Quizvraag
Wat is homeostase?
A
een negatieve terugkoppeling van een regelkring
B
een positieve terugkoppeling van een regelkring
C
het in stand houden van een dynamisch evenwicht in het lichaam
Slide 24 - Quizvraag
Is dit een voorbeeld van een regelkring met positieve of negatieve terugkoppeling?
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
C
Beiden
D
Geen van beiden
Slide 25 - Quizvraag
Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
Koolhydraten
Slide 26 - Quizvraag
Hormoonklieren
Bloed
Hormonen
Hypofyse
Organen die hormonen maken
Vervoert hormonen
Stoffen die berichten doorgeven aan organen
Een belangrijke hormoonklier
Slide 27 - Sleepvraag
Welke hormonen horen bij welke hormoonklier?
Groeihormoon
Schildklierhormoon
Adrenaline
Insuline
Glucagon
Testosteron
Oestrogeen
Slide 28 - Sleepvraag
Insuline
Glucagon
